Een jaar of duizend
geleden werden twee Bedumers vermoord door de Noormannen. Walfridus werd
onthoofd. Het lijk van zijn zoon Radfridus werd na lang zoeken buiten Bedum in
het riet gevonden. De vader werd in het centrum van het dorp begraven. Op de
plek waar de diepgelovige Walfridus zelf al een houten bidkapel had gebouwd. Die
houten kapel werd door de eeuwen heen de stenen Walfriduskerk. Ook op de plek
waar Radfridus werd gevonden verrees een houten Radfriduskapel, die door de
tijd heen versteende.
Eeuwenlang hadden vader en
zoon hun eigen kapel, pakweg driehonderd meter van elkaar. Allebei werden het bedevaartsoorden,
die pelgrims naar Bedum trokken om de graven van de martelaren te bezoeken. Volgens
middeleeuwse beschrijvingen hebben zich er wonderbaarlijke genezingen
plaatsgevonden. Een blinde werd ziend en een lamme lopend. De Walfriduskerk is
tot op de dag van vandaag met zijn scheve toren beeldbepalend voor Bedum. De
Radfriduskapel werd in de zeventiende eeuw afgebroken. Er herinnert niets meer
aan de kapel van de zoon. Nou ja, bijna niets.
In de jaren twintig en
dertig van de vorige eeuw werd op de plek van Radfridus’ kapel de Kapelstraat
gebouwd. Het werd een straat in de bouwstijl van de Amsterdamse School, met
veel rode Groninger bakstenen en sierlijke metselverbanden. Het werd echter ook
een gewone straat, er werd gewoond en gewerkt. Kruidenier Kauw liet aan de
westkant van de straat zijn winkel bouwen, even verder ontstond een woonhuis
met timmerwerkplaats en op nummer 14 kwam de slagerij van Boer, later de
kruidenierszaak van Streurman. Aan de oostkant verrees de monumentale Openbare
School, waarin tegenwoordig activiteitencentrum De Meenschaar gevestigd is. Je
kunt er nu gitaar leren spelen, een boek lenen, Nederlands leren of schaken. In
het VVV-kantoor op nummer 3 zat vroeger de Bloemisterij en Zaadhandel van
Balkema. In de kwekerij erachter stond ooit de Radfriduskapel. Daar zijn nog
restanten te vinden van de waterput van de kapel. Met een deksel erop, want
gebruikt wordt het niet meer.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde een detail van het pand van kruidenier Streurman op nummer 14.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten