maandag 31 december 2018

Naar het nieuwe jaar!


Van 2018 naar 2019. Ik wens iedereen geluk in het nieuwe jaar.

Tot in 2019!

Erik de Graaf

donderdag 27 december 2018

Ter afsluiting in 't Zielhoes

Zestig columns en zestig foto’s. Otto en ik sloten ons project af aan de vrijdagse stamtafel van ’t Zielhoes in Noordpolderzijl. Met Jan, Henk, Jan, Henk, Jan en Hendrikus namen het we het jaar nog een keer door. Later schoven ook Bernhard, Steffen en nog een Jan aan. Het bier smaakte goed, evenals de bitterballen. Maar tot een goed gesprek over onze verkenningstocht door Het Hogeland kwam het niet. Bij  ons duurt een gesprek gemiddeld vijftien seconden, zei een van de Jannen.

Veel liever vertelden de mannen van de stamtafel hun eigen sterke verhalen. Over stormen en bijzondere gasten. Over Bob Dylan bijvoorbeeld, die in 1995 koffie dronk in ’t Zielhoes. Niemand heeft het gezien, maar het kan niet anders dan waar zijn. “Dan moeten we zelf maar evalueren”, vond Otto. We namen de negenenvijftig verhalen nog eens door. We bezochten alle hoeken van Het Hogeland en verkenden alle buitengrenzen van de nieuwe gemeente. “Aan drie kanten grenst Het Hogeland aan een Nationaal Landschap of een Werelderfgoed”, zei ik. “Welke gemeente kan dat zeggen?” We volgden de lopen van het Reitdiep en het Boterdiep, reden over de Eemshavenweg naar de stad en namen de trein naar de Eemshaven. Tien stations hebben we binnen de gemeentegrenzen, telden we. Amsterdam heeft er elf. Wat deden we nog meer? We ontmoetten Prins Carnaval in Kloosterburen, de Garnalenkoningin in Zoutkamp en dansten met Op Roakeldais door de straten van Warffum. We doorkruisten het gebied en wisten weer waarom we hier wilden wonen. Onderweg spraken we met talloze mensen over hun levens en over hun leefomgeving. “Bedankt voor het vertrouwen.” Het was ontzettend leuk om te doen. We merkten dat ons project steeds bekender werd. “Ik lees jullie verhalen elke donderdag met veel plezier”, vertelde iemand me een paar weken geleden op de markt in Uithuizen. Ik zei dat alle verhalen in een boek komen, maar dat was niet nodig: hij had ze allemaal uit de Ommelander geknipt.

“En wie krijgt het eerste exemplaar van jullie boek”, vroegen de Jannen en de Henken van de stamtafel. “Oh, eh… Bob Dylan natuurlijk”, antwoordden we.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de vrijdagse stamtafel in ’t Zielhoes met van links naar rechts: Jan Luth, Henk Goudappel, Erik de Graaf, Bernard Sleumer, Hendrikus Kooi, Jan Haas, Jan Toonstra en Henk Kroeske.

Dit waren de zestigste en laatste column en foto in de serie Op verkenning door Het Hogeland. Alle zestig (+ bonuscolumn) staan in het boek dat verkrijgbaar is via www.opverkenningdoorhethogeland.nl.

vrijdag 21 december 2018

Storm op de Boschplaat

In de nacht van 22 op 23 december 1894 raasde er een zware storm over Nederland. Op de Waddenzee werden windstoten van orkaankracht gemeten. De vloed kwam op veel plaatsen hoger dan ooit. Op Rottumeroog nam voogd Guitje van Dijk de volgende ochtend de schade op. In zijn journaal meldde hij ook zijn zorgen over twee scheepjes op de Boschplaat, die na de storm nergens meer te bekennen waren.

Later op de dag werd de jutter en robbenjager Jan Brands uit Noordpolderzijl gered. Die avonds vertelde hij zijn verhaal in de warme keuken van de boerderij op Rottumeroog. Met zijn zeventienjarige knecht Folkert Bos had Brands een paar dagen eerder op de Boschplaat een lek in zijn schip opgelopen. Met een sloep haalden ze materialen en gereedschappen voor de reparatie uit Noordpolderzijl. Terug op de Boschplaat vlotte de reparatie niet. Ze werden verrast door de storm en bonden zich vast aan het grote baken op het hoogste duin. Om negen uur ’s avonds zou het water weer zakken, wist Brands. Maar het water zakte niet. De storm zwol aan tot orkaankracht en het water steeg tot een hoogte die ze nog nooit hadden meegemaakt.

Folkert had nog even over zijn ouders in Ranum gesproken, die hem met Kerst thuis verwachtten. Daarna was hij stil. De tijd verstreek. Het ijzeren baken kreunde onder het natuurgeweld. Steeds hoger kwamen de woeste golven. Brands hoorde Folkert naar adem snakken. Hij brulde hem toe om moed te houden. Tevergeefs. Even later hing Folkert met zijn hoofd opzij en bewoog hij niet meer. Na de storm legde Brands het lichaam van Folkert op een droge plek en ging op zoek naar hulp.

Jan Brands werd gered. De volgende ochtend stuurde de voogd een paar man naar de Boschplaat om het lichaam van Folkert te halen. Hij beschreef het kort en zakelijk in zijn journaal: “24 December 1894. De gezonken praam weder drijvend gekregen en deze geborgen en het lijk van de knecht, die bezweken was, vandaar gehaald”. Op Eerste Kerstdag werd het lijk van Folkert naar de wal gebracht en thuis in Ranum bij zijn ouders afgeleverd.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde een compositie van oude gereedschappen. Alle columns en foto’s van Op verkenning door Het Hogeland zijn gebundeld in een boek. U kunt het bestellen op www.opverkenningdoorhethogeland.nl

zondag 16 december 2018

De Afscheiding in Ulrum


Mijn hervormde lagere school stond vijftig jaar geleden naast de gereformeerde Hendrik de Cockschool. Het waren de nadagen van de verzuiling in de grote stad, maar de leerlingen gingen nog niet altijd zachtzinnig met elkaar om. Felle gevechten voerden we soms op het grasveld tussen de scholen en ‘s winters werden er steentjes in de sneeuwballen verstopt.

Ik moest eraan denken toen ik vorige week een roman van Marcel de Jong over de Afscheiding van 1834 in Ulrum las. Hij beschreef de kerkscheuring als een sociale strijd van arm tegen rijk. Dominee Hendrik de Cock verweet de hervormde kerk dat ze niet God centraal stelde, maar de mens. De liberale elite werd geprezen en armoede werd als een straf van God beschouwd. De Cock kwam op voor de armen. Hij greep terug naar de oude leer van de Dordtse Synode van 1618. De mens was van nature zondig, wist men toen in Dordrecht. Je kon je best doen om goed te leven, maar voor het leven na de dood maakte het niet uit. God had allang besloten wie goed en wie slecht was. Het was een conservatieve leer, maar wel een die iedereen weer even veel kans op het hiernamaals bood. Dat gaf de arme gelovigen weer hoop. De Cock trok volle kerken. De volgelingen gingen voor hem door het vuur. Het was wekenlang onrustig in Ulrum. Het leger van koning Willem I greep hard in om de opstand van het “gepeupel” in te tomen. Niet met sneeuwballen, maar met wapengekletter. Het leger kon de stichting van de gereformeerde kerk niet voorkomen. De hervormde kerk viel uiteen.

Vorige week wandelde ik de Hendrik-de-Cock-route door Ulrum. Ik bezocht de oude kerk op de westelijke wierde, waar De Cock vurig preekte tot hij geschorst en zelfs gearresteerd werd. Ik liep langs de oude pastorie, waar in 1834 soldaten werden ingekwartierd. Alleen de kuiperij van de weduwe Koster, waar in oktober 1834 de Acte van Afscheiding werd getekend, is er niet meer. Daar kun je nu naar de kapper. De gereformeerden van Ulrum zijn inmiddels weer opgegaan in de Protestantse Kerk.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de historische kerk van Ulrum onder een stralende hemel.

------------


Op verkenning door Het Hogeland in boekvorm
De columns van Erik de Graaf en de foto’s van Otto Kalkhoven zijn inmiddels als boek verschenen. Hardcover en in kleur. Het boek is op zaterdag 15 december feestelijk gepresenteerd in de kerk van Eppenhuizen. U kunt het boek bestellen via de website: www.opverkenningdoorhethogeland.nl .

vrijdag 14 december 2018

Te land, ter zee en in de lucht


Het zijn weken van afscheid nemen en opnieuw beginnen. Vier oude gemeenteraden worden ontbonden en de nieuwe is al gekozen. Burgemeesters en wethouders ruimen hun kamers leeg en het nieuwe college begint per 1 januari. Veel werknemers hebben in de afgelopen tijd hun spullen ingepakt om op een andere werkplek weer uit te pakken. Van Winsum naar Leens, van Uithuizen naar Bedum of in een andere richting.

Het is een gigantische operatie om van BMWE naar Het Hogeland te komen. Van vier kleine gemeenten naar één grote. Bijna vijftigduizend inwoners in vijftig dorpen op negenhonderdzeven vierkante kilometers. Qua oppervlakte wordt Het Hogeland de grootste gemeente van Nederland. Nou ja, dat dachten we een poosje. Totdat de gemeente Súdwest-Fryslân meldde dat ze een vierkante kilometer meer telt. Het Hogeland wordt dus de tweede grootste gemeente van Nederland. Zilver, na fotofinish. Nog steeds heel groot. Van de 907 vierkante kilometers liggen er bijna vijfhonderd op het land en de rest in het water: in het Lauwersmeer en in de Waddenzee. Het Hogeland wordt bovendien de enige gemeente in Nederland met overzeese gebiedsdelen, de twee onbewoonde Waddeneilanden Rottumeroog en Rottumerplaat.

Ruimte is een kernkwaliteit van Het Hogeland. Te land, ter zee en in de lucht. Astronaut André Kuipers vertelde een paar weken geleden in Martini Plaza dat hij Het Hogeland had zien liggen vanuit het internationale ruimtestation ISS. Hij wees Bedum, Winsum en Lauwersoog aan op zijn foto’s. Vijf maanden lang cirkelde hij rond de aarde. Achttien rondjes per etmaal. In totaal dus zo’n 2700 rondjes. Ik word al draaierig van de gedachte en blijf liever op de klei. Op aarde zijn de gemeentegrenzen nauwkeurig vastgelegd en het rijk betaalt een bijdrage op basis van het aantal inwoners, het landoppervlak en het wateroppervlak. Kuipers liet zien dat de ruimte ondergewaardeerd wordt. Ook in kubieke kilometers tot aan de dampkring zou Het Hogeland de op één na grootste gemeente van Nederland zijn. Waarom heeft tijdens de collegeonderhandelingen nog niemand voor een wethouder van Ruimtezaken gepleit? André Kuipers lijkt me de gedroomde kandidaat.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde de vier afscheidnemende burgemeesters. Van links naar rechts: Rinus Michels (Winsum), Erica van Lente (Bedum), Marijke van Beek (Eemsmond) en Koos Wiersma (De Marne) in het gemeentehuis van Bedum. Lees de hele serie Op verkenning door Het Hogeland.

zaterdag 8 december 2018

Radiotelegrafisten in 't Harde

In 1947 moest de twintigjarige Nico de Pater uit Uithuizen in militaire dienst. De zoon van het communistische gemeenteraadslid Hendrik de Pater werd in ’t Harde opgeleid tot radiotelegrafist. In die functie kreeg hij allerlei staaltjes van koloniale oorlogsvoering te zien, vertelde hij me vijftig jaar later. Propagandafilms, waarin soldaten hun gewonde tegenstanders een bajonet door het hart staken. Hij was nog steeds verontwaardigd. Gruwelijk vond hij het.

Een collega-radiotelegrafist van Nico de Pater in ’t Harde was Taco Bierema uit Usquert. Hij was de zoon van dr. S.E.B. Bierema, herenboer en liberaal politicus. Vader Bierema was voor de oorlog twintig jaar Tweede Kamerlid voor de Liberale Staatspartij in Den Haag. Na de oorlog werd hij fractievoorzitter van de Partij van de Vrijheid, een voorloper van de VVD. Taco bracht zijn jeugd door in Usquert en in Den Haag. ‘s Zomers op de monumentale boerderij aan de Wadwerderweg en ’s winters in de hofstad. Dat vond hij niet altijd prettig. Nergens was hij echt thuis, vertelde hij me zeventien jaar geleden.

In de kazerne in ’t Harde werd de klassenstrijd tussen de communistische arbeiderszoon een liberale boerenzoon voortgezet. Als de militairen op zaterdagmiddag weekendverlof kregen weigerde Nico de Pater uit principe bij Bierema in de auto te stappen. Hij reisde liever urenlang met de trein naar Uithuizen en op zondagmiddag al vroeg weer terug. “Bij zo iemand stap je niet in de auto”, vertelde hij me in 1995. Toen ik het in 2001 aan Taco Bierema voorlegde haalde hij zijn schouders op. “Ach ja, van mij had hij gewoon mee mogen rijden”.

Na hun opleiding scheidden hun wegen zich. Bierema werd in 1948 als radiotelegrafist naar Nederlands-Indië uitgezonden, terwijl Nico de Pater juist weigerde om naar de Oost te vertrekken. Tegen de militaire dienst had hij geen enkel bezwaar, maar het stond hem tegen om in een koloniale oorlog te moeten vechten. De Pater werd door de Krijgsraad wegens desertie tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Bierema mocht na het onverwachte overlijden van zijn vader in 1950 van Nederlands-Indië terug naar Usquert.

Erik de Graaf

Otto Kalkhoven fotografeerde een zendmast nieuwe stijl.


Op verkenning door Het Hogeland in boekvorm
De columns van Erik de Graaf en de foto’s van Otto Kalkhoven verschijnen binnenkort als boek. Hardcover en in kleur. Het boek wordt op zaterdag 15 december a.s. feestelijk gepresenteerd in de kerk van Eppenhuizen (aanvang 14.30 uur; toegang gratis). Tot die dag kunt u het boek met intekenkorting voor 19,95 euro bestellen via de website van Op verkenning door Het Hogeland.  Daarna kost het 24,95 euro in de winkel.