Het “wonder van Bern” in 1954 werd achteraf beschouwd als
het officieuze begin van West-Duitsland. De Bondsrepubliek was officieel al in mei
1949 gesticht. Vijf maanden later volgde de stichting van het communistische
Oost-Duitsland, oftewel de Duitse Democratische Republiek (DDR). Twee
Duitslanden voor de “hoge” prijs van één. De Koude Oorlog kon beginnen.
Na de 3-2 tegen Hongarije gooiden de West-Duitsers flink
wat schroom van zich af. Het doorzettende economische succes van het Wirtschaftswunder
deed de rest. De naoorlogse tijd startte definitief. En als de naoorlogse tijd voor
de Duitsers (pardon: West-Duitsers) op 4 juli 1954 van start ging kun je ook stellen
dat de oorlog op dat moment eindigde. Met een laatste gewonnen slag, tegen
Hongarije.
Sinds twee weken weten we door het uitlekken van een
studie naar doping in de West-Duitse sport dat die laatste slag in Bern met behulp van een
“militair” middel werd gewonnen. De West-Duitse wereldkampioenen van 1954 snoepten
Fliegerschokolade om de strijd in hun
voordeel te beslechten. Die repen bevatten het pepmiddel pervitine oftewel
methamfetamine. Piloten van de Luftwaffe
kregen het in de Tweede Wereldoorlog mee op lange vliegtochten om Engelse
steden te bombarderen. Het dempte de angst, verdreef de vermoeidheid en
verhoogde het concentratievermogen. In de Wehrmacht werden de soldaten er aan het front mee
wakker gehouden. Daar heette het alleen Panzerschokolade. Blijkbaar hielp het ook om wereldkampioen voetbal
te worden.
Fliegerschokolade
was vanaf 1949 schering in inslag in het West-Duitse voetbal, las ik onlangs op
mijn Zuid-Franse camping in de Süddeutsche
Zeitung. Jarenlang, zeker tot 1954. Dan vraag ik me af of daardoor geen
voetballers in de vernieling zijn geraakt. Flieger- danwel Panzerschokolade
kon tot zware verslavingen leiden. Een poosje geleden schreef ik over deBerlijnse fotograaf Hein Gorny, die de chocola at om ’s nachts door te kunnen
werken. Vanaf 1954 tot aan zijn dood in 1967 verbleef hij vaak in
ontwenningsklinieken. Ik ben benieuwd bij wie hij op de gang woonde.
Erik de Graaf