maandag 30 maart 2009

Voetbalexcessen

Wat een gekte in het afgelopen weekend. Je gaat van Groningen naar de Amsterdamse Arena voor een voetbalinterland van Nederland tegen Schotland. Je laat je vollopen, piest een trein onder en slaat een conducteur in burger (zo begreep ik) bewusteloos. Snapt u het nog?

In Abidjan werd ook internationaal gespeeld. Ivoorkust tegen Malawi. Voor de wedstrijd stortte een muurtje in. Gevolg: 22 doden en 132 gewonden. De wedstrijd gaat gewoon door. Ivoorkust wint met 5-0. De spelers juichen na elk doelpunt. In de hoofdstad wordt de overwinning gevierd. Snapt u het nog?

Ik snap er niets van.

Erik de Graaf

woensdag 25 maart 2009

Struisvogelpolitiek: kernenergie

Daar gaat ie weer. Een nieuwe ronde in de discussie over een kerncentrale in de Eemshaven is vanochtend door het Dagblad van het Noorden ingeluid. Uit de Barometer van het Noorden zou blijken dat 58% van de noordelingen (volgens dit onderzoek Groningers en Drenten) “de bouw van een kerncentrale bij de Eemshaven aanvaardbaar” vindt.

Zoals altijd wordt de kernenergie als een duurzaam antwoord is op het klimaatprobleem gepresenteerd. Dat is allesbehalve terecht. Ten eerste is om kerncentrales te laten draaien uranium nodig. En daarvoor geldt net als voor olie en gas op den duur het bekende “op is op”. Het enige “duurzame” is het radioactieve afval, dat nog eeuwenlang een gevaar voor de mensheid zal blijven vormen, maar dat is een “duurzaamheid” die we niet zouden moeten wensen.

Ten tweede voorkomt kernenergie (anders dan de atoomindustrie het voorstelt) niet de uitstoot van het broeikasgas CO2. De opwekking van kernenergie zelf is in vergelijking met die van kolen- of gasgestookte centrales CO2-arm, maar de bouw van een kerncentrale en de winning en verrijking van uranium zijn juist zeer energie-intensief en gaan met veel CO2-uitstoot gepaard.

En tenslotte brengen kerncentrales serieuze veiligheidsproblemen met zich mee. In een commentaar stelt het Dagblad van het Noorden dat kerncentrales tegenwoordig veiliger zijn dan die van het gevreesde Tsjernobyl, maar volgens de ex-directeur van een kerncentrale in het Zweedse Forsmark heeft het in 2006 maar weinig gescheeld of er was daar een zogenaamde meltdown met alle vreselijke gevolgen van dien. Bovendien blijft het onverstandig op kernenergie over te gaan zolang opslagprobleem onopgelost is.

Volgens de algemeen-secretaris van de werkgevers in het noorden is er “niet zoveel op tegen” om een kerncentrale in de Eemshaven te bouwen. Politici doen er beter aan hun nek uit te steken voor echte duurzaamheid en energiebesparing. Door weer over kernenergie te gaan roepen erkennen ze het falen van de Nederlandse klimaat- en energiepolitiek. De deur open zetten naar kernenergie is een valkuil waar je alleen in kunt trappen als je opgeeft te knokken voor alternatieven.

Erik de Graaf

dinsdag 24 maart 2009

Peuteren in de kogelgaten van Willem van Oranje

Afgelopen zondag is de moord op Willem van Oranje gereconstrueerd, las ik op Teletekst. Ik stel me voor hoe de stand-in voor Balthasar Gerards bijna 425 jaar na dato achter zijn pilaar vandaan sprong om de Vader des Vaderlands naar de andere wereld te helpen.

Onderzoekers hebben de schietproef eergisteren nagespeeld in de hal in het Prinsenhof in Delft, waar op 10 juli 1584 een van de belangrijkste politieke moorden uit de Nederlandse geschiedenis werd gepleegd. Ze hopen te achterhalen of het door Gerards gebruikte pistool krachtig genoeg is geweest voor de verwonding van de prins én de inslag in de muur.

Nou, ik kan voorspellen dat de onderzoekers van de zomer zullen concluderen dat de kogelgaten in de “moordhal” niet alleen door de aanslag op Oranje kunnen zijn veroorzaakt. De kogelgaten werden in de loop der jaren flink vergroot door het gepeuter van spelende kinderen. Ik ben er persoonlijk getuige van geweest. Sterker: ik heb driftig meegepeuterd. Het was een van mijn vroegste historische ervaringen.

De plek waar Willem van Oranje werd vermoord maakte op mij als tienjarige een verpletterende indruk. In mijn herinnering bracht ik urenlang met wildvreemde kinderen door in de moordhal. Niemand kon van de kogelgaten afblijven. Er was ook geen suppoost die er iets van zei. Pas veel later werd de plek afgeschermd. Eerst met een touw, nog later met een glazen plaat. Ik verheug me al op het onderzoeksrapport.

Erik de Graaf

vrijdag 13 maart 2009

Grensoverschrijdend tegen kolencentrales

Afgelopen woensdag protesteerden op het Duitse waddeneiland Borkum 850 mensen met fakkels tegen drie aan de rand van het waddenzeegebied geplande kolencentrales. Twee ervan moeten op Nederlands grondgebied verrijzen, in de Eemshaven. De derde een paar tientallen kilometers verder aan de andere kant van de Eems in het Duitse Emden.

Het was een zee van fakkels op de boulevard van Borkum. De demonstranten werden bijgestaan door de plaatselijke brandweer, die met zwaailichten de demonstratie ondersteunde. “Wij willen er met deze fakkels voor zorgen, dat bij de politici hier en in ons buurland het licht aangaat”, zei Christian Schäfer van de Bezorgde Burgers van Borkum (BBB). “Wij zullen onze Borkumer belangen en onze schone Borkumer lucht verdedigen”.

Aan de Nederlandse kant van het wad was het minder druk. Toch schijnen ook daar zo’n 150 mensen te hebben gefakkeld voor het goede doel. Toch een opvallend verschil in aantal. Waarom blijven de reacties in Nederland op de geplande bouw van kolencentrales zo lauw?

Erik de Graaf

zondag 8 maart 2009

Scheids zonder te fluiten

Af en toe word ik gebeld door de wedstrijdcoördinator van de VV Warffum. Ik mag dan weer een wedstrijdje fluiten. Gisteren stond ik voor het eerst na de winterstop op de mat voor de wedstrijd Warffum Meisjes C tegen de combinatie Holwierde/Godlinze Meisjes C.

De wedstrijd was aardig in evenwicht, maar de Warffumse meiden gingen aanzienlijk efficiënter met de kansen om. Na een 5-3 ruststand werd het uiteindelijk 10-5 voor Warffum. Leuke wedstrijd voor allemaal. Het allerleukst vond ik dat ik geen enkele keer voor een overtreding heb hoeven fluiten. De meiden kregen wel eens een bal tegen hun hand, maar dat was zo overduidelijk aangeschoten en per ongeluk dat ik liet doorspelen. De enige keer dat ik het spel neerlegde was toen een meisje van Holwierde haar veters moest strikken.

Waar ik wel op moest letten was wie mocht ingooien als de bal was uitgegaan. Geel gooit of groen gooit, riep ik dan zonder te fluiten. Meestal was het overduidelijk. Bij twijfel van de scheids, bijvoorbeeld na een rare kluts, losten de meiden het zelf op. Geen greintje onsportiviteit. Ik heb ervan genoten.

Erik de Graaf

donderdag 5 maart 2009

Vreugde en verdriet om Stalins dood

5 maart 1953

Vreugde van de Duitser Erwin Jöris in de Goelag Archipel:
“Eerst moesten we bij 40 tot 50 graden vorst een koelhuis bouwen. Later mocht ik in een kolenmijn werken, waar de temperatuur in ieder geval een stuk draaglijker was”. Na Stalins dood in maart 1953 werd het regime in de werkkampen milder. Kleine gebeurtenissen wezen op veranderingen. “In 1954 mocht ik bijvoorbeeld voor het eerst een kaartje naar huis sturen. Ik geloofde er niets van dat het in Berlijn aan zou komen, maar het werd het eerste levensteken voor mijn vrouw sinds vier jaar.”

Verdriet van de Nederlandse Indonesiëweigeraar Jurrien Dubbelboer in Oost-Berlijn, hopend op politiek asiel:
“Het was een bijzondere tijd om in Oost-Berlijn te leven. De stad lag nog voor een groot deel in puin, het was nog maar acht jaar na de oorlog. De mensen waren vooral met wederopbouw en toekomst bezig. Dat zie je achteraf ook op de foto’s die ik maakte. Veel tevreden arbeiders, die vóór hun regime demonstreerden. Het ging me ook meer om de bouwactiviteiten dan om de puinhopen uit het verleden. Toen Stalin in maart 1953 overleed was de stemming bedrukt. Ook ik was in en in verdrietig”.

Erik de Graaf

woensdag 4 maart 2009

Luurt de Winter

Afgelopen maandag schreef ik over Luurt de Winter, die dit jaar 75 jaar VARA-lid is. Vandaag besteedde ook het Dagblad van het Noorden er aandacht aan. Alleen maakte de journaliste dezelfde fout als ik. Ze noemde hem Luuk. Sorry, Marijke! En vooral: sorry, Luurt!

Erik de Graaf

Keuls historisch archief

Ondergrondse werkzaamheden leveren niet zelden bovengrondse problemen op. Denk aan de nieuwe metrolijn in Amsterdam, maar ook de bouw van een parkeergarage aan het Damsterdiep in Groningen is al een paar keer stilgelegd. Instortingsgevaar in historische stukjes stad.

Gisteren stortte het gebouw van het Keulse historisch stadsarchief in. Als gevolg van een ondergrondse aardverschuiving door werkzaamheden aan een metrolijn. Beter een archief dan een woonblok met tientallen bewoners, lijkt me. Nu worden “slechts” twee personen vermist. Maar er zijn ook vele onschatbare historische archiefstukken geschaad. Het valt nog te bezien wat ervan gered kan worden.

Vorig jaar bekeek ik de werkzaamheden aan de metro in de buurt het Römisch-Germanische Museum en de Keulse Dom in de binnenstad. Het leek een opmerkelijke tijdreis van de oudheid via de Middeleeuwen naar de hypermoderne nieuwe metrolijn. Op borden leek de geschiedvorsing van de aanleg van de metrolijn te profiteren door het wettelijk verplichte archeologisch onderzoek. Door de klap van gisteren is de geschiedenis toch ineens weer slachtoffer.

Erik de Graaf

dinsdag 3 maart 2009

Helwerd - een magische plek

Vandeweek weer eens over de wierde Helwerd bij Rottum gewandeld. Bij een informatiebord op een verscholen parkeerterrein bij de provinciale weg van Middelstum naar Usquert de fiets neergezet. Daarna over een karrenspoor het land in naar de oeroude wierde.

Al honderden jaren voor onze jaartelling vestigden zich de eerste bewoners in Noord-Groningen, aangetrokken door de vruchtbare grond en de visstand in de maren en in zee. Om zich te beschermen voor het zeewater wierpen ze verhogingen op, zogenaamde wierden. Een van die wierden is Helwerd, gelegen in een keten van de wierden Kantens, Rottum, Helwerd, Kloosterwijtwerd en Usquert, ten westen van de oude Fivelboezem.

Op zijn tocht door de Groninger Ommelanden ontmoette de missionaris Liudger in 787 de heidense bard Bernlef op de wierde van Helwerd. De blinde Bernlef, naar vermoed geboren in Warffum, was in de wijde omgeving bekend als volkszanger en dichter. Volgens de overlevering deed Liudger Bernlef het licht zien, zowel letterlijk als figuurlijk. Liudger moest verder om ook de rest van Noord-Groningen te kerstenen, maar voordat hij vertrok leerde hij Bernlef een paar psalmen om zijn werk voort te zetten.

Een sterk verhaal, zo lijkt het, maar als je op Helwerd rondloopt ben je onmiddellijk geneigd het voor waar aan te nemen. Helwerd voelt als een magische plek, waar een ver verleden voelbaar is. In de verte zie je de wierden van Rottum, Usquert en Warffum, waar volgens Bernlef indertijd al bomen groeiden. En hij heeft het zelf gezien. Ga vooral zelf eens kijken op Helwerd. En voel het verleden.

Erik de Graaf

maandag 2 maart 2009

75 jaar VARA-lid

Gistermiddag belde Luurt de Winter me op. Afgelopen zaterdag was hij in Groningen in het zonnetje gezet, omdat hij dit jaar 75 jaar lid van de VARA is. De rode omroep van weleer werd op 1 november 1925 opgericht. Negen jaar later, in 1934, werd in het rode dorp Usquert een afdeling van de socialistische omroepvereniging opgericht. De 17-jarige Luuk was van de partij.

Een paar jaar geleden, toen ik een artikel over VARA-icoon Meyer Sluyser schreef, heb ik regelmatig een boom met Luurt opgezet over zijn activiteiten voor de VARA en de SDAP en na de oorlog voor de PvdA. Als jongeman kwam hij al snel in het provinciale VARA-bestuur. In de jaren vijftig werd hij ook landelijk actief met mensen als J.W. Lebon, Jaap Burger en de propagandist Sluyser. Hij vertelde prachtig over de pionierstijd van de radiovereniging en over de toogdagen van de rode familie. Flink wat leden uit Usquert trokken bijvoorbeeld in juni 1950 naar het VARA-zomerfeest in Hilversum, ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum.

Bij een van mijn bezoekjes aan Luurt schonk ik hem een boek van Meyer Sluyser, Hier is de VARA, dat in 1950 ter gelegenheid van dat zilveren jubileum verscheen. Centraal in Sluysers boek staat een uit het rode leven gegrepen, maar fictief verhaal centraal over de bouwvakker Karel van Veen en zijn vrouw Kee, die vanaf de oprichting in 1925 tot aan het jubileum in 1950 het vuur uit de sloffen liepen voor de Vereniging Arbeiders Radio Amateurs. Aan de hand van Karels belevenissen schetste Sluyser een geschiedenis van de VARA, maar vooral de sfeer in de rode familie.

Net als Luurt de Winter trok de fictieve Karel van Veen op 11 juni 1950 met het hele gezin naar het VARA-familiefeest in Hilversum. Tienduizenden bezoekers zagen hoe een fakkelloper uit Amsterdam “het vuur van de VARA-geestdrift ontstak” en juichten toen het nieuwe recordaantal leden bekend werd gemaakt. Er traden bekende VARA-artiesten op én er was oor voor de rustige en bedaarde speech van Drees. “Niks geen vuurwerk of flauwe kul, maar even zo vrolijk is het een kei van een redevoering”, aldus de romanheld.

Het rode-familiegevoel in volle glorie, precies zoals Luurt het heeft ervaren. Leuk dat ze hem zaterdag nog eens flink hebben verwend.

Erik de Graaf

zondag 1 maart 2009

Groenten uit de buurt van Tsjernobyl

Eind april 1986 ging het flink mis in de kerncentrale in Tsjernobyl. Vanavond staat de ramp centraal In Europa.

Jarenlang was door de Nederlandse anti-kernenergiebeweging actie gevoerd voor de sluiting van kerncentrales. “Eet geen appeltaart uit de buurt van Doodewaard, daar krijg je kanker van”, zongen de betogers op wijs van “we gaan naar Rome toe”. Mosselen uit de buurt van Borssele waren op dezelfde melodie net zo ongezond.

Na Tsjernobyl waren die acties lange tijd niet meer zo nodig. De ramp en de radioactieve straling namen het werk voorlopig over. De appeltaart en de mosselen bleken wodka en kaviaar te zijn. En de spinazie, die we in Nederland afgeraden werden te eten.

Tien dagen na de ramp was ik in Berlijn. In West-Berlijn heerste paniek. Ik herinner me een emotionele discussiebijeenkomst aan de Technische Universiteit. Na afloop durfden veel mensen niet naar buiten, omdat het voor het eerst sinds weken regende in Berlijn en we net hadden gehoord dat dat het moment was waarop de radioactieve straling zou neerslaan.

Aan de andere kant van de Muur, in Oost-Berlijn, kreeg ik een staaltje van de Oost-Europese omgang voorgeschoteld (letterlijk). De Oost-Duitse media deden alsof er niets aan de hand was, maar toen ik ’s avonds met Sue, een Oost-Duitse vriendin, een hapje ging eten bleek er plotseling veel meer verse groente in de aanbieding te zijn dan gebruikelijk. Die kon wegens stralingsgevaar toch niet meer voor harde westerse valuta aan het kapitalistische buitenland konden worden gesleten en werd dus zonder scrupules aan de eigen bevolking geserveerd. Ik heb het Sue nog voorgezongen: “Eet geen groente meer uit de buurt van Tsjernobyl…”.

Erik de Graaf