De DDR had het niet zo op popmuziek. Vorig jaar schreef ik al over de Beat-Opstand van 1965 en vorige week bleek hoe de Stasi in rep en roer was toen Michael Jackson voor een concert naar de Brandenburger Tor zou komen.
Eind jaren tachtig ontpopte zich een waar Duits-Duits rockduel. Om het 750-jarig bestaan van Berlijn op te fleuren plande West-Berlijn in juni 1987 een soort muziekdriedaagse aan de Berlijnse Muur. Terwijl aan de westkant van de Muur op drie achtereenvolgende avonden David Bowie, de Eurythmics en Genesis speelden vonden aan de oostkant ook driemaal ongeregeldheden plaats, die uitliepen tot politieke demonstraties. “De Muur moet weg” en “Wij willen vrijheid”, riepen de Oost-Duitse rockfans. Het meest pijnlijk voor de machthebbers in de DDR was de leus “Wij willen Gorbatsjov”.
Blijkbaar zag men in het westen een geheim wapen in de rockconcerten. Een wapenwedloop in decibellen. In 1988 werd opnieuw een driedaagse georganiseerd rondom de West-Duitse Dag van de Duitse Eenheid (n.a.v. de opstand van 17 juni 1953 in de DDR). Het oosten antwoordde met een driedaags tegenprogramma in Weissensee, ver van de Brandenburger Tor. Op 16 juni 1988 gaf Pink Floyd een concert bij de Brandenburger Tor, in het oosten speelde James Brown voor 100.000 toeschouwers op zijn sexmachine. De dag erop was er in het westen een festival met onder andere Udo Lindenberg en Nina Hagen, terwijl in het oosten Fischer Z speelde. Michael Jackson moest het tenslotte opnemen tegen Bryan Adams en de Eindhovense band Bots (“wat zullen we drinken?”).
Het Oost-Duitse tegenprogramma trok vele belangstellenden, maar kon niet verhinderen dat dagelijks ook zo’n 3000 jongeren naar de oostkant van de Berlijnse Muur gingen om flarden van Pink Floyd, Udo Lindenberg of Michael Jackson op te vangen. Door de ongunstige wind viel dat tegen. Net als een jaar eerder kwam het tot protesten, rellen en arrestaties.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten