Die verrekte Plinius de
Oudere toch. In het jaar 47 voer de schrijver en historicus met een Romeinse vloot
via Utrecht (dat toen Trajectum heette) en het Flevomeer naar het Waddengebied
om de opstandige bevolking een lesje te leren. Hij was onthutst door wat hij er
aantrof. Grauw en grijs in vele tinten. In een land dat nauwelijks van zee te
onderscheiden was woonde “een niet te benijden volk” op zelf opgeworpen heuvels.
Bij vloed leken de bewoners op zeevaarders op volle zee, vond Plinius, maar bij
eb zagen ze er uit als schipbreukelingen op hun eilandjes. Hij vond het maar
een treurige toestand en dacht dat de bewoners als slaven in het Romeinse Rijk een
beter leven zouden hebben.
Bijna twintig eeuwen
bepaalde het grauwe verhaal van Plinius het beeld van het vroege leven in het
Noord-Nederlandse kustgebied. Toch moet er meer zijn geweest, want wat Plinius
niet zag was dat het terpen- en wierdenlandschap in Friesland en Groningen met dertig
- tot veertigduizend inwoners het dichtstbevolkte gebied van Noordwest-Europa
was. De bewoners wachtten in hun woonheuvels niet lijdzaam op betere tijden,
vertelde de archeoloog Mans Schepers vorige week op een symposium over terpen
en wierden, maar zorgden ervoor dat ze goed konden leven in het gebied. Ze hielden
hun woningen altijd tussen vijftig en honderd centimeter boven het hoogste
waterniveau om droge voeten te houden. Zo ontstonden uiteindelijk vijfhonderd
kleine, middelgrote en grote wierden in Groningen, duizend terpen in Friesland
en zelfs zevenduizend wurten of warften in het Noord-Duitse kustgebied. De
bewoners deden aan veeteelt en landbouw op de vruchtbare kweldergronden,
raapten meeuweneieren en vingen vissen, vogels en robben. Uit archeologische
vondsten is inmiddels gebleken dat ook de ruilhandel belangrijk was. Zelfs met
de Romeinen, al wilden die dat blijkbaar niet weten. Het viel dus wel mee met
de bittere armoede. Plinius bekeek de bewoners van het noorden vanaf zijn schip
door zijn “azuurblauwe, decadente Romeinse bril”. Rare jongens, die Romeinen.
Erik de Graaf
Otto Kalkhoven
fotografeerde de bronzen plaquette met een voorstelling van de wierde van Rottum, ontworpen door Willem van Wijnen. De hele serie leest u op Op verkenning door Het Hogeland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten