Eind maart 1986 meldde de
Groninger Gezinsbode dat archeologisch onderzoek de geschiedschrijving van de stad op zijn kop zette. Was tot dan toe de vermelding van
Cruoninga uit 1040 het oudste schriftelijke levensteken, nu waren er schriftelijke bewijzen dat de Groninger stadsgeschiedenis al voor de jaartelling was begonnen.
De bewijzen, een aantal gevonden scherven met het jaartal
“65 voor Chr.”, zouden de volgende dag tentoongesteld worden in de vitrines van het oude inmiddels aan betonrot ten ondergegane nieuwe stadhuis op de Grote Markt.
De huisgenoot die zulke oude resten wel eens zelf wilde zien heb ik vrolijk uitgezwaaid. Het was 1 april.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten