woensdag 14 april 2010
BEFREIUNG
“In de opofferingsvolle, heroïsche stijd versloegen de volkeren van de Sovjetunie het Duitse fascisme. Daaraan hadden ook tienduizenden sovjetische verzetstrijders een bijzonder aandeel”.
De eerste keer dat ik de DDR bezocht was ooit op een studiereis. Berlijn (Hauptstadt der DDR), Dessau (van Bauhaus), Weimar en Leipzig. Vanuit Weimar maakten we een excursie naar Buchenwald. Het was indrukwekkend om over het terrein van het voormalige concentratiekamp te lopen. Rillingen over mijn rug, zoals ik dat later nog vaker ervoer. De permanente tentoonstelling met veel nadruk op de misdadige rol van de grote Duitse bedrijven in het Derde Rijk was verhelderend en bood veel (vaak wat eenzijdige) informatie die in het westen niet graag gehoord werd. Ik was blij met die aanvulling, maar teleurgesteld dat ze naadloos overging in de staatspropaganda over de DDR als antifascistische staat.
De DDR als antifascistische staat. Ik wilde het graag geloven, maar iedere keer dat een kritische vraag over het reëel bestaande socialisme in de DDR werd afgedaan met een verwijzing naar de verschrikkingen onder het nazisme groeide mijn wantrouwen. Dat kon toch niet de bestaansgrond, de enige rechtvaardiging voor het bestaan van de DDR zijn?
In Leipzig kocht ik een mapje met houtsneden van ene professor W. Dozenko, een voormalig gevangene uit Sachsenhausen. Erinnert euch, Menschen, heette het mapje. Een begeleidend briefje was erg eenzijdig over het eind van de oorlog (zie citaat hierboven). Toch vond ik de houtsneden altijd indrukwekkend. Een over de bevrijding van het concentratiekamp Sachsenhausen op 22 april 1945 heeft jaren op mijn kamer gehangen.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten