Boem - paukenslag - boem, dacht ik toen ik de menukaart van het Antwerpse café Quinten Matsijs las. Dit was niet alleen de stamkroeg van Willem Elsschot (1882-1960) en Jos Vandeloo (1925) geweest. Hier was ook Paul van Ostaijen (1896-1928) langsgekomen.
En wat heet langsgekomen... De kaart suggereert dat hij hier een steen door de ruit heeft gegooid. "Leve het anarchisme", riep hij luid. Ik las nog wat van de gedichten, die bij onze tafel hingen. Elsschots bekende "Mijn moeder" en het mij onbekende "Quinten Matsijs" van Jos Vandeloo uit de bundel Antwerpen, liefdesgedichten voor een stad. Ondertussen vertelde ik mijn vrouw het verhaal over Het Huwelijk van Elsschot met één van de mooiste zinnen uit de Nederlandse literatuur: "want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”.
"Door welk raam gooide Van Ostaijen zijn steen?", vroeg ik de ober bij het afrekenen. "Ach, da's 'n fabel", antwoordde hij zachtjes, alsof de anderen het niet mochten horen. "Maar Elsschots stamcafé was dit wel", voegde hij eraan toe. Gelukkig maar, dacht ik. Anders zou ik nog gaan twijfelen of ik hier wel was.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten