donderdag 26 januari 2012

Torenval in Warffum


Eerder deze week schreef ik over de bezetting van een boortoren van de Nederlandse Aardolie Maatschappij, de NAM, op 25 januari 1977. De sensationele actie, die veel publiciteit kreeg, wordt beschreven in een hoofdstuk van de roman Torenval van Jan Folkerts. Vijfendertig jaar geleden was Folkerts de journalist van de Nieuwe Revu, die als een van de vijf actievoerders een dag in de 34 meter hoge boortoren zat. Gisteren was hij opnieuw in Warffum om in de bibliotheek uit zijn debuutroman voor te lezen.

Atoomtegenstanders vermoedden in 1977 dat de NAM vanuit een proefboorlocatie in Warffum onderzoek deed naar opslagmogelijkheden voor radioactief afval in de zoutkoepels onder Pieterburen, een kilometer of acht westwaarts. Vijf actievoerders klommen met proviand voor een dagenlang verblijf in de 34 meter hoge boortoren, tot stomme verbazing van de NAM-werknemers en de plaatselijke autoriteiten. In het Provinciehuis in Groningen werd een crisiscentrum opgericht onder leiding van Commissaris van de Koningin Toxopeus. “Voor vijf mensen met vreedzame bedoelingen in een boortoren tuigen ze de boel wel heel erg op”, schamperden de actievoerders in de roman.

Afgelopen zondag schreef ik al dat het mij niet altijd duidelijk was waar de roman op waargebeurde feiten berustte en waar de fictie begon. Een volgens de roman gebeurd ongeluk met grote gevolgen kon niet in overeenstemming met de werkelijkheid zijn, want dan lag dat nog veel verser in de collectieve Warffumer herinnering.

Wie zou ik kunnen vragen om de regionale versie te horen? Ik besloot oud-burgemeester Ayolt Kloosterboer van Warffum te bellen. De inmiddels 96 jaar oud-bestuurder herinnerde zich de actie nog als de dag van gisteren. Zo vaak was er tenslotte niet zoiets aan de hand in het 2500 inwoners tellende dorp. Hij vertelde me over de risico’s, die de actievoerders hadden gelopen. Ze wisten bijvoorbeeld niet dat de NAM elk moment op twee kilometer oer het aardoppervlak het gas kon bereiken, vertelde Kloosterboer. "Als het boorgat dan niet op tijd zou worden toegedekt bestond er een gevaar op een zogenaamde blow out, waarbij gas aan het aardoppervlak komt”, aldus Kloosterboer. Dat was de reden dat het crisisteam de actie zo snel mogelijk wilde beëindigen. Of de arbeiders van de NAM zich van dat gevaar bewust waren valt te betwijfelen als je op oude filmpjes ziet hoe ze naast het boorgat staan te roken.

In Groningen werd enkele uren na het begin van de actie besloten om de bezetters met een brandspuit uit de boortoren te jagen. Kloosterboer weigerde dat bevel op te volgen. Hij wist dat dat met de kou en de snijdende wind op een smalle, 34 meter hoge toren te gevaarlijk was. Ter plekke werd op zijn initiatief een hoogwerker in elkaar gelast, waarmee de bezetters in de loop van de avond naar beneden werden gehaald. Toen Kloosterboer ’s avonds bij het crisiscentrum in Groningen verscheen begroette Commissaris van de Koning Toxopeus hem met de woorden “daar is de man die mijn bevel niet heeft opgevolgd”. Kloosterboer antwoordde dat het wél goed was afgelopen, waarop Toxopeus hem feliciteerde en zei dat hij het goed had gedaan.

De boortorenbezetters werden de volgende ochtend vrijgelaten. Dezelfde dag bereikte de NAM het gas onder Warffum. Volgens Kloosterboer had het slecht kunnen aflopen als dat tijdens de bezetting was gebeurd. De actievoerders waren zich daarvan niet bewust. In de roman komt het niet aan de orde.

Erik de Graaf

Geen opmerkingen:

Een reactie posten