Het was gebeurd in die rampnacht van 31 januari op 1 februari. Vliegende storm met uitschieters tot windkracht 11, draaiend vanuit noordnoordwest, deed het water razendsnel stijgen tot het de oude zeedijken overstroomde en wegsloeg. Het Vrije Volk berichtte enkele dagen later dat vader en zoon Van Mourik in Goes in veiligheid waren. De rest van het gezin was in Capelle verdronken, net als nogeens 38 van de honderd dorpsbewoners. De ramp maakte een einde aan het bestaan van Capelle, dat in enkele eeuwen van strijd tegen het water al van kerkdorp tot kerkloos gehucht was geworden.
Een Reconstructiecommissie besloot in de loop van 1953 het verwoeste gehucht niet te herbouwen, maar te "bevriezen". Slechts twee overeind gebleven huizen en enkele boerderijen in de omgeving mochten worden behouden. Verder was Capelle voorgoed slachtoffer van de zee. Op het kerkhof staat nog wel een monument voor de 42 verdronken inwoners van een verdronken dorp.
Gelukkig is de ene storm de andere niet en zijn na 1953 maatregelen genomen om een herhaling te voorkomen. Maar de volgens het KNMI te verwachten zuidwester storm wakkert wel de herinnering aan. Storm en herinnering vormen een combinatie, waarvan het Zeeuwse deel van mijn familie lang onrustig werd.
Erik de Graaf