dinsdag 19 juni 2012

Jurrien Dubbelboer (1927-2012): Indonesiëweigeraar


Vorige week overleed Jurrien Dubbelboer op 85-jarige leeftijd (zie foto in Oost-Berlijn in 1953). Twaalf jaar geleden leerde ik hem kennen toen ik mannen op leeftijd interviewde, die in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog niet bereid waren om als militair aan een volgende oorlog deel te nemen. Okay, de Nederlandse landsgrenzen wilde Dubbelboer nog wel verdedigen als dienstplichtig soldaat, maar het ging hem te ver om aan de andere kant van de wereld in Nederlands-Indië tegen een onafhankelijkheidsbeweging te vechten.
In militaire dienst kreeg Dubbelboer snel door dat hij werd opgeleid om naar Indië te gaan. Op het laatste moment wist hij in 1948 aan de uitzending te ontkomen door in de sluizen van IJmuiden van het schip af te wandelen, terwijl daar honderden mensen stonden om hun dienstplichtige familieleden uit te zwaaien. Dubbelboer maakte gebruik van de chaos om niet naar de Oost te hoeven, maar terug naar Amsterdam te gaan. Daar dook hij onder bij communistische vrienden.
Tot 1952 bleef hij ondergedoken. Hij werkte voor de Communistische Partij Nederland of in de haven. Na de Indonesische onafhankelijkheid in december 1949 werd het als illegaal in Amsterdam steeds moeilijker begrip en vooral steun te krijgen. Hij voelde er niets voor zich vrijwillig bij de politie te melden en besloot naar de DDR te reizen om daar politiek asiel aan te vragen. Twee jaar leefde hij in Oost-Berlijn, zonder dat er schot kwam in zijn asielprocedure. Hij maakte veel vrienden en fotografeerde op straat in Oost-Berlijn. Om uiteindelijk teleurgesteld naar Nederland terug te keren.


De DDR leek bereid de Nederlandse communist asiel te verlenen, maar wel op voorwaarde dat de Nederlandse communistische partij schriftelijk verklaarde dat Dubbelboer zuiver op de communistische graat was. En dat wilde de CPN niet meer, nadat Dubbelboers stiefvader Albert Potze en moeder Harmanna Zoet in 1952 conflict met de partij waren gekomen. De in de jaren dertig in Moskou opgeleide stalinist Potze werd in 1953 uit de CPN gezet, ironisch genoeg omdat hij in Nederland voor de Sovjetunie zou hebben gespioneerd. De binnenlandse veiligheidsdienst (BVD) had het onderzoek hiernaar wegens gebrek aan bewijs gestopt, maar de CPN had Potze uit voorzorg geroyeerd. De partijleiding was doodsbang in diskrediet te raken of zelfs verboden te worden.

Deze echte reden voor het royement bleef officieel geheim, ook voor Dubbelboer. Maar CPN-partijsecretaris Van Dillen liet wel doorschemeren, dat men in Oost-Europa waarschijnlijk anders over de reden zou denken als bekend werd dat Dubbelboers stiefvader voor Moskou had gespioneerd. De CPN wilde niets voor Dubbelboer doen, zolang hij zich niet “voor het front van de partij” openlijk van zijn stiefvader distantieerde. En dat weigerde hij.
Na twee jaar keerde Dubbelboer terug uit de DDR, omdat zijn zaak daar uitzichtloos leek. In 1954 meldde hij zich alsnog bij de politie in Amsterdam. Hij werd veroordeeld tot een milde gevangenisstraf plus “nadiening van de verzuimde militaire dienstplicht”. Eind 1954 was er eindelijk een eind gekomen aan Dubbelboers avontuur. Het kostte hem daarna grote moeite om zijn leven weer op te nemen, vooral omdat het niet lukte werk te vinden. Regelmatig was hij bijna aangenomen, maar stak de lange arm van de BVD daar op het laatste moment een stokje voor. Indonesiëweigeraar, communist met DDR-verleden. Dat was niet goed voor je toekomst. Uiteindelijk verkaste hij aan het begin van de jaren zestig naar Groningen, waar hij eindelijk een baan kreeg bij de motorenfabriek Brons in Appingedam.
Drie jaar geleden beschreef ik Dubbelboers levensverhaal in het Dagblad van het Noorden en in het Duitse tijdschrift Horch und Guck. Hij ervoer de artikelen als een erkenning van een daad uit een ver verleden, waarvoor hij verder weinig begrip had ontmoet. In mei kreeg ik een mail van een verpleger in het verzorgingshuis waar Dubbelboer was opgenomen. Hij had hem het artikel uit het Dagblad laten lezen. Vorige week, op vrijdag 15 juni, overleed Jurrien Dubbelboer in Delfzijl.
Erik de Graaf

zaterdag 16 juni 2012

Duitsland-Nederland in tien sms'jes

De stemming is nogal vrolijk in Huize De Graaf. De jongste zoon heeft gehoord dat hij voor zijn examen is geslaagd. Er is bezoek voor een eerste bescheiden viering. De televisie staat geluidloos aan voor de voorbeschouwingen op Duitsland-Nederland, maar niemand kijkt.

In mijn broekzak piept mijn mobiel. Shit, denk ik, dat is vast Berlijn. Ik had graag zelf de discussie geopend. “Hallo mein lieber, wir sitzen in der kneipe und hoffen das beste. für uns natürlich”. De wedstrijd begint pas over een kwartier. Tussen het gebak door sms ik terug dat ik graag bij hen zou zijn om te zien hoe ze hun verlies dragen. “Wir schlagen euch unbarmherzlichst”, ronk ik.

Om tien over negen loopt Mario Gomez ongestoord door de Nederlandse verdediging: 1-0. Direct erna piept het weer:  “Tolle Stimmung hier.” Jaja, rustig maar, bericht ik terug. “In der zweiten Hälfte haben wir Rückenwind”. We zullen zien, klinkt het vanuit Berlijn. Pats: 2-0. Mooi doelpunt, maar waarom blijft die Stekelenburg niet gewoon staan? “Okay, vielleicht erst in der dritten Hälfte”, verzacht ik mijn toon.

Na een half uur in de tweede helft brengt Van Persie de achterstand terug tot 2-1. We gaan er nog even voor zitten aan de westzijde van het voetbalfront. In het oosten is het ook billenknijpen. Ze zullen wel in Seeblick zitten, vermoed ik.

Duitsland-Nederland in het café. Ik denk terug aan 1974 in een café in Winterberg.  De eerste minuten waren leuk. Tot Hölzenbein zich door Wim Jansen liet struikelen. Verslagen door een Schwalbe van een voetballer die Houtenbeen heet. Wat betekent Schweinsteiger, vraagt mijn zoon, die maar net een voldoende had op zijn Duits?
Het blijft bij 2-1. Ik feliciteer mijn vrienden in Berlijn. Het was meer dan verdiend.

Erik de Graaf
PS: de foto maakte ik donderdag onderweg in Roodeschool. Dit stuk staat op op Denk ik aan Duitsland...

zaterdag 2 juni 2012

Zonder zorg op 2 juni 1967

Op 2 juni 1967 werd een demonstrant tegen het staatsbezoek van de sjah van Perzië aan West-Berlijn in een Berlijnse Hinterhof van dichtbij en in koele bloede door een politieagent door het hoofd geschoten. De demonstrant Benno Ohnesorg was op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Op de allereerste demonstratie van zijn leven.

Lees verder op: Denk ik aan Duitsland...

Erik de Graaf