Posts tonen met het label Menschheitsdämmerung. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Menschheitsdämmerung. Alle posts tonen
donderdag 16 januari 2014
Georg Heym en zijn schaatsdood op de Wannsee
Op 17 januari 1912 schreef de Berliner Zeitung dat de 24-jarige Georg Heym, zoon van de voormalige militaire advocaat Heym uit de Königsweg in Berlijn-Charlottenburg, en de 25-jarige bankierszoon Ernst Balcke bij het schaatsen op de Wannsee waren verdronken. Twee dagen later werden de lijken geborgen en opgebaard op de "zelfmoordenaarbegraafplaats" in Berlijn-Grunewald. Zijn graf kreeg hij later toch in Charlottenburg.
Balcke zou op de schaatstocht over de Wannsee op 16 januari 1912 door het ijs zijn gezakt. Heym zou geprobeerd hebben hem te redden. Georg Heym was nog maar 24 jaar en gold bij zijn dood als veelbelovend dichter en jaren later als "poëtisch hoogtepunt" van het literaire expressionisme. Voorloper en hoogtepunt, want de bloei van zijn stroming maakte hij niet meer mee. Bijna acht jaar na Heyms dood nam Kurt Pinthus dertien van zijn gedichten op in de expressionistische gedichtenverzameling Menschheitsdämmerung. Heym was een van de zes dichters, die de publicatie van de bloemlezing al niet meer meemaakten. Vier anderen sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog.
Heym maakte dus ook de Eerste Wereldoorlog niet mee, maar in zijn bijna apocalyptische gedichten lijkt het alsof hij alle ellende voorvoelde. Zwaarmoedigheid, levensangst en de waanzin van de metropolen voeren de boventoon in gedichten als Die Dämonen der Städte, Die Heimat der Toten en Der Krieg. Geen gezellige kost. Maar 102 jaar geleden heeft hij tenminste nog een lekker stuk geschaatst.
Erik de Graaf
PS: in 2014 besteed ik maandelijks aandacht aan twee van de 23 dichters uit Menschheitsdämmerung.
vrijdag 3 januari 2014
... en aan de kusten stijgt de vloed!
In de herfst van 1919 bracht Kurt Pinthus zijn expressionistische gedichtenverzameling Menschheitsdämmerung ("de schemering van de mensheid") uit. De bijna vijfennegentigjarige bloemlezing geldt tot op de dag van vandaag als het standaardwerk van het Duitse literaire expressionisme, maar was niet alleen in literair opzicht een hoogtepunt. Het werk ging van hand tot hand in het Duitsland van vlak na de Eerste Wereldoorlog en kreeg al snel een cultstatus. Het was “één felle, verwilderde, letterlijk hartverscheurende kreet om de redding der mensheid, der wereld”, schreef de Nederlandse dichter Hendrik Marsman in 1929.
Pinthus’ bloemlezing presenteerde 23 expressionistische dichters. Zes van hen maakten de publicatie niet meer mee. Vier dichters waren al in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld. Anderen maakten de gruwelen van de loopgravenoorlog van zeer nabij mee. Menschheitsdämmerung is de poëtische verwerking van de Eerste Wereldoorlog, kun je stellen. Of een "abschliessendes Dokument dieser Epoche", zoals Kurt Pinthus in 1922 in een nawoord bij de zoveelste herdruk schreef.
Wereldberoemd werd het eerste gedicht uit de bloemlezing, geschreven door Jakob von Hoddis (Berlijn 1887- Sobibor 1942):
Weltende
Dem Bürger fliegt vom spitzen Kopf der Hut,
In allen Lüften hallt es wie Geschrei.
Dachdecker stürzen ab und gehn entzwei
Und an den Küsten – liest man – steigt die Flut.
Der Sturm ist da, die wilden Meere hupfen
An Land, um dicke Dämme zu zerdrücken.
Die meisten Menschen haben einen Schnupfen.
Die Eisenbahnen fallen von den Brücken.
Het gedicht Weltende verscheen al in januari 1911 in een Berlijns tijdschrift, alsof Von Hoddis de ellende voorvoelde. Voor de militaire dienst was de dichter enkele jaren later volkomen ongeschikt. Al voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 stond hij voortdurend onder psychiatrische behandeling. De rest van zijn leven bracht Von Hoddis grotendeels in inrichtingen door, totaal van de kaart. In 1933 werd hij opgenomen in een joodse inrichting in de buurt van Koblenz, waar vanaf 1940 alle joodse “zenuwzieken” uit het Derde Rijk centraal werden ondergebracht. In 1942 werd hij door de nazi’s in een concentratiekamp vermoord. Sobibor werd Jakob von Hoddis' persoonlijke Weltende.
Erik de Graaf
PS: In 2014 besteed ik maandelijks aandacht aan twee van de 23 dichters uit Menschheitsdämmerung.
Abonneren op:
Posts (Atom)