dinsdag 16 november 2021

De vrede van 1983

In september 1964, in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog, kondigde het communistische Oost-Duitsland een Bausoldatengesetz aan (Gesetz = wet). Voortaan konden jonge mannen met religieuze en ethische bezwaren tegen het Oost-Duitse leger hun militaire dienstplicht zonder wapentuig vervullen. Als zogenaamde bouwsoldaten werden de kritische Oost-Duitse rekruten ingezet voor infrastructurele werken, meestal voor militaire doeleinden

Het was bepaald niet de vervangende dienstplicht waarvan de Oost-Duitse pacifisten hadden gedroomd, maar het was een stap in de goede richting. Vijftienduizend dienstplichtigen maakten gebruik van de regeling. Veel meer gegadigden werden helemaal niet meer door het leger opgeroepen, want te hoge aantallen critici stonden niet goed in de statistieken van de DDR. 

In november 1983 leerde ik Bausoldat Knopf Burghardt kennen tijdens een vredesbijeenkomst in een kerk in Erfurt in de DDR. Ik was drie weken met een groep studenten van Zweden tot Amerika op reis door West- en Oost-Duitsland. Twee weken inleidingen over Duitslandpolitiek in Göttingen, daar tussendoor een week DDR: Berlijn (Oost), Weimar, Eisenach en dus een paar dagen Erfurt. We troffen het. Het was Friedensdekade: zeg maar een vredesweek van tien dagen in de Oost-Duitse kerken. Op een avond sprak de Heinrich Albertz uit West-Berlijn in een kerk in Erfurt. Albertz was theoloog, maar ook voormalig burgemeester van West-Berlijn. In 1967 was hij afgetreden na de rellen bij het bezoek van de shah van Perzië, waarbij de demonstrant Benno Ohnesorg door de politie als een zeehond doodgeknuppeld werd.

Het leek me een goede gelegenheid voor Duitslandpolitiek in de praktijk. Een paar wessi-studenten durfde mee naar de kerk, anderen bleven liever veilig buiten. We hadden in Göttingen al veel over Stasi-methoden gehoord. De langharige en baardige bezoekers van de Friedensdekade bleken veel aardiger en boeiender dan de uitverkoren staatsjongeren, die ons overdag over het bestaansrecht van de DDR moesten vertellen. We bleven nog lang kletsen na afloop van de lezing van Albertz. We spraken nog een keer af en Knopf en ik ondertekenden drie dagen later op zijn zolderkamer een persoonlijk vredesverdrag. Friedensvertrag schreven we boven het A4-tje, waaronder later nog de foto van het historische moment werd geplakt. Knopf beloofde plechtig nooit een wapen op Erik Holland te richten. Ikzelf ondertekende mijn belofte nooit op Knopf DDR te schieten. En ook niet op anderen.

Het was allemaal uiterst symbolisch. Het was ook een makkelijke belofte: ik had (en heb) nog nooit een wapen op iemand gericht. Ik heb sowieso nog nooit wapens gericht, zelfs niet op de kermis. Maar het was Koude Oorlog en met deze “vijand” bleek ik het prima te kunnen vinden. Nog steeds. Vier weken geleden stelden we lachend vast dat we ons keurig aan de afspraak van 38 jaar geleden hebben gehouden. Knopf vertelde me dat diverse archieven in Thüringen zijn originele exemplaar willen hebben. Dat van mij is digitaal te vinden in het Archiv der DDR-Opposition van de Robert Havemann Gesellschaft

Erik de Graaf

dinsdag 9 november 2021

Kristallnacht in Güstrow

Krönchenhagen 13. Een achterafstraatje in Güstrow.  Ik ben dol op achterafstraatjes. Even weg van paraderend winkelpubliek. Achter de façade van de stad wonen weer gewoon mensen. Of je kunt er je antracietgrijze kampeerwagen parkeren. Let wel: hij is niet van mij, ik kwam er alleen maar langs.

Langs de parkeerplaats wandelde ik plotseling over tekst. Ik nam wat afstand om de volgorde van de letters te bepalen. Hier stond dus ooit de synagoge van Güstrow. De inwijding was in september 1829. Een dikke eeuw later werd ze door de plaatselijke nazi's in brand gestoken en verwoest. Het was de Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938. Het was half zes in de ochtend. Het gebouw brandde volledig uit en werd korte tijd later afgebroken. Alsof er nooit een synagoge in Güstrow was geweest. De  joodse bevolking van Güstrow werd gemaand het land zo snel mogelijk te verlaten. Dat deden ze niet allemaal. In 1942 werden de laatste zestien joden uit de stad gedeporteerd. Ze keerden nooit terug.

In 1949 verkocht de joodse gemeente van Mecklenburg het grondstuk aan een particulier. Ik stel me voor dat dat bezit niet veel later in de DDR werd genationaliseerd, maar weten doe ik dat niet. In ieder geval gebeurde er niet veel met het grondstuk. Het lag braak. Er werden auto’s geparkeerd. Eerst een Trabant of een Wartburg, later een Volkswagen of een Audi en tenslotte, toen ik er een paar weken geleden langskwam, een antracietgrijze kampeerwagen. Een jaar of vijftien geleden werden er letters gelegd. Ter herdenking: 28.09.1829 Einweihung – Synagoge Güstrow – 9.11. 1938 Zerstörung.

Erik de Graaf