Sinds een dikke week is het Groninger Museum weer open. Met een expositie over Het Onbekende Rusland hoopt het heropende museum tot mei 2011 weer vele bezoekers te trekken. Oriëntalistische schilderkunst 1850-1920, zo luidt de ondertitel van de prachtige schilderijententoonstelling uit de soms al afgescheiden delen van het “Russische Zuiden”.
Het Onbekende Rusland toont een compleet andere kant van het immense, inmiddels afgebladderde wereldrijk. Het gaat niet over de Russische Ziel (wat daar ook voor doorgaat), maar over het islamitische oosten, waarmee Rusland tot op de dag van vandaag te kampen heeft. Schilderijen met derwisjen in feestgewaad, de koranschool in Samarkand en vele dromerige oriëntaalse vergezichten. Je zou bijna zin krijgen er op reis te gaan. Niet voor niets begon Louis (86) na het zien van de beelden te vertellen over zijn reizen naar Afghanistan van vóór 1979.
Vóór 1979. Toen ging dat nog. Op 26 december 1979 vielen Sovjettroepen Afghanistan binnen om het islamitische fundamentalisme een halt toe te brengen, dat na de Islamitische Revolutie in Iran het oriëntaalse zuiden van de Sovjetunie (bijvoorbeeld Oezbekistan en Turkmenistan) destabiliseerde. De Sovjets pakten dat gruwelijk aan, typisch Russisch.
Maar oorlog woedde er ook al vóór 1979. Vasili Vasiljevitsj Vereshchagin (1842-1904) was militair én kunstenaar. Hij ging embedded mee op Russische veldtochten naar Turkestan. Later schilderde hij zeven schilderijen over zijn militaire belevenis onder de titel De Barbaren. Een indrukwekkend deel van deze serie is de Apotheose van de oorlog uit 1871, waarop een piramide van schedels van gesneuvelde soldaten te zien is. Vereshchagin droeg het op “aan alle grote veroveraars, toen, nu en in de toekomst” om te laten zien wat altijd de prijs van de overwinning is.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten