Op donderdag 17 mei 1900
monsterde de twintigjarige Marten Toonder (later de vader van de striptekenaar)
aan als matroos op de S.S. Lawoe van de Rotterdamse Lloyd. Het was pure mazzel
dat hij door zo’n gerenommeerde rederij werd aangenomen. In zijn Groningse
pension aan Schiedamsedijk in Rotterdam hadden ze niet veel vertrouwen in zijn
plan om naar de Lloyd te solliciteren. “Da’s ja veel te deftig, man”, zei de
kastelein. “Daar nemen ze ons soort niet”.
Onderweg naar de Lloyd vroeg
Marten zich af of hij toch niet te overmoedig was. Hij was in feite nog steeds
de “Groningse boerenpummel”, vond hij, die nog maar een paar maanden eerder van
Warffum naar Rotterdam was getrokken om werk te vinden op de grote vaart.
“Hé daar!”
Toen Marten Toonder het terrein
van de Rotterdamse Lloyd betrad hoorde hij een bekende, rauwe stem bulderen.
Het herinnerde hem onmiddellijk aan het “Ingerukt – márrrs!” van bij de
marine. Het was de stem van opperschipper Broeier, die een jaar eerder een
flinke bijdrage leverde aan het trauma dat hij aan zijn militaire diensttijd
had overgehouden. De schipper wiens commandogebulk hem in tot zijn nachtmerries
achtervolgde was nu portier bij de Rotterdamse Lloyd.
“Jawel, schipper”, antwoordde Marten.
En op Broeiers verbaasde vraag
of ze elkaar dan kenden zei hij:
“Milicien Toonder,
stamboeknummer 614, lichting negenennegentig, schipper”.
De schipper had niet aan zijn
pensioen kunnen wennen, vertelde hij, maar had gelukkig als portier bij de
Lloyd kunnen beginnen. “Lui van de marine stonden hier goed aangeschreven”,
zei hij. De nietsontziende houwdegen van een jaar eerder leek ineens blij om de
ex-milicien weer te zien. Toonder vroeg of hij een kansje maakte bij de Lloyd.
Even later kreeg hij op voorspraak van opperschipper Broeier een baan als matroos op
de S.S. Lawoe voor een reis naar Nederlands-Indië. Voor tweeëndertig gulden in
de maand. Twee dagen later was het vertrek.
De reis werd bepalend voor
Toonders verdere leven. Zijn nieuwe eeuw was begonnen.
Erik de Graaf
1 opmerking:
Dit verhaal staat beschreven in het boek "Klei en zout water" uitgeverij de Boer Hilversum/de
Branding Antwerpen (3de druk 1965). Dit boek (uit de Wimpelreeks) beschrijft het leven/loopbaan van Marten Toonder Sr, vanaf het begin tot zijn eerste Kapiteinscommando, begin eerste wereldoorlog.
Een reactie posten