vrijdag 30 november 2018

De toren van Eenrum


Weet u wel dat de kerktoren scheef staat, vroeg ik bij Kapsalon Kram. Vanaf Broek was ik naar Eenrum gefietst en ik had het duidelijk gezien. Kapster Caroline hoorde het voor het eerst, zei ze. Kapper Lars Kram deed na hoe toeristen in Pisa poseren om op de foto de scheve toren tegen te houden. Dat had hij hier nog niet gezien.

Na mijn knipbeurt verhuisde ik naar Café Bulthuis aan de overkant van de straat. “Weet u wel dat de kerktoren scheef staat”, waarschuwde ik opnieuw. “Vertel eens iets nieuws”, zei kastelein Mattheus Dijkstra, “dat is een heel oud verhaal.” Voor het naadje van de kous verwees hij me naar de torendeskundige van het dorp, twee huizen verder. Dirk Molenaar stond net de bladeren van de kerktuin te harken toen ik hem vroeg waarom de kerktoren scheef stond.

De eerste tufstenen kerk van Eenrum werd rond 1100 gebouwd, vertelde hij me. In de dertiende eeuw werd een grotere kerk gebouwd, nu van baksteen. Met een losstaande toren, net als in Baflo en Den Andel. Vierhonderd jaar later wilden de Eenrummers toch een vaste toren. Die werd rond 1650 aan de westkant tegen de kerk aangebouwd, een centimeter of zestig binnen het bestaande kerkgebouw. Dat laatste was een foutje, want door ongelijke zetting zakte de toren scheef. Tot ongeveer een meter uit het lood. Vijfenzeventig jaar later werd het scheve aanzicht de bewoners te dol. Het bovenste deel van de toren werd afgebroken om in 1727 weer loodrecht te worden opgebouwd. Met een knik halverwege als gevolg.

Ondertussen waren Molenaar en ik bijna tweehonderd traptreden geklommen om boven in de toren onze hoofden uit een luik te steken. Wat een fantastisch uitzicht bij helder novemberweer! De parel Eenrum onder ons en in de verte de Martinitoren, de  Eemshaven, Zoutkamp en het Wad. Weer beneden bedankte ik mijn gids en liep ik nog even de kapsalon binnen om te vertellen hoe scheef de toren stond. Gelukkig zat mijn haar wel weer recht.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de kerktoren van Eenrum, gezien vanuit de richting Broek.


Op verkenning door Het Hogeland in boekvorm
Op 15 december verschijnen de zestig columns van Erik de Graaf met de zestig foto’s van Otto Kalkhoven als boek. Hardcover en in kleur. U kunt het boek tot 15 december met intekenkorting voor 19,95 euro bestellen via de website van Op verkenning door Het Hogeland

donderdag 22 november 2018

Antikraak in Zuidpool


Het Hogeland ligt iets verder weg van het epicentrum dan Loppersum, maar te dichtbij om niet regelmatig te schudden op zijn grondvesten. De gevolgen van gaswinning en aardbevingen zijn overal zichtbaar. Schade van huis tot huis en lege plekken in de dorpen. Iedereen heeft zijn verhalen.

Vorig jaar meldde de Ommelander Courant dat de NAM eigenaar van Zuidpool was geworden. Het ging niet over Antarctica, maar over een monumentale boerderij tussen Usquert en Uithuizen. Met een net zo monumentale slingertuin en gracht. De boerderij Zuidpool werd in 1852 gebouwd door Harm Bruins. Tegelijkertijd bouwde hij Noordpool in de Noordpolder. Bruins ging op Zuidpool wonen, op stand. “Ik Ben hier van d’oudendijk gebragt, als schooner stand voor d’eigenaren”, las ik op een steen boven de schuurdeur. Dertig jaar eerder schreven de jonge schrijver Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp bewonderend over de imposante boerderijen aan de Streeksterweg. “Op elk huis stonden bliksemafleiders.”

Bliksemafleiders waren in die tijd een teken van welvaart. Ongetwijfeld kreeg Zuidpool er ook een. Overal op voorbereid, maar er zijn krachten waartegen geen boerderij bestand is. Jarenlang zag ik Zuidpool in de steigers staan als ik er langsfietste. Aardbevingsschade. Zoveel schade dat de bewoners in containers op de paardenweide naast de slingertuin woonden. De tuin vertoonde tekenen van verwaarlozing. Een romantisch bankje onder een oude boom zag er verdrietig uit.

Vorig jaar werd Zuidpool door de NAM aangekocht. Opnieuw een triest dieptepunt voor de cultuurhistorie, maar een zegen voor de voormalige eigenaren. En een gelukje voor avonturiers. Sieger Wiersma woont er tegenwoordig met zijn gezin. Antikraak. Hij leidde me een rond door de imposante schuren, gadegeslagen door drie waakzame uilen. In het woongedeelte waan je je in de negentiende eeuw. De nette opkamer voor bijzondere gelegenheden blijft tegenwoordig onverwarmd, omdat de schoorstenen niet meer gebruikt mogen worden. In de slaapkamer van zijn dochter overnachtten prinses Juliana en prins Bernhard ooit, volgens de overlevering. Dienstmeiden renden toen nog van de keuken in het souterrain naar boven om het eten te serveren. De Wiersma’s voelen zich veilig genoeg in de boerderij om er nog jaren te blijven wonen. 

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de familie Wiersma in de brede gang van Zuidpool. Van links
naar rechts Nadie, Marien, Hilde, Korella en Sieger Wiersma. Voor de andere afleveringen van onze serie: klik hier.

maandag 19 november 2018

Ons Boterdiep


Eeuwenlang was het Boterdiep de belangrijkste verkeersader tussen Groningen en Uithuizen. De trekschuit vormde een comfortabele verbinding voor wie het zich kon veroorloven. Het was prettiger dan in een koets over hobbelige wegen. En lopen was ver, vies en vermoeiend. Het klinkt luxueus in zo’n trekschuit. “Onze kleren blijven droog, men maakt geen vuile voeten”, las ik in een verslag. Maar snel ging het niet. Stoomschepen bespoedigden de reis aan het eind van de negentiende eeuw. Later werd het vervoer over water langzaam maar zeker overgenomen door trein- en autoverkeer.

Na 1600 werd het Boterdiep in etappes vanaf Groningen noordwaarts gegraven. Waar mogelijk werd gebruikgemaakt van bestaande waterlopen. In 1616 werd Noorderhoogebrug bereikt. Negen jaar later kwam het Boterdiep in Onderdendam aan. Daarna duurde het nog drieënveertig jaar voordat via Middelstum, Kantens en Doodstil naar Uithuizen kon worden gevaren.
Door de nieuwe vaarroute werd het oostelijke deel van het Hogeland ontsloten. Landbouwproducten konden gemakkelijker naar de stad worden vervoerd en langs de oevers van het Boterdiep ontstonden talloze bedrijven. Van zuivel tot zuurkool en van steen tot gas. Onderdendam groeide als spil in het waterwegennet uit tot een bestuurlijk centrum met het waterschap en een rechtbank met gevangenis.

Regelmatig werd het Boterdiep verbreed, verdiept of omgeleid om aan nieuwe eisen van de tijd te voldoen. In 1877 werd het traject van Fraamklap tot Uithuizen breder om aan snellere schepen doorvaart te verlenen. In de twintigste eeuw werd het Boterdiep in de stad gedempt van het centrum tot aan het Van Starkenborghkanaal. Het nieuwe uiteinde werd van Noorderhoogebrug een paar honderd meter naar het oosten verlegd. In Uithuizen werd ook het noordelijkste uiteinde in 1955 gedempt om ruimte op de Blink te scheppen, om het dorpscentrum te verfraaien. Dempen was een teken van de tijd.

De werkzaamheden houden nooit op. In Uithuizen wordt de haven na ruim zestig jaar opnieuw uitgegraven, ook nu voor een mooier dorpscentrum. En rond Bedum woeden discussies over een verplaatsing van een stuk Boterdiep om de uitbreiding van de zuivelfabriek mogelijk te maken. Cultuurhistorie tegenover economie. Ons Boterdiep. We hopen op een wijs besluit.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde het Boterdiep bij het waterknooppunt in Onderdendam. 

zaterdag 17 november 2018

Pizza en politiek


De zaal van Jongerencentrum Express in Uithuizen stroomde donderdag aardig vol rond etenstijd. Er waren pizza’s in het vooruitzicht gesteld, maar ook gesprekken over politiek. Het is tenslotte verkiezingstijd in Het Hogeland. Voordat de nieuwe gemeente op 1 januari officieel van start gaat moet er een nieuwe gemeenteraad worden gekozen. En dat gebeurt op woensdag 21 november. Schrijf het in uw agenda.

Pakweg vijftig aanwezigen lieten zich de pizza’s goed smaken. Aan de lange tafels ontstonden spontaan gesprekken tussen de jongeren van Express en de politici van alle negen politieke partijen in Het Hogeland. Over school en over werk hoorde ik ze praten. En over het dagelijks leven van jongeren. Vragen en antwoorden, over en weer.

Na de pizza’s werd Jeffrey aangekondigd als de “razende reporter” van de avond. Hij had zich goed voorbereid. Inhoudelijk, maar ook uiterlijk. Een nette outfit hoorde erbij, vond hij. Politici zaten altijd strak in het pak, hoewel hij eerlijk moest toegeven dat hij ze alleen nog maar op de televisie had gezien. Als “best geklede man van de avond” wandelde Jeffrey met zijn microfoon door de zaal, met het snoer achter zich aan. Onderweg liet hij de politici hun plannen met jongeren in Het Hogeland vertellen. Ruimte voor jongeren, noemde de ene lijsttrekker. Geen coffeeshops, zei een andere. Een derde opperde een Jeugdraad en een vierde vond dat overlast van jongeren hard moest worden aangepakt. De jongeren vertelden over hun problemen in het dorp. Zelf hadden ze het goed voor elkaar in hun jongerencentrum, vonden ze. Daar hadden ze hard voor gewerkt.

Het is lastig een keuze te maken bij verkiezingen, vond Jeffrey na afloop. “Maar als je niet stemt mag je later ook niet klagen”, had zijn moeder hem geleerd. Dat vond hij eigenlijk ook wel. Ondertussen ontpopte Jeffrey zich met flair als talentvol politicus, die sjorrend aan zijn snoer eiste dat er de volgende keer een draadloze microfoon moet zijn. Na een flink uur werd de discussie beëindigd. Het was een boeiende avond met ervaren politici, aanstormende jeugd en een lekkere pizza.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde Jeffrey als razende reporter bij het verkieizngsdebat in Jongencentrum Express in Uithuizen. Bestel het boek Op verkenning door Het Hogeland op onze site.

donderdag 15 november 2018

Eendenkooi Nieuw Onrust


De vrijwilligers van Het Groninger Landschap stonden me al op te wachten om trots hun eendenkooi te laten zien. Al jaren werken ze elke donderdag in de groene oase aan de Waddendijk om hun kooi weer in oude glorie te herstellen. Vrijwilliger Jur van der Veen leidde me rond. Kooiker Johannes Straat en zijn hond liepen af en toe een stukje mee.

Ooit waren er honderdvijftig eendenkooien in het waddengebied. Tegenwoordig nog geen dertig. In Het Hogeland zijn er drie overgebleven. De Wytsemakooi boven Uithuizermeeden stamt uit de zeventiende eeuw, maar is al lang buiten gebruik. Twee andere kooien zijn nog wel in functie. Ze liggen nog geen kilometer van elkaar in de Westpolder. Bij de boerderij Manneplaats werd in 1897 een kooi aangelegd in een door een dijkdoorbraak ontstane kolk. Een jaar later ontstond de kooi boven de boerderij Nieuw Onrust. Die moest worden uitgegraven, omdat hier geen kolk was.

Jur liet me Nieuw Onrust zien. Hij legde uit hoe de vangpijpen in de hoeken van de plas werkten. Door de kooiker afgerichte eenden (zogenaamde “wilde staleenden”) lokten ’s nachts voorbijtrekkende eenden vanaf het Wad mee naar hun kooi, vertelde Jur. Daar werden de meegelokte eenden door “tamme staleenden” verleid om de vangpijpen in te zwemmen, op zoek naar voedsel. De kooikerhond joeg hen verder op, waardoor de eenden zich in paniek vastvlogen in de vangpijpen. Aan het eind van de vangpijp draaide de kooiker hen de nek om. De eenden werden opgeslagen in een koelkelder op het terrein, maar na een dag of vier lagen ze al op borden in gerenommeerde restaurants in Londen of Parijs. De vraag naar eenden zonder kogels was groot.

In Nieuw Onrust worden momenteel geen eenden gevangen. Eerst moet de kooi door het Gronings Landschap worden hersteld. De vrijwilligers schermen de vangpijpen af met rieten matten en onderhouden het groen. Het duurt nog wel even voor er weer eenden worden gevangen, schat ik in. En als ze gevangen worden is het niet meer voor de consumptie, maar om ze te ringen voor wetenschappelijk onderzoek.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde kooiker Johannes Straat in zijn fotostudio in Eppenhuizen. U kunt de hele serie lezen op Op verkenning door Het Hogeland.

vrijdag 2 november 2018

Donkere nacht


In twee groepen wandelden we afgelopen zaterdag onder leiding van de boswachters van Staatsbosbeheer door het Nationaal Park Lauwersmeer. Eerst voetje voor voetje om aan de duisternis te wennen, maar met vaste tred toen de ogen wat aan de duisternis gewend raakten. Na een half uur liep iedereen zelfs met een hand voor de ogen om niet verblind te worden door het felle maanlicht. Het was de Nacht van de Nacht. Jaarlijks wordt eind oktober aandacht besteed aan het belang van duisternis voor mens en dier. En aan de schoonheid ervan, want een sterrenhemel wordt imposanter naarmate de nacht donkerder is. We hadden geluk. Donkere wolken en een heldere hemel wisselden elkaar in snel tempo af.

Echte duisternis is zeldzaam in het dichtbevolkte Nederland. Ons land is zelfs een van de landen met de meeste lichtvervuiling. Groningen springt er wat beter uit. Volgens recent onderzoek staan we tweede in de eredivisie van provincies met de minste lichtvervuiling. Na Drenthe, maar voor de rest van Nederland. We moeten wel oppassen, want de achtervolgers Friesland en Flevoland hijgen ons in de nek.
Ook binnen Groningen zijn er grote verschillen. Op een kaartje zag ik de stad Groningen en vooral Hoogezand als hel verlichte plekken. Naar het noorden en het oosten van de provincie toe wordt het aan de randen van de provincie steeds donkerder, met uitzondering van een straal rond de industriegebieden bij Delfzijl en in de Eemshaven. De grootste donkere plek van de provincie vond ik in Het Hogeland, ten noorden van de N361 aan het Wad. Grofweg van Baflo tot aan Hornhuizen. Ook in het Nationaal Park Lauwersmeer, p de bodem van de voormalige Lauwerszee, heerst nog duisternis. Niet voor niets werd dat gebied twee jaar geleden uitgeroepen tot Dark Sky Park. Als tweede in Nederland, na de Boschplaat op Terschelling.

Rust en ruimte zijn grote kwaliteiten van Het Hogeland. De duisternis hoort daar zeker bij. Kunstlicht is nuttig, maar overbodig licht is storend. Daarover was iedereen het na afloop van de nachtwandeling eens bij de chocolademelk in het Activiteitencentrum van Staatsbosbeheer.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de heldere hemel in de Nacht van de Nacht. Half december verschijnt “Op verkenning door Het Hogeland” in boekvorm. Bestel het boek met intekenkorting via www.opverkenningdoorhethogeland.nl.