Het woord disproportioneel is in zwang is geraakt. Van Agt had het op avond na de Israëlische inval in Nova over buitenproportioneel geweld. SP-leidster Agnes Kant noemde de houding van minister Verhagen op 28 december “een disproportionele reactie op een disproportioneel gewelddadig optreden van Israël”. Kamerlid Van Dam van de PvdA sprak 30 december over buitenproportioneel en refereerde in zijn kamervragen aan een “voorwaarde van proportionaliteit”. Ook Mariko Peters van GroenLinks kwam daar op 2 januari ook nog eens met “disproportioneel geweld” achteraan. Veel weken de drie linkse partijen niet van elkaar af.
Sinds mijn blog van 2 januari, waarin ik inging op de late reactie van GroenLinks, zit de term “disproportioneel geweld” me niet lekker. Het suggereert dat Israëlisch geweld is toegestaan, maar dat het nu te veel van het goede is. Een beetje minder had ook gekund, lijkt de boodschap. Maar vrede in het Midden Oosten kan alleen worden bereikt door te praten. Bij elk geweld, veel of weinig en van wie dan ook, raken we verder van die droom verwijderd. Dat komt ook weer naar voren in een nieuw rapport van IKV Pax Christi met de titel In gesprek met Hamas. “Een onmiddellijk en permanent staakt het vuren, de openstelling van grensovergangen en de opheffing van de blokkade en toelating van humanitaire hulp zijn alleen mogelijk als Hamas ook deel uitmaakt van het politieke proces”, stelt IKV Pax Christi. Het taboe op dialoog met Hamas moet bovendien worden doorbroken, ook in het belang van Israël.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten