De Oostenrijk-Hongaarse dichter Nikolaus Lenau werd in 1802 geboren in Csatád, in het huidige Roemenië in de buurt van de Hongaarse grens. Sinds 1926 heet de stad Lenauheim, genoemd naar haar beroemde zoon.
Een paar weken geleden schreef ik over Lenaus trip naar Amerika in 1832, waarbij hij ook Nederland aandeed. Na een pechreis met een mankerende boot over de Rijn bleken bij Lobith zijn reisdocumenten verlopen. Pas na een knap staaltje vioolspel voor de gegoede burgerij van het Gelderse grensstadje regelde de burgemeester de juiste papieren voor het vervolg van de reis.
Zonder deze culturele omkoping had Lenau Amerika nooit bereikt. Het is de vraag of hij dat achteraf erg zou hebben gevonden. Al in 1833 keerde hij terug naar Europa, hevig teleurgesteld in het gedroomde land van de onbegrensde vrijheid.
Enkele jaren later schreef Lenau het gedicht Auf eine holländische Landschaft:
Müde schleichen hier die Bäche,
Nicht ein Lüftchen hörst du wallen,
Die entfärbten Blätter fallen
Still zu Grund, vor Alterschwäche.
Krähen, kaum die Schwingen regend,
Streichen langsam; dort am Hügel
Läßt die Windmühl ruhn die Flügel;
Ach, wie schläfrig ist die Gegend!
Lenz und Sommer sind verflogen;
Dort das Hüttlein, ob es trutze,
Blickt nicht aus, die Strohkapuze
Tief ins Aug herabgezogen.
Schlummernd, oder träge sinnend,
Ruht der Hirt bei seinen Schafen.
Die Natur, Herbstnebel spinnend,
Scheint am Rocken eingeschlafen.
Erg naar zijn zin heeft Lenau het niet gehad in het 19e eeuwse Nederland, dat hij vooral in termen van slaperigheid en inslapen beschrijft.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten