Het
monument van 102.000 stenen op de appèlplaats van Kamp Westerbork heeft de vorm
van Nederland. Limburg is goed herkenbaar, de Zeeuwse eilanden en ook het
IJsselmeer. In het noorden zie je de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de
Lauwersmeer tot aan de Dollard toe. Elke steen staat voor iemand die vanuit
Westerbork naar de Duitse vernietigingskampen getransporteerd werd en niet
terugkwam.
Op
de plek van Warffum staat een foto van Benjamin en Sara Broekema met hun
dochters Reina en Rachelina. Gemaakt op het plaatsje achter hun woning aan de Oosterstraat. Benjamin vertrok in 1942 naar Westerbork,
nadat hij een oproep had ontvangen zich bij het station in
Warffum te melden. Boer Harrenstein van de boerderij Groot Hoysum had hem nog verteld
dat hij beter kon onderduiken, maar uit angst voor de gevolgen voor zijn gezin
meldde hij zich toch bij de trein. Broekema was slager, schrijver en socialist.
Hij schreef een streekroman, tientallen korte verhalen, ruim veertig
toneelstukken in het Gronings en honderden columns in het socialistische
dagblad Het Volk. Hij was
een dorpsmens, speelde jarenlang voetbal bij VV Warffum, maar ook trompet bij
de plaatselijke fanfare Euphonia.
Op 15
juli 1942 zat Benjamin Broekema in de eerste trein, die vanuit Westerbork naar
Auschwitz vertrok. Daar werd hij op 17 augustus vermoord, 38 jaar oud. Drie
maanden later waren zijn moeder Reina, zijn vrouw Sara en zijn dochters Reina
(6) en Rachelina (3) aan de beurt. Voordat zij naar Westerbork
vertrokken naaiden buurvrouw Kuilder en een zoon van kleermaker Medendorp van de overgordijnen en
een tafelkleed lange broeken en capuchons voor de kinderen. Het werd tenslotte
snel winter. Van de stof die overbleef maakte Medendorp rugzakjes voor
onderweg.
Van die
warme kleding hebben ze weinig plezier gehad. Op 19 november 1942 werden ze
vermoord in de gaskamers van Auschwitz. Een
gezin uit Warffum. Vier steentjes op de appèlplaats
in Westerbork.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten