donderdag 25 februari 2010
Bedreigd bestaan: krimp in Noord-Groningen
In 1959 verscheen Bedreigd Bestaan, een rapport over de sociale, economische en culturele situatie in Noord-Groningen. “Een gevoel van onbehagen en ongerustheid over de ontwikkelingsgang van Noord-Groningen” was in 1955 aanleiding om de Stichting Noord-Groningen op te richten, die als doel had “het verder ontsluiten van Noord-Groningen en het bevorderen van de economische, sociale en culturele belangen van dit gebied”. Een van de inititiefnemers was de toenmalige burgemeester van Warffum Molly Geertsema, de latere VVD-minister van Binnenlandse Zaken.
Het gevoel van onbehagen en ongerustheid van 1955 was te verklaren vanuit grote veranderingen in de agrarische samenleving. Veel jonge landarbeiders vertrokken naar de industriële centra van het land, omdat daar meer werk en inkomen was. “Noord-Nederland heeft een opvallend groot vertrekoverschot”, was een belangrijke constatering van het onderzoek. Daardoor kwamen de voorzieningen in de kleine dorpen onder druk te staan.
De situatie van 1955 doet sterk denken aan de huidige omstandigheden in Noord-Groningen. De bevolkingskrimp bepaalt opnieuw de discussie in Noord-Groningen en enkele andere perifere gebieden in Nederland. Jongeren trekken weg, er worden minder kinderen geboren, de vergrijzing zet door en… de voorzieningen komen opnieuw onder druk te staan. Tijd voor een nieuw onderzoek.
Vijftig kaar na dato is vorig jaar het onderzoek Bedreigd Bestaan 2009 gestart. Sinds enkele weken kunnen “mensen die momenteel in Noord-Groningen wonen of in het verleden in het gebied gewoond hebben” een online-vragenlijst invullen. Hoe ervaren Noord-Groningers hun leefomgeving? Daarop komt de onderzoeksvraag van 2009 in het kort neer. Het huidige onderzoek zal veel informatie opleveren, maar waarschijnlijk geen vijftien pagina’s lange lijst met conclusies en aanbevelingen zoals in 1959. Vul de vragenlijst even in (als je tenminste tot de doelgroep behoort). Ik ben benieuwd naar de uitkomsten.
Erik de Graaf
PS: bekijk voor meer info de site van Bedreigd Bestaan en wordt vriend van de Bedreigd Bestaan Hyves (bij 2000 leden levert dat mijn zoon een I-pod op).
woensdag 24 februari 2010
Aprѐs ski
Verdwenen samenleving op de foto
In 1916 kocht de 22-jarige Jacob Molenhuis uit het Groningse Kruisweg voor 45 gulden een fotocamera met statief van stoffenhandelaar annex fotograaf Onno Wolthuis uit Leens. Wolthuis had geen zin meer om zoveel tijd in de donkere kamer door te brengen. Aan Molenhuis was het tweedehandsje goed besteed. Tot 1972 maakte hij er naar schatting 30.000 glasplaatnegatieven mee, waarvan er na zijn overlijden in 1987 ongeveer 6500 werden teruggevonden in zijn woning, fotostudio en fietsenwerkplaats.
Op de fiets of op zijn motor, met camera en statief achterop, reisde Molenhuis door de regio om huwelijken, jubilea en toneeluitvoeringen vast te leggen. Duizenden mensen portretteerde hij. Bij hen thuis, op locatie of later in zijn fotostudio boven zijn fietsenwerkplaats in Kruisweg. Ook maakte hij herinneringsfoto’s van zieken en overledenen. Vaak werd de kist rechtop gezet om de overledene beter voor de lens te krijgen.
Het oeuvre van Molenhuis heeft zowel grote historische als culturele waarde. Bijna zestig jaar lang legde Molenhuis het leven in de verdwenen besloten agrarische samenleving van Noordwest-Groningen vast. Van de robbenjacht op de Waddenzee in 1917 tot een bezoek van koningin Wilhelmina aan het gebied in 1919. En van twee spelers van de plaatselijke voetbalclub (zie foto) tot de synagoge in Leens. In de Tweede Wereldoorlog portretteerde hij in zijn studio Duitse soldaten, die blijkbaar een foto naar het thuisfront wilden sturen. Maar Molenhuis maakte ook pasfoto’s voor het verzet.
In 1997 kreeg Molenhuis postuum culturele erkenning, doordat twee van zijn foto’s werden opgenomen in het internationaal vermaarde Photography Book van Phaidon. Eind vorig jaar verscheen een prachtig overzichtswerkje van Bertus Fennema bij Uitgeverij Noordboek: Jacob Molenhuis – Fotograaf van een verdwenen samenleving. Een verrukkelijk boekje.
Erik de Graaf
maandag 22 februari 2010
Balkenende V: vandaag al?
Voor de één een droom, voor de ander een nachtmerrie: het kabinet-Balkenende V. Het CDA-bestuur heeft Balkenende naar voren geschoven als lijsttrekker voor de komende Tweede Kamerverkiezingen en het volgende Balkenende-kabinet is dus niet ondenkbaar.
Na de verkiezingen?
Balkenende V zou er weleens eerder kunnen zijn dan we denken. Bijvoorbeeld vandaag nog als rompkabinet van CDA en CU (eventueel met gedoogsteun van VVD en PVV) om op de winkel te passen en met als enige taak de voorbereiding van verkiezingen in mei. De PvdA-ministers hebben ontslag genomen. Bovendien is de werksfeer met CDA en PvdA ondraaglijk, stel ik me voor.
Overigens was Balkenende III ook zo’n kabinet, nadat D66 uit Balkenende II was gestapt. Dat rompkabinet schreef de Tweede Kamerverkiezingen van november 2006 uit en “regeerde” tot Balkenende IV in februari 2007 geformeerd was. Het was dus niet zo dat er alle vier de Balkenende-kabinetten struikelden. Het derde kon onmogelijk vallen.
Het overigens iemand Willem Alexander gezien bij de gouden Wüst-rit? Ik niet. Had hij er vannacht weinig vertrouwen in of is hij halsoverkop naar huis vertrokken om stage te lopen bij zijn moeder?
Erik de Graaf
Na de verkiezingen?
Balkenende V zou er weleens eerder kunnen zijn dan we denken. Bijvoorbeeld vandaag nog als rompkabinet van CDA en CU (eventueel met gedoogsteun van VVD en PVV) om op de winkel te passen en met als enige taak de voorbereiding van verkiezingen in mei. De PvdA-ministers hebben ontslag genomen. Bovendien is de werksfeer met CDA en PvdA ondraaglijk, stel ik me voor.
Overigens was Balkenende III ook zo’n kabinet, nadat D66 uit Balkenende II was gestapt. Dat rompkabinet schreef de Tweede Kamerverkiezingen van november 2006 uit en “regeerde” tot Balkenende IV in februari 2007 geformeerd was. Het was dus niet zo dat er alle vier de Balkenende-kabinetten struikelden. Het derde kon onmogelijk vallen.
Het overigens iemand Willem Alexander gezien bij de gouden Wüst-rit? Ik niet. Had hij er vannacht weinig vertrouwen in of is hij halsoverkop naar huis vertrokken om stage te lopen bij zijn moeder?
Erik de Graaf
zondag 21 februari 2010
Beethoven op 45 toeren
Eergisteren droomde ik lekker weg tijdens de Negende van Beethoven, uitgevoerd door het Noord-Nederlands Orkest in de Groningse Oosterpoort.
In 1979 was ik in het kader van mijn studie een weekje in München. Ik was te gast bij een zakenrelatie van mijn vader, die me aanvankelijk bevreemd aanstaarde toen hij me met mijn lange haren, mijn versleten spijkerbroek en mijn adidassen ontving. In de loop van de week kreeg hij toch wel schik in zijn “onverzorgde” gast uit Nederland, want ik bleek meer belangstelling voor de Duitse cultuur en geschiedenis te hebben dan al zijn eigen verwende zoons bij elkaar (en hij had er een stuk of vier). Hij nam me mee naar musea, naar de zomerresidentie van het Beierse vorsten en naar het Hofbräuhaus (ook cultuur, maar voor mij vooral geschiedenis).
Toen ik thuiskwam met een kaartje voor Beethovens opera Fidelio in het Nationaltheater (een staanplaats op het hoogste balkon voor 4 mark) dacht mijn gastheer me ter voorbereiding een lesje in Duitse muziekgeschiedenis te leren. “Slechts één opera had Beethoven geschreven en maar liefst negen symfonieën”, doceerde hij. Uit de kast haalde hij zijn LP met de Negende om hem mij te laten horen. “Luister goed, dit wordt fantastisch”, beloofde hij en plaatste de naald vlak voor het vierde deel op het vinyl.
Na de eerste tonen keek ik hem lachend aan. “Zo snel heb ik Beethoven nog nooit horen spelen”, wilde ik zeggen, maar mijn gastheer staarde doodserieus genietend naar het plafond. Even twijfelde ik nog aan mezelf, maar al snel wist ik zeker dat de LP op 45 in plaats van op 33 toeren werd afgespeeld. Pas minuten later, bij de veel te snelle en te schelle Ode an die Freude werd het ook mijn gastheer duidelijk dat hier iets niet klopte. Beschaamd sloot hij zijn muziekles af.
Erik de Graaf
zaterdag 20 februari 2010
Van Drees IV tot Balkenende IV: elf keer BOEM!
Op 12 december 1958 hoorde ik het laatste kabinet-Drees vallen. Mijn ledikantje schudde op zijn grondvesten, want ik was nog maar elf maanden en twee dagen. Gisteren maakte ik voor de elfde keer een kabinetsval mee, nu van Balkenende IV.
BOEM - PAUKESLAG - BOEM!
In 1958 was de rek na twaalf jaar uit de rooms-rode samenwerking. Net als nu waren de coalitiepartners op elkaar uitgekeken. De lange gezichten van PvdA-premier Drees en KVP-leider Romme (zie cartoon) spreken boekdelen en zijn te vergelijken met de gezichtsuitdrukkingen van Balkenende en Bos in de afgelopen dagen. Volgens PvdA-fractievoorzitter Jaap Burger (de Mariëtte Hamer van toen, zeg maar) viel er niet meer te regeren met de katholieke KVP. Volgens Burger dachten de katholieken alleen nog maar aan eigen gewin en viel er nauwelijks nog over de sociaaldemocratische wensen te praten. Het vierde kabinet-Drees struikelde uiteindelijk over een lullig belastingwetje. De PvdA-ministers stelden hun portefeuilles ter beschikking. Een minderheidskabinet van KVP, ARP en CHU (nu bijelkaar dus CDA) regeerde verder tot aan de vervroegde verkiezingen op 12 maart 1959.
Sindsdien haalden nog acht premiers het eind van de rit niet (net als Drees in 1951 al een keer eerder):
- Marijnen in 1965
- Cals ruim een jaar later, na de Nacht van Schmelzer
- Biesheuvel in 1972
- Den Uyl in 1977 (vlak voor de finish, na 1683 dagen)
- Van Agt in 1981
- Lubbers in 1989
- Kok in 2002 (29 dagen voor de verkiezingen, door Srebrenica)
- en tenslotte Balkenende.
Als enige premier stootte Balkenende zich zelfs driemaal aan dezelfde steen. Driemaal struikelde een kabinet-Balkenende. Balkenende III had als voornaamste taak het uitschrijven van vervroegde verkiezingen in november 2006. Vier kabinetten-Balkenende in nog geen acht jaar is een NIEUW NAOORLOGS NEDERLANDS RECORD. En dan hadden de kabinetten ook nog zeer bonte politieke samenstellingen, van LPF en VVD tot Christenunie en PvdA. Vóór de Tweede Wereldoorlog propte alleen Colijn er vier in zes jaar van 1933 en 1939 (en dan hebben we het even niet over Colijns “driemaandskabinetje” van 1925), maar in zijn kabinetssamenstelling was Colijn consistenter.
Vannacht viel Balkenende IV. Het CDA en de PvdA waren overduidelijk op elkaar uitgekeken, net als de KVP en de PvdA in 1958. En weer trok de PvdA de stekker eruit. Gelukkig is daarmee een eind gekomen aan een beschamende politieke episode. Ik hou alleen mijn hart vast voor wat er verder komen gaat.
Erik de Graaf
BOEM - PAUKESLAG - BOEM!
In 1958 was de rek na twaalf jaar uit de rooms-rode samenwerking. Net als nu waren de coalitiepartners op elkaar uitgekeken. De lange gezichten van PvdA-premier Drees en KVP-leider Romme (zie cartoon) spreken boekdelen en zijn te vergelijken met de gezichtsuitdrukkingen van Balkenende en Bos in de afgelopen dagen. Volgens PvdA-fractievoorzitter Jaap Burger (de Mariëtte Hamer van toen, zeg maar) viel er niet meer te regeren met de katholieke KVP. Volgens Burger dachten de katholieken alleen nog maar aan eigen gewin en viel er nauwelijks nog over de sociaaldemocratische wensen te praten. Het vierde kabinet-Drees struikelde uiteindelijk over een lullig belastingwetje. De PvdA-ministers stelden hun portefeuilles ter beschikking. Een minderheidskabinet van KVP, ARP en CHU (nu bijelkaar dus CDA) regeerde verder tot aan de vervroegde verkiezingen op 12 maart 1959.
Sindsdien haalden nog acht premiers het eind van de rit niet (net als Drees in 1951 al een keer eerder):
- Marijnen in 1965
- Cals ruim een jaar later, na de Nacht van Schmelzer
- Biesheuvel in 1972
- Den Uyl in 1977 (vlak voor de finish, na 1683 dagen)
- Van Agt in 1981
- Lubbers in 1989
- Kok in 2002 (29 dagen voor de verkiezingen, door Srebrenica)
- en tenslotte Balkenende.
Als enige premier stootte Balkenende zich zelfs driemaal aan dezelfde steen. Driemaal struikelde een kabinet-Balkenende. Balkenende III had als voornaamste taak het uitschrijven van vervroegde verkiezingen in november 2006. Vier kabinetten-Balkenende in nog geen acht jaar is een NIEUW NAOORLOGS NEDERLANDS RECORD. En dan hadden de kabinetten ook nog zeer bonte politieke samenstellingen, van LPF en VVD tot Christenunie en PvdA. Vóór de Tweede Wereldoorlog propte alleen Colijn er vier in zes jaar van 1933 en 1939 (en dan hebben we het even niet over Colijns “driemaandskabinetje” van 1925), maar in zijn kabinetssamenstelling was Colijn consistenter.
Vannacht viel Balkenende IV. Het CDA en de PvdA waren overduidelijk op elkaar uitgekeken, net als de KVP en de PvdA in 1958. En weer trok de PvdA de stekker eruit. Gelukkig is daarmee een eind gekomen aan een beschamende politieke episode. Ik hou alleen mijn hart vast voor wat er verder komen gaat.
Erik de Graaf
zondag 14 februari 2010
Dresden in februari 1945
In de nacht van 13 op 14 februari 1945, 65 jaar geleden, bombardeerden Britse en Amerikaanse geallieerden de Duitse stad Dresden. In twee bommengolven veranderde de stad aan de Elbe in een rokende puinhoop. In de eerste golf werd de stad vernietigd, de tweede golf richtte zich op haar bewoners, die de rivier de Elbe waren ingevlucht.
Er is veel discussie geweest over de achtergronden van het bombardement op Dresden. Was de stad wel een noodzakelijk doelwit? De Russen kwamen al in de buurt en Dresden was vooral een cultuurstad zonder veel militaire doelen. Het bombardement op Dresden wordt niet zelden als geallieerde oorlogsmisdaad beschouwd. Met veel burgerslachtoffers. Schattingen liepen jarenlang uiteen van 25.000 tot 220.000. In 2005 stelde de stad Dresden een commissie van historici in om na te gaan hoeveel mensen werkelijk in de vuurzee om het leven waren gekomen. Na drie jaar onderzoek onderbouwde de commissie dat het er 25.000 moeten zijn geweest. Hogere schattingen kwamen de laatste jaren vooral van extreemrechts.
“De grootste misdaad in de geschiedenis”, zei Schneiderhahn in Het stenen bruidsbed (1959) van Harry Mulisch, dat ik vandaag weer eens tegenkwam in mijn boekenkast. “Tweehonderdvijftigduizend doden in een uur, terwijl de russen al in Bohemen stonden en de oorlog verloren was”. De Amerikaan Norman Corinth, in 1956 op bezoek in Dresden voor een tandartsencongres, was in februari 1945 piloot in de tweede bommengolf en in feite dus oorlogsmisdadiger. De Duitsers als slachtoffers en de geallieerde piloot als dader.
Hoe lastig de discussie over Dresden nog steeds is bleek in het afgelopen weekend. Sinds enkele jaren proberen neo-nazi’s de herdenking van de februarinacht in 1945 naar zich toe te trekken. Gisteren werd hun demonstratie verhinderd door tienduizend tegendemonstranten en de enorme menselijke protestketen van nog eens tienduizend mensen. “De dag moet altijd in de herinnering blijven als de verschrikkelijkste dag in het bestaan van Dresden, maar we moeten ons ook altijd blijven herinneren wie die verrekte oorlog indertijd is begonnen”, sprak de burgemeester tot 15.000 demonstranten met witte rozen.
Erik de Graaf
Er is veel discussie geweest over de achtergronden van het bombardement op Dresden. Was de stad wel een noodzakelijk doelwit? De Russen kwamen al in de buurt en Dresden was vooral een cultuurstad zonder veel militaire doelen. Het bombardement op Dresden wordt niet zelden als geallieerde oorlogsmisdaad beschouwd. Met veel burgerslachtoffers. Schattingen liepen jarenlang uiteen van 25.000 tot 220.000. In 2005 stelde de stad Dresden een commissie van historici in om na te gaan hoeveel mensen werkelijk in de vuurzee om het leven waren gekomen. Na drie jaar onderzoek onderbouwde de commissie dat het er 25.000 moeten zijn geweest. Hogere schattingen kwamen de laatste jaren vooral van extreemrechts.
“De grootste misdaad in de geschiedenis”, zei Schneiderhahn in Het stenen bruidsbed (1959) van Harry Mulisch, dat ik vandaag weer eens tegenkwam in mijn boekenkast. “Tweehonderdvijftigduizend doden in een uur, terwijl de russen al in Bohemen stonden en de oorlog verloren was”. De Amerikaan Norman Corinth, in 1956 op bezoek in Dresden voor een tandartsencongres, was in februari 1945 piloot in de tweede bommengolf en in feite dus oorlogsmisdadiger. De Duitsers als slachtoffers en de geallieerde piloot als dader.
Hoe lastig de discussie over Dresden nog steeds is bleek in het afgelopen weekend. Sinds enkele jaren proberen neo-nazi’s de herdenking van de februarinacht in 1945 naar zich toe te trekken. Gisteren werd hun demonstratie verhinderd door tienduizend tegendemonstranten en de enorme menselijke protestketen van nog eens tienduizend mensen. “De dag moet altijd in de herinnering blijven als de verschrikkelijkste dag in het bestaan van Dresden, maar we moeten ons ook altijd blijven herinneren wie die verrekte oorlog indertijd is begonnen”, sprak de burgemeester tot 15.000 demonstranten met witte rozen.
Erik de Graaf
donderdag 11 februari 2010
De Stasi en de mysterieuze dood van een voetballer
“Ik heb de opdracht tot moord aangenomen, maar niet uitgevoerd”, vertelde de 65-jarige Karl-Heinz Felgner afgelopen dinsdag voor een rechtbank in Düsseldorf, waar hij voor een recente roofoverval moest voorkomen.
Lutz Eigendorf speelde bij Dynamo Berlijn en bovendien zes interlands voor de DDR. Na een vriendschappelijke wedstrijd tegen Kaiserlautern bleef hij achter aan de westkant van het IJzeren Gordijn. Eigendorfs vlucht leidde tot leedvermaak op de tribunes van de concurrerende clubs in de DDR: “Der Eigendorf ist abgehauen, wie kann man da den Bullen vertrauen”, zongen de fans van Union Berlin of Dynamo Dresden. (“Eigendorf is hem gesmeerd, hoe kun je dan de smerissen nog vertrouwen”, maar dan in het Duits op rijm). Dynamo Berlijn was de gehate voetbalclub van de gevreesde Oost-Duitse veiligheidsdienst, de Stasi. De grootste fan, de machtige Stasi-chef Erich Mielke, was tot op het bot verontwaardigd over de vlucht van een van zijn topspelers. Blijkbaar zon hij op wraak.
In maart 1983 kwam Eigendorf ’s avonds een wedstrijd met Eintracht Braunschweig om het leven bij een eenzijdig verkeersongeluk. Onmiddellijk was er twijfel over de toedracht. In zijn bloed vond men een alcoholpromillage van 2,2 promille, terwijl diverse getuigen met zekerheid wisten te vertellen dat hij die avond niet veel had gedronken. Regelmatig deden geruchten de ronde dat de Stasi het ongeluk in scène had gezet.
Na de val van de DDR in 1989 bleek uit Stasi-dossiers dat Eigendorf ook in het westen zonder het te vermoeden omringd was door Stasi-informanten. Een van een was Karl-Heinz Felgner, die in 1980 als oude bekende van Eigendorf door de Stasi naar West-Duitsland werd gesluisd. Al snel werden Eigendorf en Felgner goede vrienden in het westen met gemeenschappelijke herinneringen aan het oosten. Dat schiep blijkbaar een band.
In 2000 maakte de journalist Heribert Schwam een film en een boek over de mysterieuze dood van Eigendorf met de titel Tod dem Verräter (Dood aan de verrader"). In een Stasi-dossier vond hij handgeschreven aantekeningen die erop duidden dat de Stasi Eigendorf op die zondagavond in 1983 had gekidnapped, onder invloed van alcohol had gebracht en hem dronken in zijn auto op de vlucht had gejaagd. In een gevaarlijke bocht zou hij vervolgens zijn verblind door plotseling groot licht van een door de Stasi geparkeerde auto.
Door de uitspraken van "de voormalige Stasi-spion Felgner van afgelopen dinsdag is er weer hoop op opheldering van de oorzaak van het ongeluk cq de moord. De Berlijnse historicus Hubertus Knabe, die enkele jaren geleden een dik boek schreef over de activiteiten van de Stasi in het westen, heeft vandaag alvast bij het Duitse Openbaar Ministerie aangedrongen op heropening van de kwestie-Eigendorf. Moord verjaart tenslotte niet.
Erik de Graaf
PS: klik hier voor het uitgebreide verhaal over Lutz Eigendorf
Lutz Eigendorf speelde bij Dynamo Berlijn en bovendien zes interlands voor de DDR. Na een vriendschappelijke wedstrijd tegen Kaiserlautern bleef hij achter aan de westkant van het IJzeren Gordijn. Eigendorfs vlucht leidde tot leedvermaak op de tribunes van de concurrerende clubs in de DDR: “Der Eigendorf ist abgehauen, wie kann man da den Bullen vertrauen”, zongen de fans van Union Berlin of Dynamo Dresden. (“Eigendorf is hem gesmeerd, hoe kun je dan de smerissen nog vertrouwen”, maar dan in het Duits op rijm). Dynamo Berlijn was de gehate voetbalclub van de gevreesde Oost-Duitse veiligheidsdienst, de Stasi. De grootste fan, de machtige Stasi-chef Erich Mielke, was tot op het bot verontwaardigd over de vlucht van een van zijn topspelers. Blijkbaar zon hij op wraak.
In maart 1983 kwam Eigendorf ’s avonds een wedstrijd met Eintracht Braunschweig om het leven bij een eenzijdig verkeersongeluk. Onmiddellijk was er twijfel over de toedracht. In zijn bloed vond men een alcoholpromillage van 2,2 promille, terwijl diverse getuigen met zekerheid wisten te vertellen dat hij die avond niet veel had gedronken. Regelmatig deden geruchten de ronde dat de Stasi het ongeluk in scène had gezet.
Na de val van de DDR in 1989 bleek uit Stasi-dossiers dat Eigendorf ook in het westen zonder het te vermoeden omringd was door Stasi-informanten. Een van een was Karl-Heinz Felgner, die in 1980 als oude bekende van Eigendorf door de Stasi naar West-Duitsland werd gesluisd. Al snel werden Eigendorf en Felgner goede vrienden in het westen met gemeenschappelijke herinneringen aan het oosten. Dat schiep blijkbaar een band.
In 2000 maakte de journalist Heribert Schwam een film en een boek over de mysterieuze dood van Eigendorf met de titel Tod dem Verräter (Dood aan de verrader"). In een Stasi-dossier vond hij handgeschreven aantekeningen die erop duidden dat de Stasi Eigendorf op die zondagavond in 1983 had gekidnapped, onder invloed van alcohol had gebracht en hem dronken in zijn auto op de vlucht had gejaagd. In een gevaarlijke bocht zou hij vervolgens zijn verblind door plotseling groot licht van een door de Stasi geparkeerde auto.
Door de uitspraken van "de voormalige Stasi-spion Felgner van afgelopen dinsdag is er weer hoop op opheldering van de oorzaak van het ongeluk cq de moord. De Berlijnse historicus Hubertus Knabe, die enkele jaren geleden een dik boek schreef over de activiteiten van de Stasi in het westen, heeft vandaag alvast bij het Duitse Openbaar Ministerie aangedrongen op heropening van de kwestie-Eigendorf. Moord verjaart tenslotte niet.
Erik de Graaf
PS: klik hier voor het uitgebreide verhaal over Lutz Eigendorf
maandag 8 februari 2010
"De totale Duitse Eenheid"
Bondskanselier Helmut Kohl stond er eigenlijk helemaal niet zo goed meer voor aan het eind van de jaren tachtig. Zijn politieke carriere leek op zijn eind te lopen. De val van de Berlijnse Muur in november redde zijn positie.
Op de dag van de val van de Muur op 9 november 1989 was Kohl in het buitenland. Hij brak zijn bezoek aan Polen onmiddellijk af om in West-Berlijn, voor het Rathaus Schöneberg, te worden uitgefloten door een massa, die wel geduldig luisterde naar sociaaldemocraten als Willi Brandt en burgemeester Walter Momper van West-Berlijn en ook naar Kohls minister van buitenlandse zaken Hans-Dietrich Genscher. Er leek echter weinig vertrouwen te bestaan dat bondskanselier Kohl de regie nog in handen had.
Een paar weken na de historische negende november 1989 sloeg Kohl terug met zijn Zehn-Punkte-Programm, dat hij als een soort spoorboekje naar de Duitse Eenheid beschouwde. Voor velen ging dat te snel. Later zou blijken dat zelfs Kohls blauwdruk voor de Duitse Eenheid door de razendsnelle werkelijkheid werd gepasseerd.
De Duitse Eenheid was een historisch beladen begrip. Ook in Nederland. Zelfs premier Lubbers was sceptisch, wat hem later nog belangrijke functies zou kosten. Als Lubbers voor een hoge EU- of NAVO-post ging lag Kohl uit wraak dwars. Maar Lubbers wantrouwen werd breed gedeeld. Wat te denken van de cartoon van Jos Collignon in De Volkskrant in begin 1990. Kohl wordt zo naïef en dom afgebeeld dat zelfs zijn minister Genscher zich schamend aan zijn stropdas opknoopt. “Wollt ihr die totale Einheit?”
Erik de Graaf
Op de dag van de val van de Muur op 9 november 1989 was Kohl in het buitenland. Hij brak zijn bezoek aan Polen onmiddellijk af om in West-Berlijn, voor het Rathaus Schöneberg, te worden uitgefloten door een massa, die wel geduldig luisterde naar sociaaldemocraten als Willi Brandt en burgemeester Walter Momper van West-Berlijn en ook naar Kohls minister van buitenlandse zaken Hans-Dietrich Genscher. Er leek echter weinig vertrouwen te bestaan dat bondskanselier Kohl de regie nog in handen had.
Een paar weken na de historische negende november 1989 sloeg Kohl terug met zijn Zehn-Punkte-Programm, dat hij als een soort spoorboekje naar de Duitse Eenheid beschouwde. Voor velen ging dat te snel. Later zou blijken dat zelfs Kohls blauwdruk voor de Duitse Eenheid door de razendsnelle werkelijkheid werd gepasseerd.
De Duitse Eenheid was een historisch beladen begrip. Ook in Nederland. Zelfs premier Lubbers was sceptisch, wat hem later nog belangrijke functies zou kosten. Als Lubbers voor een hoge EU- of NAVO-post ging lag Kohl uit wraak dwars. Maar Lubbers wantrouwen werd breed gedeeld. Wat te denken van de cartoon van Jos Collignon in De Volkskrant in begin 1990. Kohl wordt zo naïef en dom afgebeeld dat zelfs zijn minister Genscher zich schamend aan zijn stropdas opknoopt. “Wollt ihr die totale Einheit?”
Erik de Graaf
zaterdag 6 februari 2010
Flowers of Manchester: de crash van München 1958
Al jarenlang staat op Old Trafford, het stadion van Manchester United, de klok stil op 15.04 uur. Dat tijdstip verwijst naar het moment dat op 6 februari 1958 op het vliegveld van München een vliegtuig met de selectie van de Engelse topclub verongelukte.
Acht spelers en drie begeleiders van het elftal stierven op de terugweg van een Europa Cupwedstrijd in Belgrado. Een aantal Mancunians, waaronder Bobby Charlton en de trainer Matt Busby, overleefde. Nog lang wierp de ramp een schaduw over de Noord-Engelse textielstad, maar tegelijk was het een extra motivatie op de weg terug naar de voetbaltop.
Op 6 februari 1958 was ik nog geen maand oud, maar tien jaar later verslond ik de voetbalbladen over United. Enorme indruk maakte het verhaal van Brian Kidd, 8 jaar oud ten tijde van het vliegtuigongeluk. Hij nam zich als kleine jongen in een arbeiderswijk van Manchester voor de ramp te wreken, herinner ik me uit een voetbalblad uit 1968. Op zijn 19e verjaardag scoorde hij in de Europa Cupfinale van Manchester tegen Benfica. Ook George Best scoorde en Bobby Charlton, een van de overlevenden, maakte er zelfs twee. Het was een emotionele avond op Wembley. Toen aanvoerder Charlton de cup in ontvangst mocht nemen ging er een zucht van verlichting en gerechtigheid door het stadion.
De nieuwe generatie Manchester United plaatste met de Europa Cup-winst van 1968 een monument voor het United van tien jaar eerder, dat op een winterse dag op het vliegveld van München verongelukte. Vandaag wordt de ramp herdacht aan het begin van de wedstrijd van Manchester United tegen Portsmouth. Een minuut stilte voor de wedstrijd, zwarte rouwbanden en de vlaggen halfstok. De wedstrijd begint om 15 uur (Engelse tijd). Lullig voor Portsmouth, maar het zou mooi zijn als Manchester in de vierde minuut de leiding nam.
Erik de Graaf
PS: meer info op de site van Manchester United
Acht spelers en drie begeleiders van het elftal stierven op de terugweg van een Europa Cupwedstrijd in Belgrado. Een aantal Mancunians, waaronder Bobby Charlton en de trainer Matt Busby, overleefde. Nog lang wierp de ramp een schaduw over de Noord-Engelse textielstad, maar tegelijk was het een extra motivatie op de weg terug naar de voetbaltop.
Op 6 februari 1958 was ik nog geen maand oud, maar tien jaar later verslond ik de voetbalbladen over United. Enorme indruk maakte het verhaal van Brian Kidd, 8 jaar oud ten tijde van het vliegtuigongeluk. Hij nam zich als kleine jongen in een arbeiderswijk van Manchester voor de ramp te wreken, herinner ik me uit een voetbalblad uit 1968. Op zijn 19e verjaardag scoorde hij in de Europa Cupfinale van Manchester tegen Benfica. Ook George Best scoorde en Bobby Charlton, een van de overlevenden, maakte er zelfs twee. Het was een emotionele avond op Wembley. Toen aanvoerder Charlton de cup in ontvangst mocht nemen ging er een zucht van verlichting en gerechtigheid door het stadion.
De nieuwe generatie Manchester United plaatste met de Europa Cup-winst van 1968 een monument voor het United van tien jaar eerder, dat op een winterse dag op het vliegveld van München verongelukte. Vandaag wordt de ramp herdacht aan het begin van de wedstrijd van Manchester United tegen Portsmouth. Een minuut stilte voor de wedstrijd, zwarte rouwbanden en de vlaggen halfstok. De wedstrijd begint om 15 uur (Engelse tijd). Lullig voor Portsmouth, maar het zou mooi zijn als Manchester in de vierde minuut de leiding nam.
Erik de Graaf
PS: meer info op de site van Manchester United
woensdag 3 februari 2010
Raadsverkiezingen vanaf 2014 in mei!
De PvdA-kamerleden Kalma en Heijnen hebben de staatssecretaris gevraagd of de gemeenteraadsverkiezingen voortaan niet kunnen later in het jaar kunnen worden gehouden, omdat de campagnetijd nu veel te koud is. De vragenstellers werden door critici neergesabeld als koukleumen. De SP bood warme mutsen te leen aan en het CDA deed de snert in de aanbieding. En PvdA-chef Bos sprak van een domme fout van zijn onderdanen.
Maar is het echt zo’n domme gedachte?
OK, de timing was uiterst onhandig. De lopende campagnes kun je niet stopzetten. Dat wilden ze volgens mij ook niet, maar zo hebben de critici het natuurlijk wel graag opgevat. Ook de toon was aanstellerig. “Heeft u ook zo te doen met al die vrijwilligers die in de kou campagne moeten voeren?”, vroegen ze inleidend aan staatssecretaris Bijleveld.
Maar los van de domme aanpak zijn de vragen van Kalma en Heijnen misschien zo gek nog niet. Alleen gaat het dan niet in de eerste plaats om de kleumende campagnevoerders, maar om de kiezers. Net als Kalma en Heijnen heb ik jarenlang ervaren dat het nat begon te sneeuwen als ik met mijn verkiezingsfolders de straat opging. En op markten kwam je alleen bibberende kiezers tegen, die zo snel mogelijk weer naar de warme kachel wilden. En gelijk hadden ze …
Zouden die kiezers bij een zonnetje en 20 graden niet veel ontvankelijker voor inhoudelijke lokale verkiezingsargumenten zijn? Het gaat in de lokale politiek toch om het contact met de burgers? Dat is in mei veel eenvoudiger. Dus waarom niet vanaf 2014 in mei?
Erik de Graaf
Maar is het echt zo’n domme gedachte?
OK, de timing was uiterst onhandig. De lopende campagnes kun je niet stopzetten. Dat wilden ze volgens mij ook niet, maar zo hebben de critici het natuurlijk wel graag opgevat. Ook de toon was aanstellerig. “Heeft u ook zo te doen met al die vrijwilligers die in de kou campagne moeten voeren?”, vroegen ze inleidend aan staatssecretaris Bijleveld.
Maar los van de domme aanpak zijn de vragen van Kalma en Heijnen misschien zo gek nog niet. Alleen gaat het dan niet in de eerste plaats om de kleumende campagnevoerders, maar om de kiezers. Net als Kalma en Heijnen heb ik jarenlang ervaren dat het nat begon te sneeuwen als ik met mijn verkiezingsfolders de straat opging. En op markten kwam je alleen bibberende kiezers tegen, die zo snel mogelijk weer naar de warme kachel wilden. En gelijk hadden ze …
Zouden die kiezers bij een zonnetje en 20 graden niet veel ontvankelijker voor inhoudelijke lokale verkiezingsargumenten zijn? Het gaat in de lokale politiek toch om het contact met de burgers? Dat is in mei veel eenvoudiger. Dus waarom niet vanaf 2014 in mei?
Erik de Graaf