Na terugkeer uit Kroatië vond ik een artikel van Anke Truijen over “een Adriatisch Robbeneiland” in Trouw van 22 juli. Twee weken daarvoor had ik zelf over het Joegoslavische gevangeniseiland Goli Otok rondgelopen (zie daarvoor eerdere blogs).
Goli Otok is een pijnlijke en daardoor verzwegen episode uit de Joegoslavische geschiedenis. In Lukovo, een dorp op het vasteland met uitzicht op het gevangeniseiland, stuitte ik op onbegrip en zwijgen als ik naar Goli Otok vroeg. De oude mannen, die hun dagen sleten in het haventje, bekeken me met argwaan, nadat ik hen gevraagd had hoe ik op het eiland kon komen. Goli was geen geliefd gespreksthema, schreef ik op 7 juli. Verzwijgen en vergeten, leek het devies. Hoe kan het ook anders? Ze moeten er vroeger van alles van gehoord of gezien hebben. En misschien hadden ze er zelfs wel gewerkt.
Op het eiland zelf was het anders. Opvallend was de eerste ontluikende belangstelling voor het gruwelijke verleden van Goli. Ongetwijfeld had dat met de speciale herdenkingsdag te maken, waarop ik het eiland bij toeval bezocht. Precies zestig jaar eerder, op 9 juli 1949, waren de eerste gevangenen op het eiland gearriveerd. Een aantal voormalige gevangenen was bij de herdenking aanwezig, begeleid door filmmakers en journalisten. Een Servische cameraman in een Kroatische filmcrew beaamde dat het thema Goli taboe was, een witte plek in de geschiedenis, maar dat daar maar eens een einde aan moest komen. Twee projectontwikkelaars, een Amerikaan en een Kroaat, droomden van een gevangenismuseum in combinatie met toeristische attracties.
Uit het Trouw-artikel bleek dat er gelukkig ook respectvoller initiatieven zijn om Goli Otok aan de vergetelheid te ontrukken. In Zagreb loopt momenteel een architectuurtentoonstelling over de “Human scale of Goli Otok”. Bovendien is er een wedstrijd uitgeschreven voor ontwerpen voor een herinneringscentrum op het eiland. De vraag is alleen nog waar het geld voor de uitvoering van het winnende ontwerp vandaan moet komen. Hopelijk wordt daar op tijd een oplossing voor gevonden.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten