Op 1 februari 1787 overleed de Klaas Jans uit Midhuizen onder Vierhuizen aan de oevers van de Lauwerszee. Hij was 28 jaar, vijf maanden en twee dagen oud. Klaas Jans liet een vrouw en een zoontje na. Hij werd begraven op het kerkhof van Vierhuizen.
Eind januari 1787 had Klaas Jans weer zoveel last van zijn hem al jaren kwellende breuk dat hij besloot op de schaats over het Reitdiep naar de “breukenmeester” in Groningen te rijden. De arts kon hem niet helpen. Klaas Jans schaatste terug naar Midhuizen, maar kwam koud, nat en afgepeigerd thuis bij zijn “geliefde vrouw en kroost”. Ziek ging hij vroeg naar bed, vermoedelijk met hoge koorts. Twee artsen uit de buurt konden hem niet meer helpen. Op 1 februari 1787 overleed de “eersame”schaatser thuis in zijn bed. Zijn liggende grafsteen “ter gedagtenis van de eersaame Klaas Jans” vertelt het verhaal van zijn dood:
Geen sterker mensch ziet men als gij,
’t Was waarlijk soo maar merkt dat god,
Mij deed ontmoeten tot mijn lot,
Daar ‘k ’s morgens van mijn vrouw en kind,
Hoe sterk geliefd en teer bemind,
Mijn afscheid nam op schaatsen reed,
Na gruno’s stad, daar nu nieuw leed.
Mij nu weer trof doordien een breuk
Mij jaaren lank veel smart en kreuk
Heeft angebracht, vermeesterd mij,
In deeze stand waarom ik vrij,
Bij een breukmeester mij begaf,
Maar juist die man had op de pas,
Geen baat, zoodat ik doe
Mij dus beried om naar huis toe
Op schaatsen weer te rijden wou.
In zulk een stand is waare rouw
Die hyr op viel, ik kwam zoo thuis
Doornat gesweet van pijn en kruis
Bij mijn geliefde vrouw en kroost.
Direkt na ’t bed, ‘k was afgeslooft.
Terstond gehaald twee ars om raad
Vlijt angewend, maar ’t was te laad.
Want ziet, geen kruid voor mij zij kenden
Moest ik den derden dag ten enden
Mijn leeftijd zijn, dus ben ik net
Ten tijnde dag in ’t graf gezet.
Vanwaar ik weer verijsen zal
Vaarwel geliefde, looft God al.”
En nu maar wachten op het "verijsen", wat me wel toepasselijk lijkt voor een schaatser.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten