De PvdA-kamerleden Kalma en Heijnen hebben de staatssecretaris gevraagd of de gemeenteraadsverkiezingen voortaan niet kunnen later in het jaar kunnen worden gehouden, omdat de campagnetijd nu veel te koud is. De vragenstellers werden door critici neergesabeld als koukleumen. De SP bood warme mutsen te leen aan en het CDA deed de snert in de aanbieding. En PvdA-chef Bos sprak van een domme fout van zijn onderdanen.
Maar is het echt zo’n domme gedachte?
OK, de timing was uiterst onhandig. De lopende campagnes kun je niet stopzetten. Dat wilden ze volgens mij ook niet, maar zo hebben de critici het natuurlijk wel graag opgevat. Ook de toon was aanstellerig. “Heeft u ook zo te doen met al die vrijwilligers die in de kou campagne moeten voeren?”, vroegen ze inleidend aan staatssecretaris Bijleveld.
Maar los van de domme aanpak zijn de vragen van Kalma en Heijnen misschien zo gek nog niet. Alleen gaat het dan niet in de eerste plaats om de kleumende campagnevoerders, maar om de kiezers. Net als Kalma en Heijnen heb ik jarenlang ervaren dat het nat begon te sneeuwen als ik met mijn verkiezingsfolders de straat opging. En op markten kwam je alleen bibberende kiezers tegen, die zo snel mogelijk weer naar de warme kachel wilden. En gelijk hadden ze …
Zouden die kiezers bij een zonnetje en 20 graden niet veel ontvankelijker voor inhoudelijke lokale verkiezingsargumenten zijn? Het gaat in de lokale politiek toch om het contact met de burgers? Dat is in mei veel eenvoudiger. Dus waarom niet vanaf 2014 in mei?
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten