Vandaag hoorde ik dat twee maanden geleden, op 17 november, mijn "ouwe vriend" Erwin Jöris op 101-jarige leeftijd is overleden. Ik heb Jöris driemaal ontmoet. Tweemaal op seminars in Berlijn, eenmaal in 2005 in zijn flat in Keulen waar hij toen al vijftig woonde. Af en toe belde hij me op als hij weer iets interessants te melden had. Met onwaarschijnlijk veel vuur haalde hij tot op het laatst uit naar linkse en rechtse dictaturen. Hij kon uit ervaring spreken. Hij werd al in 1933 als jonge communist door de nazi's in een concentratiekamp opgesloten en pas in 1955 door de communisten uit de Goelag vrijgelaten. Eind 2008 schreef ik een stukje op mijn blog, dat ik hieronder ongewijzigd opnieuw plaats: over een man die tot voor kort zijn mond niet hield.
'De 96-jarige Duitser Erwin Jöris ervoer de regimes van Hitler en Stalin aan den lijve. In 1933 werd hij door de nazi’s opgepakt en pas in 1955 weer door de sovjets uit de Goelag ontslagen. “De ene dictatuur was bruin, de andere rood, maar verder merkte ik nauwelijks verschil.”
Drie weken na de Rijksdagbrand in februari 1933 werd de jonge Berlijnse communist door de nazi’s gearresteerd. Een jaar later werd hij uit het concentratiekamp Sonnenburg ontslagen op voorwaarde dat hij zich niet weer met het communistisch verzet zou bemoeien. Desondanks vertrok hij in 1934 in opdracht van de communistische partij naar Moskou, waar hij al spoedig uit de gratie raakte. In augustus 1937 werd hij door de Russen opgepakt en na anderhalf jaar Ljubjanka (de beruchte KGB-gevangenis in Moskou) bij Brest-Litovsk aan Nazi-Duitsland uitgeleverd. Na enkele maanden in Duitse gevangenschap werd hij vrijgelaten. Opnieuw onder een voorwaarde: nu dat hij bij de Wehrmacht zou dienen. Na vijf jaar oorlog kwam hij begin 1945 in Russische krijgsgevangenschap, maar al in september kon hij naar Berlijn terugkeren. Naar zijn ouders in de Russische bezettingszone.
In 1949 vroeg zijn zwager hem mee te verhuizen naar Düsseldorf. “Dat heb ik toen niet gedaan”, zei hij me twee jaar geleden. “Dat was een blunder. De communisten waren nog niet klaar met me. In 1950 werd ik opnieuw gearresteerd.” Beschuldigd van spionage en verraad werd Jöris veroordeeld tot 25 jaar werkkamp. “Dat je grote bek in Siberië mag dichtvriezen”, voegde de Russische militaire rechter fijntjes aan de veroordeling toe. Hij kwam als dwangarbeider in het uiterste noorden van de Sovjetunie terecht. Met honderdduizenden dwangarbeiders, waaronder 10.000 politieke gevangenen uit de DDR, werd hij daar in kolenmijnen tewerkgesteld. “Eerst moesten we bij 40 tot 50 graden vorst een koelhuis bouwen. Later mocht ik in een kolenmijn werken, waar de temperatuur in ieder geval een stuk draaglijker was”.
Na Stalins dood in maart 1953 werd het regime in de werkkampen milder. Eind 1955 keerde Jöris terug naar Oost-Berlijn. Met zijn vrouw besloot hij de DDR onmiddellijk te verlaten.'
Erik de Graaf
donderdag 23 januari 2014
zaterdag 18 januari 2014
Het Pakket van Kamp en de scheuren in het vertrouwen van Groningen
Onderweg van werk naar huis koop ik elke vrijdagmiddag mijn biologische boterhammen in de natuurvoedingswinkel in Loppersum. Gistermiddag wandelde ik even door naar het gemeentehuis. Het was een paar minuten voor half vijf. Minister Kamp zou bijna aan zijn persconferentie beginnen over gaswinning en aardbevingen in Noord-Groningen.
Op de radio had ik net gehoord dat het aardbevingsgebied
voor 1,2 miljard gecompenseerd zou worden. Mooi bedrag leek me, maar de ruime
financiële regeling deed me het ergste vrezen voor de veiligheidskant van het
verhaal. De informatie over het terugdraaien van de gasproductie, die bepalend
is voor de kans op zwaardere aardbevingen, leek me een enorm gegoochel met
cijfers. Rond Loppersum zou de winning met 80% verminderen. Dat klonk goed,
maar hoeveel procent zou dat zijn op de totale gaswinning?
“De totale
gasproductie uit het Groningerveld wordt voor de jaren 2014, 2015 en 2016
begrensd op respectievelijk 42,5, 42,5 en 40 miljard m3”, zag ik later in een
brief van het Ministerie van Economische Zaken. Dat is dus geen vermindering,
maar geheel conform oude afspraken van de staat met de NAM. Wat in Loppersum
minder gewonnen wordt moet dus elders extra opgepompt worden. Met welke gevolgen?
Niemand weet het echt (zie ook: Herman Damveld op site Co2ntramine).
Ik woon in Warffum,
aan de rand van het aardbevingsgbied. Een kilometer of vijftien ten noordwesten van Loppersum.
Ook aan de rand van het gebied is overal aardbevingsschade zichtbaar. Van grote
tot kleine. Rond mijn dorp zijn eeuwenoude boerenschuren gestut om instorting te voorkomen
en er zijn in honderden huizen duizenden scheuren door de bevingen ontstaan (zie ook: brochure Groninger Bodem Beweging).
Mijn eigen huis hoort bij de kleinere schadegevallen, maar in februari krijg ik
de aannemer over de vloer om voor ruim zesduizend euro aan erkende
bevingsschade te herstellen. Fijn dat het hersteld wordt, maar veel zin heb ik
niet in die overlast.
De gisteren gepresenteerde
maatregelen garanderen onvoldoende veiligheid voor het gebied. De kracht van de
volgende beving kan volgens nieuwe inschattingen nog steeds tot fors zwaarder
dan 4 op de Schaal van Richter oplopen. Het lijkt erop dat het
veiligheidsaspect door een onverwacht ruime financiële regeling wordt
afgekocht. De demonstranten in Loppersum leken dat gistermiddag wel door te
hebben. Klokslag half vijf werden de dranghekken een paar meter voor me
doorbroken en werd het gemeentehuis bestormd. Het is zeer de vraag of het Pakket van Kamp de scheuren in het vertrouwen van Groningen heelt.
Erik de Graaf
donderdag 16 januari 2014
Georg Heym en zijn schaatsdood op de Wannsee
Op 17 januari 1912 schreef de Berliner Zeitung dat de 24-jarige Georg Heym, zoon van de voormalige militaire advocaat Heym uit de Königsweg in Berlijn-Charlottenburg, en de 25-jarige bankierszoon Ernst Balcke bij het schaatsen op de Wannsee waren verdronken. Twee dagen later werden de lijken geborgen en opgebaard op de "zelfmoordenaarbegraafplaats" in Berlijn-Grunewald. Zijn graf kreeg hij later toch in Charlottenburg.
Balcke zou op de schaatstocht over de Wannsee op 16 januari 1912 door het ijs zijn gezakt. Heym zou geprobeerd hebben hem te redden. Georg Heym was nog maar 24 jaar en gold bij zijn dood als veelbelovend dichter en jaren later als "poëtisch hoogtepunt" van het literaire expressionisme. Voorloper en hoogtepunt, want de bloei van zijn stroming maakte hij niet meer mee. Bijna acht jaar na Heyms dood nam Kurt Pinthus dertien van zijn gedichten op in de expressionistische gedichtenverzameling Menschheitsdämmerung. Heym was een van de zes dichters, die de publicatie van de bloemlezing al niet meer meemaakten. Vier anderen sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog.
Heym maakte dus ook de Eerste Wereldoorlog niet mee, maar in zijn bijna apocalyptische gedichten lijkt het alsof hij alle ellende voorvoelde. Zwaarmoedigheid, levensangst en de waanzin van de metropolen voeren de boventoon in gedichten als Die Dämonen der Städte, Die Heimat der Toten en Der Krieg. Geen gezellige kost. Maar 102 jaar geleden heeft hij tenminste nog een lekker stuk geschaatst.
Erik de Graaf
PS: in 2014 besteed ik maandelijks aandacht aan twee van de 23 dichters uit Menschheitsdämmerung.
zaterdag 11 januari 2014
Het Franse leger
Elk jaar vertelt mijn vader het verhaal opnieuw. Gisteravond waarschijnlijk voor de zesenvijftigste keer.
Op de avond van de negende januari waren mijn aanstaande ouders nog
naar een verjaardagsfeestje geweest. Rond middernacht begonnen de weeën. Kort
na drieën besloot mijn vader de verloskundige te gaan halen. Op de fiets trapte
hij van Vlaardingen naar Schiedam. Met een harde, gure wind in de rug. In
Schiedam belde hij de verloskundige uit bed. Het duurde even voor ze klaar was
voor vertrek naar de spoedklus. In omgekeerde richting fietsten zij terug naar
Vlaardingen, nu met een harde tegenwind.
In de Sweelinckstraat naderde de ontknoping. Bovenbuurvrouw Van Stein
was om twee uur ter assistentie de trap afgedaald. “Pffff, pffff”, deed mijn moeder.
“Och meid”, stelde vrouw Van Stein haar gerust, “het komt goed.
Het hele Franse leger is er gekomen”. ‘s Ochtends om half vijf was zij de
eerste die mij trots in de armen nam, terwijl mijn vader met de verloskundige op de
Schiedamsedijk tegen de wind in fietste.
Erik de Graaf
donderdag 9 januari 2014
Nemen - NAM - genomen
Mijn dorpsgenoot Geurt Busser, waddenschilder en vandaag nog
jarig ook, vroeg onlangs de NAM om een
subsidie voor een herdruk van zijn boek “Duurzaam Groningen”. Dat bleek aan het
verkeerde adres, ik vermoed dat Geurt dat ook wel verwachtte. De argumentatie maakte hem wel pissig.
Geurt strijdt vanaf den beginne tegen de gaswinning van de NAM op het
Wad en in Groningen. Tientallen keren maakte hij bezwaar, vaak tot aan de Raad
van State toe. Dat de NAM niet van particuliere initiatieven houdt wist hij al
wel. Hij voelt zich af en toe onbehoorlijk bedonderd. En terecht.
Vandaag stuurde hij een pissige brief. Iedereen mag
ondersteunen. Ik publiceer hem hieronder:
Warffum 9- 1- 14
Geachte directie van NAM Assen,
Natuurlijk had ik moeten weten dat u niet gesteld bent op
particuliere initiatieven. Zo heb ik als particulier van 1993 t/m 2007
geprotesteerd, geprocedeerd en gedemonstreerd tegen uw werkzaamheden in Noord- Groningen, Friesland en de Waddenzee. Wij stonden tegenover elkaar op
tientallen hoorzittingen, rechtszaken en 3 keer voor de Raad van State.
U hebt jarenlang verstandige mensen die te goeder trouw
bezwaar hadden tegen uw werkzaamheden het leven onmogelijk proberen te maken.
U huurde “onafhankelijk” wetenschappelijk onderzoek in maar
weigerde pertinent om te luisteren naar écht onafhankelijke wetenschap, of deze
uit het buitenland te halen. Hetgeen vaak geadviseerd is.
Uw onderzoek had alleen ten doel om politici en
natuurorganisaties te manipuleren, zelfs onze nationale milieugoeroe ging hier
gretig en goedbetaald in mee.
U durfde voor ons hoogste rechtsorgaan, de Raad van State,
te verschijnen met een leger van wetenschappers en juristen van 3 ministeries
die in koor beweerden dat u altijd zeer zorgvuldig te werk ging, met de hand
aan de kraan iedere schade kon voorkomen en dat er bij u nooit iets fout ging.
Mensen die op duidelijk aanwijsbare schade en gevaren wezen werden weggehoond.
Ik heb zelfs een officiële klacht in moeten dienen over onfatsoenlijk gedrag
tegenover mij van een Staatsraad, dit tot vermaak van aanwezige leden van NAM
en ministeries. Ik zou hem graag excuus horen maken.
Ik “genoot” van uw bedrijf dezelfde behandeling als o.a.
Meent van der Sluis, die ik onvermijdelijk tegenkwam. Hij wist mijn bezwaren
wetenschappelijk te onderbouwen en ik was blij dat ik een bescheiden bijdrage
mocht leveren aan zijn boek Dutch
Drowning Syndrome.
Als u het Groninger gas wilt blijven winnen zal het roer bij
uw bedrijf drastisch om moeten. Daarbij hoor het opruimen van veel oud zeer!
Ik verwacht dat uw bedrijfscultuur niet houdbaar is. Eén van
uw PR mensen barstte zelfs in huilen uit bij een poging deze te verdedigen.
Ik verwacht dat u zeer binnenkort een bijeenkomst
organiseert voor alle groeperingen uit het aardbevingsgebied.
Ik verwacht dat u iedereen die bij deze (vorige?) cultuur
van uw bedrijf betrokken was uitnodigt.
Ik verwacht van deze aanwezigen verantwoording en excuus.
Ik verwacht van u hetzelfde: verantwoording, excuus én
genoegdoening voor iedereen die jarenlang, terecht, gewezen heeft op de gevaren
van de gaswinning.
Ik verwacht dat u dit, én de huidige aardbeving schade met
dezelfde voortvarendheid aanpakt als uw gaswinning en uw vroegere manipulaties.
Ik verwacht dat u een door mij aan te stellen jurist betaalt
om voor een correcte afhandeling te zorgen.
De presentatie van mijn boek Duurzaam Groningen kan een goede aanleiding zijn.
In ruil zal ik u een exemplaar aanbieden.
Geurt Busser- Waddenschilder
Ps. Om te voorkomen dat u dit afdoet als een onbeduidend
particulier initiatief stuur ik dit
namens Co2ntramine en iedere
medeondertekenaar.
Mensen die wanhopige jaren hebben gekend vraag ik om door te
geven wie u voor deze bijeenkomst uit kunt nodigen.
Misschien bereiken we hiermee ook een regering voor wie
normen, waarden en integriteit alleen woorden zijn om te gebruiken in
verkiezingstijd.
Mede namens …...........
(laat me weten als u zich op wilt geven voor deze, te
houden, bijeenkomst en/ of dit voorstel
steunt. Mail het naar NAM-Communicatie@shell.com en gbusser@xs4all.nl)
vrijdag 3 januari 2014
... en aan de kusten stijgt de vloed!
In de herfst van 1919 bracht Kurt Pinthus zijn expressionistische gedichtenverzameling Menschheitsdämmerung ("de schemering van de mensheid") uit. De bijna vijfennegentigjarige bloemlezing geldt tot op de dag van vandaag als het standaardwerk van het Duitse literaire expressionisme, maar was niet alleen in literair opzicht een hoogtepunt. Het werk ging van hand tot hand in het Duitsland van vlak na de Eerste Wereldoorlog en kreeg al snel een cultstatus. Het was “één felle, verwilderde, letterlijk hartverscheurende kreet om de redding der mensheid, der wereld”, schreef de Nederlandse dichter Hendrik Marsman in 1929.
Pinthus’ bloemlezing presenteerde 23 expressionistische dichters. Zes van hen maakten de publicatie niet meer mee. Vier dichters waren al in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld. Anderen maakten de gruwelen van de loopgravenoorlog van zeer nabij mee. Menschheitsdämmerung is de poëtische verwerking van de Eerste Wereldoorlog, kun je stellen. Of een "abschliessendes Dokument dieser Epoche", zoals Kurt Pinthus in 1922 in een nawoord bij de zoveelste herdruk schreef.
Wereldberoemd werd het eerste gedicht uit de bloemlezing, geschreven door Jakob von Hoddis (Berlijn 1887- Sobibor 1942):
Weltende
Dem Bürger fliegt vom spitzen Kopf der Hut,
In allen Lüften hallt es wie Geschrei.
Dachdecker stürzen ab und gehn entzwei
Und an den Küsten – liest man – steigt die Flut.
Der Sturm ist da, die wilden Meere hupfen
An Land, um dicke Dämme zu zerdrücken.
Die meisten Menschen haben einen Schnupfen.
Die Eisenbahnen fallen von den Brücken.
Het gedicht Weltende verscheen al in januari 1911 in een Berlijns tijdschrift, alsof Von Hoddis de ellende voorvoelde. Voor de militaire dienst was de dichter enkele jaren later volkomen ongeschikt. Al voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 stond hij voortdurend onder psychiatrische behandeling. De rest van zijn leven bracht Von Hoddis grotendeels in inrichtingen door, totaal van de kaart. In 1933 werd hij opgenomen in een joodse inrichting in de buurt van Koblenz, waar vanaf 1940 alle joodse “zenuwzieken” uit het Derde Rijk centraal werden ondergebracht. In 1942 werd hij door de nazi’s in een concentratiekamp vermoord. Sobibor werd Jakob von Hoddis' persoonlijke Weltende.
Erik de Graaf
PS: In 2014 besteed ik maandelijks aandacht aan twee van de 23 dichters uit Menschheitsdämmerung.