In augustus 1977 was de Oost-Duitse communistische dissident Rudolf Bahro druk bezig met de laatste voorbereiding voor de publicatie van een boek met kritiek op het socialisme in de DDR. Enkele weken later zou het, zeer tegen de zin van de Oost-Duitse autoriteiten, onder de titel Die Alternative in West-Duitsland uitkomen.
Bahro besprak met een vriend hoe hij kopieën van het ruim 300 pagina’s dikke manuscript aan een aantal personen in de DDR en in andere Oost-Europese landen kon versturen. Nog diezelfde dag verklikte de vriend, die achteraf helemaal geen vriend maar een Stasi-spion bleek te zijn, het aan de geheime dienst. Door specialisten van de Stasi werden de kopieën radioactief gemarkeerd, waardoor binnen enkele dagen zeventien exemplaren konden worden onderschept.
Bahro werd gearresteerd en tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1979 werd hij door West-Duitsland vrijgekocht. Anderhalf jaar later diende deze kwestie (zonder dat Bahro’s naam overigens werd genoemd) aan de Juridische Hogeschool van het Ministerie van Staatsveiligheid als case hoe met behulp van radioactieve markeringen politieke tegenstanders en hun netwerken konden worden opgespoord.
Tien jaar geleden werd de inzet van radioactiviteit tegen politieke tegenstanders in de DDR onderzocht. Aanleiding was de dood van de drie prominente Oost-Duitse dissidenten tussen 1997 en 1999. Bij alledrie was de doodsoorzaak een relatief zeldzame kanker. Tijdens zijn jarenlange ziekteproces had de schrijver Jürgen Fuchs regelmatig het vermoeden uitgesproken dat zijn kanker “niet godgewild, maar mensengemaakt” was.
Bahro besprak met een vriend hoe hij kopieën van het ruim 300 pagina’s dikke manuscript aan een aantal personen in de DDR en in andere Oost-Europese landen kon versturen. Nog diezelfde dag verklikte de vriend, die achteraf helemaal geen vriend maar een Stasi-spion bleek te zijn, het aan de geheime dienst. Door specialisten van de Stasi werden de kopieën radioactief gemarkeerd, waardoor binnen enkele dagen zeventien exemplaren konden worden onderschept.
Bahro werd gearresteerd en tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1979 werd hij door West-Duitsland vrijgekocht. Anderhalf jaar later diende deze kwestie (zonder dat Bahro’s naam overigens werd genoemd) aan de Juridische Hogeschool van het Ministerie van Staatsveiligheid als case hoe met behulp van radioactieve markeringen politieke tegenstanders en hun netwerken konden worden opgespoord.
Tien jaar geleden werd de inzet van radioactiviteit tegen politieke tegenstanders in de DDR onderzocht. Aanleiding was de dood van de drie prominente Oost-Duitse dissidenten tussen 1997 en 1999. Bij alledrie was de doodsoorzaak een relatief zeldzame kanker. Tijdens zijn jarenlange ziekteproces had de schrijver Jürgen Fuchs regelmatig het vermoeden uitgesproken dat zijn kanker “niet godgewild, maar mensengemaakt” was.
De bestralingen in het ziekenhuis hadden bij hem dezelfde symptomen teweeggebracht als de regelmatige fotosessies in de Stasi-gevangenis Hohenschönhausen aan het eind van de jaren zeventig. Omdat in december 1989 bij de bezetting van de Stasi-gevangenis in Gera achter een gordijn in de fotoruimte een “onorthodox geconstrueerd” röntgenapparaat was ontdekt eisten de vrienden van Fuchs na diens dood een diepgaand onderzoek.
De onderzoekers hadden geen documenten kunnen opsporen, die onomwonden bewezen dat de Stasi in haar gevangenissen doelgericht en opzettelijk door middel van radioactieve straling de gezondheid van politieke tegenstanders had willen schaden. Maar uit het onderzoek kwam wel naar voren dat ze op ruime schaal gebruik had gemaakt van haar vrijwel onbeperkte toegang tot röntgenapparatuur en radioactief materiaal in de DDR en daarbij de risico’s voor de gezondheid van mensen (en niet alléén van dissidenten) op de koop toe had genomen.
Of Rudolf Bahro in 1997 aan kanker overleed omdat hij zijn manuscripten twintig jaar eerder eigenhandig inpakte en verstuurde blijft altijd een vraag. Duidelijk is wel dat de Stasi, ook al is opzet niet bewijsbaar, bewust grote risico’s voor de gezondheid van haar kritische burgers nam.
Erik de Graaf
De onderzoekers hadden geen documenten kunnen opsporen, die onomwonden bewezen dat de Stasi in haar gevangenissen doelgericht en opzettelijk door middel van radioactieve straling de gezondheid van politieke tegenstanders had willen schaden. Maar uit het onderzoek kwam wel naar voren dat ze op ruime schaal gebruik had gemaakt van haar vrijwel onbeperkte toegang tot röntgenapparatuur en radioactief materiaal in de DDR en daarbij de risico’s voor de gezondheid van mensen (en niet alléén van dissidenten) op de koop toe had genomen.
Of Rudolf Bahro in 1997 aan kanker overleed omdat hij zijn manuscripten twintig jaar eerder eigenhandig inpakte en verstuurde blijft altijd een vraag. Duidelijk is wel dat de Stasi, ook al is opzet niet bewijsbaar, bewust grote risico’s voor de gezondheid van haar kritische burgers nam.
Erik de Graaf
PS: in 2000 publiceerde ik hierover in VeeDee/AMOK
Geen opmerkingen:
Een reactie posten