maandag 31 december 2018
donderdag 27 december 2018
Ter afsluiting in 't Zielhoes
Zestig columns en zestig foto’s.
Otto en ik sloten ons project af aan de vrijdagse stamtafel van ’t Zielhoes in
Noordpolderzijl. Met Jan, Henk, Jan, Henk, Jan en Hendrikus namen het we het jaar
nog een keer door. Later schoven ook Bernhard, Steffen en nog een Jan aan. Het
bier smaakte goed, evenals de bitterballen. Maar tot een goed gesprek over onze
verkenningstocht door Het Hogeland kwam het niet. Bij ons duurt een gesprek gemiddeld vijftien seconden,
zei een van de Jannen.
Veel liever vertelden de mannen van
de stamtafel hun eigen sterke verhalen. Over stormen en bijzondere gasten. Over
Bob Dylan bijvoorbeeld, die in 1995 koffie dronk in ’t Zielhoes. Niemand heeft
het gezien, maar het kan niet anders dan waar zijn. “Dan moeten we zelf maar
evalueren”, vond Otto. We namen de negenenvijftig verhalen nog eens door. We bezochten
alle hoeken van Het Hogeland en verkenden alle buitengrenzen van de nieuwe
gemeente. “Aan drie kanten grenst Het Hogeland aan een Nationaal Landschap of
een Werelderfgoed”, zei ik. “Welke gemeente kan dat zeggen?” We volgden de
lopen van het Reitdiep en het Boterdiep, reden over de Eemshavenweg naar de
stad en namen de trein naar de Eemshaven. Tien stations hebben we binnen de
gemeentegrenzen, telden we. Amsterdam heeft er elf. Wat deden we nog meer? We
ontmoetten Prins Carnaval in Kloosterburen, de Garnalenkoningin in Zoutkamp en
dansten met Op Roakeldais door de straten van Warffum. We doorkruisten het
gebied en wisten weer waarom we hier wilden wonen. Onderweg spraken we met
talloze mensen over hun levens en over hun leefomgeving. “Bedankt voor het
vertrouwen.” Het was ontzettend leuk om te doen. We merkten dat ons project
steeds bekender werd. “Ik lees jullie verhalen elke donderdag met veel plezier”,
vertelde iemand me een paar weken geleden op de markt in Uithuizen. Ik zei dat
alle verhalen in een boek komen, maar dat was niet nodig: hij had ze allemaal
uit de Ommelander geknipt.
“En wie krijgt het eerste exemplaar
van jullie boek”, vroegen de Jannen en de Henken van de stamtafel. “Oh, eh… Bob
Dylan natuurlijk”, antwoordden we.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde de vrijdagse stamtafel in ’t Zielhoes met van
links naar rechts: Jan Luth, Henk Goudappel, Erik de Graaf, Bernard Sleumer,
Hendrikus Kooi, Jan Haas, Jan Toonstra en Henk Kroeske.
Dit waren de zestigste en laatste
column en foto in de serie Op verkenning door Het Hogeland. Alle zestig (+ bonuscolumn)
staan in het boek dat verkrijgbaar is via www.opverkenningdoorhethogeland.nl.
vrijdag 21 december 2018
Storm op de Boschplaat
In de nacht van 22 op 23
december 1894 raasde er een zware storm over Nederland. Op de Waddenzee werden
windstoten van orkaankracht gemeten. De vloed kwam op veel plaatsen hoger dan
ooit. Op Rottumeroog nam voogd Guitje van Dijk de volgende ochtend de schade
op. In zijn journaal meldde hij ook zijn zorgen over twee scheepjes op de
Boschplaat, die na de storm nergens meer te bekennen waren.
Later op de dag werd de
jutter en robbenjager Jan Brands uit Noordpolderzijl gered. Die avonds vertelde
hij zijn verhaal in de warme keuken van de boerderij op Rottumeroog. Met zijn
zeventienjarige knecht Folkert Bos had Brands een paar dagen eerder op de
Boschplaat een lek in zijn schip opgelopen. Met een sloep haalden ze materialen
en gereedschappen voor de reparatie uit Noordpolderzijl. Terug op de Boschplaat
vlotte de reparatie niet. Ze werden verrast door de storm en bonden zich vast
aan het grote baken op het hoogste duin. Om negen uur ’s avonds zou het water
weer zakken, wist Brands. Maar het water zakte niet. De storm zwol aan tot
orkaankracht en het water steeg tot een hoogte die ze nog nooit hadden
meegemaakt.
Folkert had nog even over
zijn ouders in Ranum gesproken, die hem met Kerst thuis verwachtten. Daarna was
hij stil. De tijd verstreek. Het ijzeren baken kreunde onder het natuurgeweld.
Steeds hoger kwamen de woeste golven. Brands hoorde Folkert naar adem snakken.
Hij brulde hem toe om moed te houden. Tevergeefs. Even later hing Folkert met
zijn hoofd opzij en bewoog hij niet meer. Na de storm legde Brands het lichaam
van Folkert op een droge plek en ging op zoek naar hulp.
Jan Brands werd gered. De
volgende ochtend stuurde de voogd een paar man naar de Boschplaat om het lichaam
van Folkert te halen. Hij beschreef het kort en zakelijk in zijn journaal: “24
December 1894. De gezonken praam weder drijvend gekregen en deze geborgen en
het lijk van de knecht, die bezweken was, vandaar gehaald”. Op Eerste Kerstdag
werd het lijk van Folkert naar de wal gebracht en thuis in Ranum bij zijn
ouders afgeleverd.
Erik
de Graaf
zondag 16 december 2018
De Afscheiding in Ulrum
Mijn hervormde lagere
school stond vijftig jaar geleden naast de gereformeerde Hendrik de Cockschool.
Het waren de nadagen van de verzuiling in de grote stad, maar de leerlingen gingen
nog niet altijd zachtzinnig met elkaar om. Felle gevechten voerden we soms op
het grasveld tussen de scholen en ‘s winters werden er steentjes in de
sneeuwballen verstopt.
Ik moest eraan denken toen
ik vorige week een roman van Marcel de Jong over de Afscheiding van 1834 in
Ulrum las. Hij beschreef de kerkscheuring als een sociale strijd van arm tegen rijk.
Dominee Hendrik de Cock verweet de hervormde kerk dat ze niet God centraal
stelde, maar de mens. De liberale elite werd geprezen en armoede werd als een
straf van God beschouwd. De Cock kwam op voor de armen. Hij greep terug naar de
oude leer van de Dordtse Synode van 1618. De mens was van nature zondig, wist
men toen in Dordrecht. Je kon je best doen om goed te leven, maar voor het
leven na de dood maakte het niet uit. God had allang besloten wie goed en wie slecht
was. Het was een conservatieve leer, maar wel een die iedereen weer even veel kans
op het hiernamaals bood. Dat gaf de arme gelovigen weer hoop. De Cock trok
volle kerken. De volgelingen gingen voor hem door het vuur. Het was wekenlang
onrustig in Ulrum. Het leger van koning Willem I greep hard in om de opstand van
het “gepeupel” in te tomen. Niet met sneeuwballen, maar met wapengekletter. Het
leger kon de stichting van de gereformeerde kerk niet voorkomen. De hervormde
kerk viel uiteen.
Vorige week wandelde ik de
Hendrik-de-Cock-route door Ulrum. Ik bezocht de oude kerk op de westelijke
wierde, waar De Cock vurig preekte tot hij geschorst en zelfs gearresteerd werd.
Ik liep langs de oude pastorie, waar in 1834 soldaten werden ingekwartierd.
Alleen de kuiperij van de weduwe Koster, waar in oktober 1834 de Acte van Afscheiding
werd getekend, is er niet meer. Daar kun je nu naar de kapper. De
gereformeerden van Ulrum zijn inmiddels weer opgegaan in de Protestantse Kerk.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde de historische kerk van Ulrum onder een stralende hemel.
------------
Op verkenning door Het Hogeland in boekvorm
De
columns van Erik de Graaf en de foto’s van Otto Kalkhoven zijn inmiddels als boek verschenen. Hardcover en in kleur. Het boek is op zaterdag 15
december feestelijk gepresenteerd in de kerk van Eppenhuizen. U kunt het boek bestellen via de website: www.opverkenningdoorhethogeland.nl .
vrijdag 14 december 2018
Te land, ter zee en in de lucht
Het zijn weken van
afscheid nemen en opnieuw beginnen. Vier oude gemeenteraden worden ontbonden en
de nieuwe is al gekozen. Burgemeesters en wethouders ruimen hun kamers leeg en
het nieuwe college begint per 1 januari. Veel werknemers hebben in de afgelopen
tijd hun spullen ingepakt om op een andere werkplek weer uit te pakken. Van
Winsum naar Leens, van Uithuizen naar Bedum of in een andere richting.
Het is een gigantische
operatie om van BMWE naar Het Hogeland te komen. Van vier kleine gemeenten naar
één grote. Bijna vijftigduizend inwoners in vijftig dorpen op negenhonderdzeven
vierkante kilometers. Qua oppervlakte wordt Het Hogeland de grootste gemeente
van Nederland. Nou ja, dat dachten we een poosje. Totdat de gemeente Súdwest-Fryslân
meldde dat ze een vierkante kilometer meer telt. Het Hogeland wordt dus de
tweede grootste gemeente van Nederland. Zilver, na fotofinish. Nog steeds heel
groot. Van de 907 vierkante kilometers liggen er bijna vijfhonderd op het land
en de rest in het water: in het Lauwersmeer en in de Waddenzee. Het Hogeland wordt
bovendien de enige gemeente in Nederland met overzeese gebiedsdelen, de twee
onbewoonde Waddeneilanden Rottumeroog en Rottumerplaat.
Ruimte is een
kernkwaliteit van Het Hogeland. Te land, ter zee en in de lucht. Astronaut
André Kuipers vertelde een paar weken geleden in Martini Plaza dat hij Het
Hogeland had zien liggen vanuit het internationale ruimtestation ISS. Hij wees
Bedum, Winsum en Lauwersoog aan op zijn foto’s. Vijf maanden lang cirkelde hij rond
de aarde. Achttien rondjes per etmaal. In totaal dus zo’n 2700 rondjes. Ik word
al draaierig van de gedachte en blijf liever op de klei. Op aarde zijn de gemeentegrenzen
nauwkeurig vastgelegd en het rijk betaalt een bijdrage op basis van het aantal
inwoners, het landoppervlak en het wateroppervlak. Kuipers liet zien dat de
ruimte ondergewaardeerd wordt. Ook in kubieke kilometers tot aan de dampkring
zou Het Hogeland de op één na grootste gemeente van Nederland zijn. Waarom
heeft tijdens de collegeonderhandelingen nog niemand voor een wethouder van
Ruimtezaken gepleit? André Kuipers lijkt me de gedroomde kandidaat.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde de vier afscheidnemende burgemeesters. Van links naar rechts:
Rinus Michels (Winsum), Erica van Lente (Bedum), Marijke van Beek (Eemsmond) en
Koos Wiersma (De Marne) in het gemeentehuis van Bedum. Lees de hele serie Op verkenning door Het Hogeland.
zaterdag 8 december 2018
Radiotelegrafisten in 't Harde
In 1947 moest de
twintigjarige Nico de Pater uit Uithuizen in militaire dienst. De zoon van het
communistische gemeenteraadslid Hendrik de Pater werd in ’t Harde opgeleid tot
radiotelegrafist. In die functie kreeg hij allerlei staaltjes van koloniale
oorlogsvoering te zien, vertelde hij me vijftig jaar later. Propagandafilms,
waarin soldaten hun gewonde tegenstanders een bajonet door het hart staken. Hij
was nog steeds verontwaardigd. Gruwelijk vond hij het.
Een
collega-radiotelegrafist van Nico de Pater in ’t Harde was Taco Bierema uit
Usquert. Hij was de zoon van dr. S.E.B. Bierema, herenboer en liberaal
politicus. Vader Bierema was voor de oorlog twintig jaar Tweede Kamerlid voor
de Liberale Staatspartij in Den Haag. Na de oorlog werd hij fractievoorzitter
van de Partij van de Vrijheid, een voorloper van de VVD. Taco bracht zijn jeugd
door in Usquert en in Den Haag. ‘s Zomers op de monumentale boerderij aan de
Wadwerderweg en ’s winters in de hofstad. Dat vond hij niet altijd prettig.
Nergens was hij echt thuis, vertelde hij me zeventien jaar geleden.
In de kazerne in ’t Harde
werd de klassenstrijd tussen de communistische arbeiderszoon een liberale
boerenzoon voortgezet. Als de militairen op zaterdagmiddag weekendverlof kregen
weigerde Nico de Pater uit principe bij Bierema in de auto te stappen. Hij
reisde liever urenlang met de trein naar Uithuizen en op zondagmiddag al vroeg weer
terug. “Bij zo iemand stap je niet in de auto”, vertelde hij me in 1995. Toen
ik het in 2001 aan Taco Bierema voorlegde haalde hij zijn schouders op. “Ach
ja, van mij had hij gewoon mee mogen rijden”.
Na hun opleiding scheidden
hun wegen zich. Bierema werd in 1948 als radiotelegrafist naar Nederlands-Indië
uitgezonden, terwijl Nico de Pater juist weigerde om naar de Oost te
vertrekken. Tegen de militaire dienst had hij geen enkel bezwaar, maar het
stond hem tegen om in een koloniale oorlog te moeten vechten. De Pater werd door
de Krijgsraad wegens desertie tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Bierema mocht na het onverwachte overlijden van zijn vader in 1950 van Nederlands-Indië
terug naar Usquert.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde een zendmast nieuwe stijl.
Op verkenning door Het Hogeland in boekvorm
De columns van Erik de
Graaf en de foto’s van Otto Kalkhoven verschijnen binnenkort als boek.
Hardcover en in kleur. Het boek wordt op zaterdag 15 december a.s. feestelijk
gepresenteerd in de kerk van Eppenhuizen (aanvang 14.30 uur; toegang gratis).
Tot die dag kunt u het boek met intekenkorting voor 19,95 euro bestellen via de
website van Op verkenning door Het Hogeland. Daarna kost het 24,95 euro in de winkel.