Het is weer 6 mei en dan komen er wat herinneringen op.
Zo is het bijvoorbeeld 38 jaar geleden dat Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europa Cup won. Precies twintig jaar daarna werd mijn neef Daan geboren, ik zou hem Ove hebben genoemd naar de maker van het winnende doelpunt. En zes jaar geleden werd Pim Fortuyn doodgeschoten.
Het gekke is dat je je door dat soort gebeurtenissen ook nog herinnert wat je de rest van de dag gedaan hebt. Op 6 mei 2002 was ik aan het eind van de middag op het Groningse Provinciehuis voor een seminar over noodopvang voor dakloze asielzoekers. Behalve over noodopvang werd er ook, vooral in de wandelgangen, gesproken over de noodzaak van een generaal pardon.
Na afloop reed ik naar Warffum. Op de autoradio hoorde ik in het nieuws van 6 uur dat de Lijst Pim Fortuyn volgens een nieuwe opiniepeiling meer dan dertig zetels zou halen. Ik schrok me rot. Negen dagen later waren de Kamerverkiezingen. Wie houdt hem nog tegen, vroeg ik me af.
Een uur later liep ik met mijn kinderen naar buiten om een balletje te trappen. Buurjongen Rodney, toen nog gewoon 12, kwam zoals gewoonlijk meedoen. "Ze hebben er daar een neergeknald", sprak hij tussen twee ballen door. "Wat neergeknald?" "Nou, die Fortuyn". Ik snelde naar binnen en zat geschokt de rest van de avond voor de buis. Zo had ik dat na het nieuws van zes uur niet bedoeld.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten