Vijfendertig jaar geleden, op 12 april 1981, kwam Matthias Domaschk in een Stasigevangenis in het Oost-Duitse Gera om het leven. Nog geen 24 jaar oud. Twee dagen eerder was Matz, zoals hij door vrienden genoemd werd, met een vriend vanuit Jena met de trein naar Berlijn vertrokken. Doel was een verjaardagsfeestje, maar tot zijn dodelijke pech vond dat weekend ook het Tiende Partijcongres van de Sozialistische Einheitspartei Deutschland (SED) in de hoofdstad plaats.
Uit angst voor verstoring van het partijcongres werden Matz en Peter "Blase" Rösch door de Stasi uit de trein gehaald en voor verhoor naar Gera overgebracht. Daar stierf hij na urenlange verhoren onder nog steeds niet opgehelderde omstandigheden. Maar de Stasi had duidelijk iets te verbergen. Snel en stiekem moest Matz in april 1981 worden begraven. Dankzij een zich per ongeluk versprekende buurvrouw kwamen zijn vrienden erachter dat Matz dood was, zodat er toch enkele tientallen vrienden op zijn begrafenis aanwezig waren. Een paar dagen later zouden het er zeker honderden zijn geweest.
Op zijn eerste sterfdag in april 1982 plaatsten zijn vrienden een beeld van de kunstenaar Michael Blumhagen op Matz’ graf. Vier dagen later werd het beeld door de Stasi weggehaald. Roland Jahn, tegenwoordig opperbeheerder van de Stasi-archieven, fotografeerde die Stasi-actie heimelijk vanuit de bosjes in een tuin naast de begraafplaats. Het beeld is nooit meer teruggevonden.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten