zaterdag 8 mei 2021

Zoektocht naar het lot van twee onderduikers uit Spijk

In januari 1944 werden Theo Roodvoets en Tjark Kremer opgepakt door de Duitsers. Roodvoets zat ondergedoken in de molen van Spijk. Kremer een paar straten verder boven de houtopslag van het timmerbedrijf van zijn ouders. Beiden wilden niet voor de Arbeitsdienst naar Duitsland. Een week na hun arrestatie werden ze alsnog op de trein gezet. Ik schreef er vorige week een artikel over in het Dagblad van het Noorden. Hier een fragment:  

Eindpunt van de reis was een werkkamp in Bremen-Farge. Daar werden “arbeidskrachten, die werk weigeren of de arbeidsmoraal verlagen” (zo noemde SS-chef Himmler hen) in acht weken heropgevoed. De dwangarbeiders werkten op een werf voor onderzeeboten aan de Weser. Het zware werk eiste veel slachtoffers. Ze stierven door uitputting of door ziektes, slechte verzorging en honger. Anderen werden mishandeld of grofweg vermoord. Theo Roodvoets en Tjark Kremer hielden de “heropvoeding” geen acht weken vol. Roodvoets stierf op 23 februari 1944. Kremer vijf dagen later.

Het bericht van Kremers dood bereikte Spijk snel. Het slechte nieuws stond op een afgescheurde bladzijde uit een agenda van 1944: Tjark Kremer was op 28 februari overleden en werd de volgende dag begraven. De schok in Huize Kremer was groot, het verdriet enorm. Twee dagen later stond er een rouwadvertentie in het Nieuwsblad van het Noorden. “Hiermee geven wij kennis van het overlijden van onzen lieven Zoon en Broer TJARK KREMER in den jeugdige leeftijd van 22 jaren.” Het waren bedekte termen: niets over Bremen of over een werkkamp.

Duidelijker konden ze het pas na de oorlog verwoorden. In een advertentie in de Nieuwe Provinciale Groninger Courant werd in augustus 1945 gevraagd wie inlichtingen kon verschaffen omtrent Tjark Kremer: “Op 1 Maart ’44 telefonisch bericht ontvangen dat hij door de Gestapo te Bremen is afgemaakt. R.C. Kremer, F323, Spijk”.

Anders dan de Kremers verkeerde de familie Roodvoets nog jarenlang in onzekerheid. Pas in 1947 ontving zijn broer Adri het bericht, dat zijn broer op 23 februari 1944 bij Bremen was overleden. Vijf dagen later was zijn begrafenis in Bremen-Aumund. Acht jaar na zijn dood kreeg hij een nieuwe rustplaats op de Nederlandse Erebegraafplaats in Loenen.

Erik de Graaf

PS: in het Dagblad van het Noorden kunt u lezen wat aan de arrestatie voorafging en wat na de dood van Roodvoets en Kremer volgde (als u de paywall kunt omzeilen). Meer info kunt u vinden bij Spurensuche.


Geen opmerkingen: