Soms hebben grote nederlagen een louterende werking. Een commissie onder leiding van Andrée van Es gaat de oorzaken van de electorale teruggang van GroenLinks onderzoeken. In allerlei analyses worden tal van oorzaken genoemd. Aan de boodschap en aan de politieke leider van GroenLinks kan het niet liggen, begrijp ik ook uit een verklaring op groenlinks.nl. De vraag is of dat klopt. Sinds de laatste succesvolle verkiezingen zijn enkele cruciale ideologische en strategische blunders gemaakt, die een sterk politiek leider niet had mogen laten gebeuren.
Om te beginnen was er de wisseling van de wacht in december
2010. Vrij onverwachts trok Femke Halsema zich terug uit GroenLinks om, zo
luidde in mijn herinnering het belangrijkste argument, haar opvolgster Jolande
Sap zich in alle rust op de volgende verkiezingen te kunnen laten voorbereiden.
Ruim een half jaar eerder had het verkiezingscongres Femke toegestaan de verkiezingskar
nog een keer te trekken, hoewel dat statutair niet nog een periode mocht. Zo’n
dispensatie verleen je eigenlijk niet voor een half jaar. In feite was het ook
een vorm van kiezersbedrog, want 628.096 kiezers hadden op 9 juni 2010 hun
vertrouwen in Femke uitgesproken. Voor
Jolande Sap was dit achteraf de slechtst mogelijke overdracht van het
partijleiderschap.
Als verse partijleider was Jolande Sap bovendien met een
onmogelijk dossier opgescheept: de (militaire) politiemissie naar Kunduz, die
voortvloeide uit een motie van GroenLinks en D66 uit het voorjaar van 2010. De
partijraad stemde tegen GroenLinkse medewerking aan de missie. Erg veel leden
waren uitermate kritisch, maar hun adviezen werden in de wind geslagen. Dat was
een strategische blunder van de fractie onder leiding van Jolande Sap. Ze had
veel ellende kunnen voorkomen als ze toen tot een NEE had besloten. GroenLinks
had door de medewerking aan de politiemissie voor veel leden en kiezers afscheid
genomen van een traditioneel linkse pacifistische of antimilitaristische koers.
De fractie stond mijlenver van haar politieke achterban. Overal in het hele
land leidde deze kwestie tot emotionele discussies. In Groningen heb ik
GroenLinksers van het eerste uur (en van ver daarvoor!) zwaar teleurgesteld hun
lidmaatschap zien opzeggen. Toen de rust enigszins was teruggekeerd heb ik in april
2011 mijn ontslagbriefje aan het partijbureau gestuurd.
Na de val van het Kabinet-Rutte mochten de D66, de
ChristenUnie en GroenLinks de rommel met de restkabinet van VVD en CDA
opruimen. De gretigheid van GroenLinks heeft me indertijd verbaasd. Ik erken
dat GroenLinks een aantal mooie groene, duurzame punten in het Lente- of
Kunduz-akkoord heeft laten opnemen. De vraag is alleen of ze in de komende
formatie overeind blijven. Tegenover die goede punten staan echter ook de foute
punten, die door het akkoord aan GroenLinks zijn blijven kleven, want strikt
genomen heeft de partij door het akkoord ook de verantwoordelijkheid op zich
genomen voor langstudeerboetes, BTW-verhoging, permanente verlaging van de
overdrachtsbelasting op huizen, afschaffing van de OV-reiskostenvergoeding en
andere ongein. De wens om ooit mee te regeren won het mijns inziens van het
gezonde politieke inzicht.
Strategische politieke blunders hebben GroenLinks electoraal
de das omgedaan. De kwesties rond Tofik Dibi en Ineke van Gent waren direct of
indirect een gevolg van de onvrede met de politieke koers en de politieke leiding, die uiteraard
uitvergroot werden doordat de partij toch al in een neerwaartse spiraal zat. Kiezers zijn massaal weggelopen omdat ze zich niet meer politiek
vertegenwoordigd voelden. Dat was al maanden ingezet. Al weken duidden peilingen
op vier á vijf zetels. Door de zuigende werking van de tweestrijd tussen Samsom
en Rutte kon GroenLinks in de laatste week nauwelijks nog zetels verliezen. Ik
ken veel GroenLinksers die met veel tegenzin op hun eigen partij gestemd hebben
en gebruikelijke GroenLinksstemmers, die dat niet meer over hun hart konden
verkijgen.
Hopelijk komt de Commissie Van Es binnenkort met een heldere
analyse. De verkiezingsnederlaag heeft alleen maar nut als ze leidt tot herbezinning op de uitgangspunten van
groene en linkse politiek met stevige systeemkritiek. Terug naar de politieke roots.
Het is de vraag of dat met Jolande Sap als politiek leider kan. De partijtop leek
mij wat voorbarig met de blijdschap over “besluit van Jolande Sap” om aan te
blijven.
Erik de Graaf