Jacob Bellamy overleed in 1786 en werd maar 28 jaar. Vier
jaar voor zijn dood publiceerde hij de gedichtenbundel Gezangen myner Jeugd, dat met een vooruitziende blik makkelijk ook
zijn poƫtisch testament had kunnen zijn. Een kort niet al te vrolijk leven met een jarenlange
heimelijke liefde met zijn verboden Fransje, ook wel Fillis genoemd.
“’k Heb twee bronnen, die de voedsters
van mijn jeugdig leven zijn:
‘k Leef bij Fillis door de Liefde –
op mijn kamer door den wijn.”
Ik moest deze week aan de arme Bellamy denken doordat ondanks
zijn korte leven in zijn geboortestad Vlissingen wel een park en een plein
naar hem zijn genoemd. Aan het eind van het Bellamyplein staat aan de Schelde het
standbeeld van een andere beroemde zoon van Vlissingen. Volgescheten door mijn
favoriete vogel, de meeuw. Michiel Adriaanszoon de Ruyter, in zijn blauw geruite
kiel. Zeeheld of zeerover, daarover lopen de meningen uiteen.
Erik de Graaf
3 opmerkingen:
"Zeeheld of zeerover, daarover lopen de meningen uiteen."
Over zeerover lopen de meningen niet uiteen. Alle kanten zeggen: ja, hij was een rover. Sterker nog, "ruiten" is het zeventiende eeuwse Nederlandse woord voor roven.
Over zeeheld lopen de meningen wel uiteen. Iemand die de slavenhandel beschermt, is dat een zeeheld? Iemand die koloniale bezetting helpt vestigen en beschermt, is dat een zeeheld? Wie zich opwerpt als strijder voor de belangen van de zeventiende eeuwse 1%, is dat een zeeheld?
Bellamy was destijds een nationale beroemdheid, te vergelijken met Jacques Perk honderd jaar later, ook een jonggestorven dichter.
Overigens lees ik aardig wat 17e-eeuws Nederlands, maar ben nog nooit het woord ruiten voor roven tegengekomen. Het was dus niet "het" woord voor roven, zoals anoniem hier beweert.
Wel interessant, Groninganus. Mijn etymologische Van Dale noemt het Middelnederlandse "ruyter" een straatrover of plunderaar. Dat geeft ook een andere blik op zijn "blauw geruite kiel". Dat Michiel een boef was staat buiten kijf.
Een reactie posten