zondag 28 februari 2021

De hoeken van het land


Gisteren was De Telegraaf op zoek naar de hoeken van het land. Het hoogste punt bij Vaals (322,4 meter), het laagste bij Nieuwerkerk aan de IJssel (6,76 meter onder Nieuw Amsterdams Peil), het “verre oosten” bij Bad Nieuwerschans en het “zonnige zuiden” bij Klein-Kuttingen, de zuidelijkste woonplaats van Nederland.

“Wat betreft het noordelijkste onbewoonde punt van ons land komen we uit op het Groningse eiland Rottumerplaat, in het noorden grenzend aan de Noordzee en ten zuiden aan de Waddenzee. Tot 1600 lag hier Rottumeroog, dat stiekem naar het oosten is afgedreven. Dat doet het vanaf 1833 als zandplaats ontstane Rottumeroog overigens ook, waar in 1959 de zuidelijkere gelegen zandplaats Boschplaat aan vastgroeide. Toegang tot het eiland is verboden: slechts twee keer per jaar wordt het betreden om zwerfvuil op te ruimen”. Tot zover het letterlijke citaat uit de krant van Wakker Nederland. Inclusief taalfouten en historische vergissingen, want helemaal uitgeslapen was de journalist blijkbaar niet toen het stukje af moest.

Het noordelijkste puntje van het Nederlandse vasteland ligt overigens boven Uithuizermeeden, stelt De Telegraaf terecht vast. Wijd en zijd bekend als de Noordkaap. Sinds een jaar of vijftien staat daar het kunstwerk “de Hemelpoort” van de toen in Usquert wonende René de Boer. In de gemeenteraad van Eemsmond ontstond indertijd discussie of het monument wel zo mocht heten. De ChristenUnie had dat liever niet. Zelf vroeg ik me (toen als raadslid) af aan welke kant van de dijk nu eigenlijk de hemel was: op het Wad of in de polder? Die vraag heeft het college van B&W nooit officieel beantwoord.

Erik de Graaf

PS: de foto maakte ik in oktober 2016 op het noordelijkste puntje van Rottumerplaat. Dit stukje verscheen ook op de site van de Vrienden van Rottum

donderdag 18 februari 2021

Elfhonderd bomen voor Domie

In 1947 schreef Johanna Ader-Appels de roman Een Groninger pastorie in de storm over de dramatische gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in Nieuw-Beerta. Dominee Bastiaan Jan Ader werd eind 1944 door de Duitsers gefusilleerd. In november vorig jaar verscheen Oorlogen & oceanen met het vervolg van de familiegeschiedenis, geschreven door haar zoon Erik Ader. Voor Blad las ik beide boeken, sprak ik met Erik Ader en struinde ik rond in Nieuw-Beerta en Drieborg. Om het hele artikel te lezen verwijs ik u naar de betere "essentiële" winkel in de provincie Groningen (of bestellen bij Blad). Hieronder volsta met een fragment: 

"Na de dood van Johanna Ader-Appels in 1994 vond Erik Ader bij het uitruimen van het huis in Drieborg brieven en manuscripten van zijn vader. Daaronder een uitgebreid verslag van zijn fietstocht naar Jeruzalem in 1936. Een krankzinnige onderneming volgens de zoon. Dwars door Nazi-Duitsland en door een onrustig Midden-Europa trapte hij naar Turkije en vervolgens via Syrië en Libanon naar het Beloofde Land. Onderweg ziet de eenzame fietser het onheil van een grote oorlog naderen. Thuisgekomen probeerde hij zijn vrouw over te halen om in Cairo voor een zendingskerk te gaan werken of naar de Verenigde Staten te emigreren. Uiteindelijk werd het dus Nieuw-Beerta.
 
Dertig jaar na zijn vader reisde Erik Ader over land zijn vader achterna. Niet op de fiets, maar liftend. Onderweg door Jordanië, Libanon en Syrië (hij komt door nog onbeschadigde steden als Beiroet, Palmyra, Homs en Aleppo) raakt hij onder de indruk van de verhalen over het onrecht in het Midden-Oosten. In Jordanië bezocht hij een vluchtelingenkamp, waar tienduizenden Palestijnen dicht opeengepakt leefden zonder hoop op terugkeer naar hun huizen, akkers en boomgaarden in door Israël bezet gebied. Erik Ader voelde eerste scheuren in zijn Israëlbeeld ontstaan, schrijft hij. 

In Israël bezocht hij verschillende keren het Ds. Aderbos, dat in de jaren vijftig ter herinnering aan de verzetsdaden van zijn vader was geplant. De schok was groot toen hij ontdekte dat voor het aangeplante naaldbomenbos een olijfboomgaard en een Palestijns dorp waren vernietigd. De bewoners waren verdreven. De sporen van het Palestijnse verleden waren weggewist met elfhonderd bomen. Het Midden-Oosten werd een rode draad in het diplomatieke werk van Erik Ader. Als zoon was hij gedreven om het onrecht van het naaldbomenbos voor zijn vader te compenseren: in 2016 plantte hij elfhonderd olijfbomen bij een Palestijns dorp. Rechtvaardigheidsgevoel en verzet zitten in de genen." 

Erik de Graaf 

PS: het hele artikel leest u in Blad - voor Noord-Groningen, nr. 19 (februari/maart 2021) p. 4-8; zie: Blad.