Godfried Bomans had het zwaar
op Rottumerplaat in 1971. Hij was dolblij dat hij na een week werd afgelost
door Jan Wolkers. Heel anders dan Bomans was de nieuwe eilandbewoner onmiddellijk
in zijn element. Hij zwierf over het eiland en bouwde aan een omheining met een
bordje "Wolkers:
2x bellen" en een gipsen kop van Beethoven. Wolkers wilde
niet uit de proviandkist eten, maar leven van wat Rottumerplaat aan eetbaars te
bieden had.
Wolkers ging helemaal op in de natuur. Hij bracht de flora van Plaat in kaart en wierp zich op als redder van de fauna. Hij spalkte een gebroken pootje van een scholekster, verkende het kadaver van een zwangere zeehond en verzorgde een uitgeputte jonge rob. Op donderdag werd het dier per helikopter door de luchtmacht naar een zeehondenopvangcentrum op Texel gebracht. "De defensiekosten zijn veel te hoog", oreerde Wolkers, "maar dat mag zo blijven als we het leger omturnen. Stel je voor: de vijand valt binnen en er wordt niet teruggeschoten. Het hele leger is bezig met het redden van jonge zeehondjes". Het was Koude Oorlog, maar ook een tijd van grote zorgen om het Wad. De Waddenvereniging streed tegen de plannen om de hele Waddenzee in te polderen en door milieuvervuiling kwamen de garnalenvisserij en de zeehondenstand in gevaar. In hetzelfde jaar 1971 startte Lenie ’t Hart met haar zeehondenopvang.
Van zijn terugkeer naar de vaste wal maakte Wolkers op 24 juli 1971 een spektakel. Toen de UQ 10 van garnalenvisser Klaas Meijer de haven van Noordpolderzijl binnenvoer zagen honderden toeschouwers hoe Wolkers als zeegod Neptunus op de voorplecht stond. Met een schepnet als drietand en een bord waarop stond dat de UQ 10 te koop was. "Het is een schande, vond hij, “dat Klaas Meijer zijn schip moet verkopen, omdat de Waddenzee vervuilt”. Als dank voor de overtocht wilde Wolkers zijn beeld van Beethoven aan de schipper schenken, maar in alle drukte gaf hij het per ongeluk aan Klaas Meijers tweelingbroer Bé. Driekwart jaar later maakte Wolkers zijn vergissing goed door Klaas een getekende bos bloemen te sturen. De gipsen kop van Beethoven stond nog lang bij de familie van Bé, maar is nu spoorloos. Waarschijnlijk ooit verkocht in de vintagewinkel De Snuisterij aan de Boermanjeweg.
Wolkers ging helemaal op in de natuur. Hij bracht de flora van Plaat in kaart en wierp zich op als redder van de fauna. Hij spalkte een gebroken pootje van een scholekster, verkende het kadaver van een zwangere zeehond en verzorgde een uitgeputte jonge rob. Op donderdag werd het dier per helikopter door de luchtmacht naar een zeehondenopvangcentrum op Texel gebracht. "De defensiekosten zijn veel te hoog", oreerde Wolkers, "maar dat mag zo blijven als we het leger omturnen. Stel je voor: de vijand valt binnen en er wordt niet teruggeschoten. Het hele leger is bezig met het redden van jonge zeehondjes". Het was Koude Oorlog, maar ook een tijd van grote zorgen om het Wad. De Waddenvereniging streed tegen de plannen om de hele Waddenzee in te polderen en door milieuvervuiling kwamen de garnalenvisserij en de zeehondenstand in gevaar. In hetzelfde jaar 1971 startte Lenie ’t Hart met haar zeehondenopvang.
Van zijn terugkeer naar de vaste wal maakte Wolkers op 24 juli 1971 een spektakel. Toen de UQ 10 van garnalenvisser Klaas Meijer de haven van Noordpolderzijl binnenvoer zagen honderden toeschouwers hoe Wolkers als zeegod Neptunus op de voorplecht stond. Met een schepnet als drietand en een bord waarop stond dat de UQ 10 te koop was. "Het is een schande, vond hij, “dat Klaas Meijer zijn schip moet verkopen, omdat de Waddenzee vervuilt”. Als dank voor de overtocht wilde Wolkers zijn beeld van Beethoven aan de schipper schenken, maar in alle drukte gaf hij het per ongeluk aan Klaas Meijers tweelingbroer Bé. Driekwart jaar later maakte Wolkers zijn vergissing goed door Klaas een getekende bos bloemen te sturen. De gipsen kop van Beethoven stond nog lang bij de familie van Bé, maar is nu spoorloos. Waarschijnlijk ooit verkocht in de vintagewinkel De Snuisterij aan de Boermanjeweg.
Erik de Graaf