Bondskanselier Helmut Kohl stond er eigenlijk helemaal niet zo goed meer voor aan het eind van de jaren tachtig. Zijn politieke carriere leek op zijn eind te lopen. De val van de Berlijnse Muur in november redde zijn positie.
Op de dag van de val van de Muur op 9 november 1989 was Kohl in het buitenland. Hij brak zijn bezoek aan Polen onmiddellijk af om in West-Berlijn, voor het Rathaus Schöneberg, te worden uitgefloten door een massa, die wel geduldig luisterde naar sociaaldemocraten als Willi Brandt en burgemeester Walter Momper van West-Berlijn en ook naar Kohls minister van buitenlandse zaken Hans-Dietrich Genscher. Er leek echter weinig vertrouwen te bestaan dat bondskanselier Kohl de regie nog in handen had.
Een paar weken na de historische negende november 1989 sloeg Kohl terug met zijn Zehn-Punkte-Programm, dat hij als een soort spoorboekje naar de Duitse Eenheid beschouwde. Voor velen ging dat te snel. Later zou blijken dat zelfs Kohls blauwdruk voor de Duitse Eenheid door de razendsnelle werkelijkheid werd gepasseerd.
De Duitse Eenheid was een historisch beladen begrip. Ook in Nederland. Zelfs premier Lubbers was sceptisch, wat hem later nog belangrijke functies zou kosten. Als Lubbers voor een hoge EU- of NAVO-post ging lag Kohl uit wraak dwars. Maar Lubbers wantrouwen werd breed gedeeld. Wat te denken van de cartoon van Jos Collignon in De Volkskrant in begin 1990. Kohl wordt zo naïef en dom afgebeeld dat zelfs zijn minister Genscher zich schamend aan zijn stropdas opknoopt. “Wollt ihr die totale Einheit?”
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten