vrijdag 10 mei 2013

Je wordt gek of je wordt een beest

Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. De Nederlandse neutraliteit werd geschonden, voor het eerst sinds de invoering in 1839. Al op de eerste oorlogsdag werd heftig strijd gevoerd om drie vliegvelden bij Den Haag. Het Duitse plan was om Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg zo snel mogelijk in te nemen om van daaruit de koninklijke familie en minister in te rekenen. Dan zou de oorlog snel gepiept zijn, dachten de Duitsers. De vlieger ging niet op.

Jaren geleden sprak ik ene Jan Mulder uit Arnhem. Tijdens zijn militaire dienst in 1938 was hij opgeleid tot gas-onderofficier, vanwege zijn chemische kennis. Na de mobilisatie in 1939 werd hij tot menagemeester gepromoveerd, “hoewel hij nog nooit een keukenwagen had gezien”. Zijn bataljon werd ondergebracht in twee hangars op het vliegveld Ypenburg. Ter plekke werd hij aangewezen als beheerder van de munitie voor het hele bataljon. “Vijf miljoen patronen in munitiekistjes. Ik kreeg de order om al die munitie op te stapelen naast de hangar waarin ons bataljon lag. Eén hangar verder stonden de vliegtuigen.”
 
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 viel de eerste Duitse bom op de hangars met de vliegtuigen. Na de bommenregen moesten de Duitse parachutisten het karwei afmaken. “Die hangar lag in puinpoeier”, vertelde Mulder me, ”en je kunt je de paniek voorstellen, want alle jongens wisten dat de munitie daar vlakbij stond.” Veel militairen vluchtten weg van het vliegveld. Later op de dag herstelde het Nederlandse leger zich en aan het eind van de dag waren de drie vliegvelden weer in Nederlandse handen. Vier dagen later volgde alsnog de capitulatie na het bombardement van Rotterdam. Op Ypenburg beleefde Mulder vier dagen die hem zijn leven lang zouden heugen. “Ja, daar heb ik dus alle verschrikkingen van die tijd meegemaakt”, vertelde hij me. Bommen, parachutisten en veel lijken. Zo’n negenhonderd soldaten sneuvelden, waaronder 515 Nederlandse.

Thuisgekomen na de verschrikking van de Slag om Den Haag had Mulder tegen zijn vrouw gezegd: “Je wordt gek of je wordt een beest. Ik ga nooit meer vechten”. Vijf later later, na de bevrijding, werd hij op 28-jarige leeftijd opnieuw opgeroepen voor de militaire dienst. Het trauma van mei 1945 weerhield hem ervan te gaan. Hij deed een beroep op de Wet Gewetensbezwaren, de dienstweigeringswet van 1923. Hij werd na een moeizame procedure erkend en deed ruim drie jaar vervangende dienst in Noord-Groningen en Drenthe.

Erik de Graaf
 
PS: in 1995 schreef ook De Volkskrant over Jan Mulder. Of Mulder nog in leven is is mij niet bekend.

Geen opmerkingen: