Op 21 juni 1985 fotografeerde ik in de woning van mijn Oost-Berlijnse vriend Uwe een tiental pagina’s van een discussiestuk over de onafhankelijke vredesbeweging. Het diarolletje zou in West-Berlijn worden ontwikkeld om de teksten vervolgens uit te typen, te vermenigvuldigen en te verspreiden onder deelnemers aan enkele vredeskampjes in Tsjechoslowakije.
Mijn herinnering aan die warme zomerdag zou diep zijn weggezakt als ik niet zes jaar later in mijn Stasidossier zou hebben gelezen dat Uwe kort na mijn vertrek naar West-Berlijn bezoek had gekregen van Sinico Schönfeld, die de laatste tijd vaak belangstelling toonde voor contacten van onafhankelijke Oost-Duitse vredesgroepen met vredesactivisten uit West-Duitsland en Nederland.
Jaren later bleek dat Sinico Schönfeld onder de schuilnaam Rudolf Ritter voor de Oost-Duitse geheime dienst Stasi had gespioneerd. Eerst had hij zich moeten bewijzen, maar in 1983 raakte de Stasi overtuigd van Schönfelds “goede inborst”. “De door de informant verzamelde informatie leidde tot verhindering van een onwetmatige vluchtpoging uit de DDR en tot de arrestatie van twee personen”, zo staat het in een Stasi-analyse van Schönfelds activiteiten.
Vanaf september 1983 was Schönfeld volwaardig Stasi-informant. Hij bespioneerde de Umweltbibliothek in Oost-Berlijn en vele oppositiegroepen zoals de Initiative für Frieden und Menschenrechte. Hoe diep Schönfeld in de DDR-oppositie kon infiltreren blijkt uit het feit dat hij in 1988 in een onbewaakt ogenblik een dagboek van de Oost-Duitse dissidente Bärbel Bohley kopieerde met apparatuur van de weduwe van dissident Robert Havemann. Of in Stasitaal: “Unter Ausnutzung einer günstigen Situation fotokopierte er das “England-Tagebuch” von Bärbel Bohley”.
Op die mooie zomerdag in juni 1985 hoorde spion Rudolf Ritter dat ik kort voor zijn komst het Oost-Duitse discussiestuk had gefotografeerd “om het uit de DDR te smokkelen met als doel het te verspreiden in het NSA” (Stasi-afkorting voor: niet-socialistisch buitenland). In een Stasi-rapport van 1986 lees ik verder dat de afdeling HA (Hauptabteilung) VI, afdeling Recherche bij navraag bevestigde dat De Graaf die dag naar Oost-Berlijn was gekomen, maar ook alweer vroeg via Bahnhof Friedrichstrasse was uitgereisd. Met andere woorden: ze waren te laat om mijn diarolletje te onderscheppen.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten