zaterdag 5 mei 2012

Marten Toonder senior: van eierzoeker tot zeekapitein (2)

2012 is het Toonderjaar. Marten Toonders wortels zijn onmiskenbaar Gronings. Zijn moeder Tine was de dochter van peerdendokter Huizinga uit Uithuizen, terwijl zijn “goede vader” uit Warffum kwam. Toonder senior werkte zich op van eierzoeker op het Groningse eiland Rottumeroog tot kapitein op de grote vaart.


Het standsverschil tussen de ouders van Marten Toonder junior was groot. Zijn moeder kwam van goede huize, terwijl zijn vader Marten senior aan het eind van de negentiende eeuw onder de allerarmste omstandigheden opgroeide. Marten seniors moeder Martje Postema was op 19-jarige leeftijd als dienstbode in Breede ongewenst zwanger geraakt. Zijn vader bleef onbekend. De kleine Marten werd grootgebracht door zijn grootouders. Hij kreeg zijn achternaam pas toen zijn moeder in 1884 met Eisse Toonder trouwde. Het bruidspaar ging in Stitswerd wonen, maar de kleine Marten bleef bij zijn grootouders in Warffum (aan de huidige Westervalge).

Werken voor de voogd

Nadat opa Postema in 1886 met vier anderen op het Wad verdronk moest oma in haar eentje als landarbeidster de kost verdienen. De kleine Marten moest vaak voor een paar stuivers meewerken, zodat er nauwelijks tijd was om naar school te gaan. Op tienjarige leeftijd ging Marten als eierzoeker voor de voogd Van Dijk op Rottumeroog werken. Tegen kost en inwoning en een karig loontje. Het belangrijkste was dat oma Postema een mond minder had te voeden. Van een soort jongste bediende werkte hij zich op het eiland op tot een gewaardeerde kracht van de voogd. Tien jaar lang bleef hij op Rottumeroog. Slechts een paar keer per jaar kon hij op bezoek bij zijn oma in Warffum.

In 1900 besloot Marten Toonder senior zijn leven over een andere boeg te gooien. Hij verliet het Wad en vertrok naar de grote havenstad Rotterdam. Daar monsterde hij aan als matroos op de grote vaart. Aan boord van schepen werkte hij zich langzaam op, maar het feit dat hij nooit had leren lezen en schrijven stond een echte carrière in de weg. Gestimuleerd door een vriend met geld leerde hij op latere leeftijd lezen en schrijven. Vanaf 1904 kon Marten door de financiële steun van diezelfde vriend naar de zeevaartschool in Delfzijl om zijn stuurmandiploma te halen.

Huwelijk in Uithuizen

In 1911 trouwde Marten Toonder senior in Uithuizen met Tine Huizinga. Hun oudste zoon Marten schreef vele jaren later in zijn autobiografie dat het overduidelijk een verstandshuwelijk was. Tine was overgebleven na een verbroken verloving met een Duitser, terwijl Marten er in zijn jeugd en later door zijn werk op zee nooit aan toe was gekomen om op een normale manier een vrouw te vinden. Het echtpaar ging in Rotterdam wonen, waar uit het huwelijk twee zoons werden geboren. Marten junior in 1912 en Jan Gerhard twee jaar later. Twee schrijvers als zoon van een vader, die pas na zijn twintigste leerde lezen.

Het huwelijk van Tine en Marten Toonder hield vooral stand doordat Marten senior meestal op zee was. Eerst als stuurman, later als kapitein op de grote vaart. Als Toonder senior aan de wal was heerste een ijzige sfeer in huize Toonder. Moeder Tine reisde als haar man op zee was vaak met de kinderen voor familiebezoek naar Uithuizen, Winsum en Adorp. Warffum werd altijd overgeslagen. Alleen Toonder senior kwam nog wel eens naar Warffum om zijn oma Elizabeth een centje toe te steken. Dat hield op toen zij in 1926 op 92-jarige leeftijd overleed.

Zijn biologische moeder heeft Marten senior waarschijnlijk nooit meer ontmoet, ook al woonde ze vanaf 1895 weer in Warffum aan het Zuiderkerkpad. Nadat ze haar zoon al enkele weken na zijn geboorte bij haar ouders had achtergelaten heeft ze nooit meer contact met hem gezocht. De schande van een kind voor het huwelijk was voor haar blijkbaar te groot. Bij Marten senior leidde dat vermoedelijk tot wrok. Op hoge leeftijd heeft hij een paar keer toenaderingspogingen van halfbroers uit het huwelijk van zijn moeder met Eisse Toonder afgewimpeld.

Schrijver op leeftijd

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Marten Toonder senior op zee. In 1940 kreeg hij een nierontsteking in Argentinië. Na een operatie herstelde hij in Londen, waar hij de rest van de oorlogsjaren een baantje aan de wal kreeg als supervisor van een zeemanshuis voor gewonde, gestrande zeelieden van de internationale koopvaardij. In 1946 kwam hij op 66-jarige leeftijd terug naar Nederland.

Na zijn pensionering trad vader Toonder in de voetsporen van zijn schrijvende zoons. In 1954 schreef hij Klei en zout water over zijn belevenissen als zeeman aan het begin van de twintigste eeuw. In dit boek keert hij regelmatig terug naar zijn oma in Warffum. Ook beschrijft hij zijn studietijd aan de zeevaartschool in Delfzijl. Enkele jaren later schreef Toonder senior samen met zijn zoon Jan Gerhard Toonder over zijn jeugd in Warffum in Eiland in de verte (1959) en over zijn werktijd op Rottumeroog in De oudste ochtend (1960). In 1965 overleed Marten Toonder senior in Oegstgeest op 85-jarige leeftijd, vlak voordat hij met Marten junior naar Ierland wilde verhuizen. Vijf jaar later overleed ook zijn vrouw Tine Toonder.

Erik de Graaf

PS: Met dank aan de heer Eiso Toonder. Dit stuk werd op 3 mei gepubliceerd in de Ommelander Courant.

Geen opmerkingen: