woensdag 10 maart 2010
Hier volgt een zondermelding
Op 10 maart 1966 trouwde prinses Beatrix met Claus von Amsberg. Aan het huwelijk waren vele discussies voorafgegaan over de vraag of het wel verstandig was een Nederlandse kroonprinses te laten trouwen met een Duitser die als 17-jarige als soldaat van de Wehrmacht in Noord-Italië was geweest.
De Toestemmingswet voor het huwelijk werd in 1963 ondanks protesten van oorlogsslachtoffers, verzetstrijders, republikeinen en provo’s door de Staten Generaal goedgekeurd. Het huwelijk werd vastgesteld op 10 maart 1966 en op speciaal verzoek van de prinses zou de plechtigheid in de Amsterdamse Westerkerk plaatsvinden. Het was voor het eerst dat een lid van de koninklijke familie in de hoofdstad zou trouwen. De keuze leidde veel protesten, vooral toen de lokale autoriteiten de blunder begingen om het Anne Frankhuis, om de hoek bij de Westerkerk, als politiepost in te richten.
Waarom moest er nu juist in Amsterdam worden getrouwd, in de stad waar zoveel mensen hadden geleden onder het nazi-regime, vroegen velen zich af. Amsterdam was ook van oudsher veel minder monarchistisch dan bijvoorbeeld Den Haag. Bovendien was het door Provo al een poosje onrustig in de stad. Dit leek vragen om moeilijkheden.
In de laatste maanden voor het huwelijk waren er regelmatig protesten tegen het huwelijk van Beatrix met een Duitser, bijvoorleed:
- veel organisaties zagen af van deelname aan plaatselijke huwelijkscomité’s
- in februari 1966 lieten de televisiereporters Pier Tania en Koos Postema weten te weigeren het huwelijk op tv te verslaan
- veel joden en verzetsmensen sloegen de uitnodiging om het huwelijk bij te wonen af
- van de 45 Amsterdamse gemeenteraadsleden waren er uiteindelijk slechts 21 bij de plechtigheid aanwezig.
Op 23 februari 1966 werd het KRO-programma Van uur tot uur, over de bruidstocht van Beatrix en Claus door Amsterdam, voorafgegaan door de opmerking “Hier volgt een zondermelding”. Het was een verwijzing naar het begin van de speciale aankondigingen van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. KRO-voorzitter Harry van Doorn liet de programmamakers weten dat hij bij een herhaling van “dergelijke zogenaamde grappigheden” tot verstrekkende maatregelen genoodzaakt zou zijn.
De toon was gezet. De rookbom van Provo bepaalt tot op de dag van vandaag het beeld van die tiende maart in 1966. Er was veel discussie en oorlogsgerelateerd protest aan voorafgegaan.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten