zondag 22 april 2012
Verkiezingsspraak
Het kabinet is gevallen. Aan de horizon gloren nieuwe verkiezingen. Eindelijk weer leven in de politieke brouwerij. Na zeven weken van radiostilte mag het weer ergens over gaan.
Maar gaat het ook ergens over? Gistermiddag was onmiddellijk te merken dat Rutte, Verhagen, Wilders en anderen op de campagnespraak zijn omgeschakeld. Eindeloze herhalingen van drie, hoogstens vier kernpunten in steeds dezelfde bewoordingen.
“Het dictaat van Brussel, de koopkracht van de AOW’ers en het belang van Nederland”. De grammofoonplaat staat weer op. Na een half uurtje verkiezingsretoriek had ik er alweer genoeg van. Ik verlangde al bijna naar de radiostilte van de kabinetsformatie. Die laat alleen nog een half jaar op zich wachten.
De verkiezingscampagne van 2012 is begonnen. Ik hoop dat het een inhoudelijke campagne wordt. Spannende debatten, op het scherpst van de politiek-inhoudelijke snede. Maar ik vrees de saaiheid van eindeloze herhalingen.
En de kiezers? “In het begin zullen ze met belangstelling luisteren, maar na de tiende spreker, die precies het omgekeerde beweert van wat zijn voorganger gezegd heeft, zullen ze in een lichte onrust geraken.” Het zijn de woorden waarmee Godfried Bomans 56 jaar geleden de verkiezingscampagne van 1956 op de hak nam. In ruim een halve eeuw is dat dus blijkbaar niet veranderd.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten