Vorige week was er goed bericht voor Delfzijl. In luttele jaren tijd is de stad van traditionele hekkensluiter tot onbetwiste nummer 1 op de Rabo Top 40 van best presterende regio’s van Nederland geworden. Booming bussiness dus. Overig Groningen, met daarin de stad en de Eemshaven, staat vijfde.
Opmerkelijk is dat de economische vooruitgang in Delfzijl niet hand-in-hand gaat met meer arbeidsplaatsen en een groeiend bevolkingsaantal. Sterker, volgens een recente notitie van de provincie Groningen is hetzelfde gebied dat met stip op 1 van de Rabo Top 40 kwam, ook de onbetwiste koploper van de virtuele, nationale krimpparade. Tot 2030 zal het aantal inwoners in de regio Noordoost-Groningen met 21% dalen van 65.636 tot 51.714. In Delfzijl zal het inwonersaantal in die periode zelfs met 40% teruglopen. Momenteel wonen ongeveer 17.000 mensen in Delfzijl. Forse krimp dus.
Er zijn wel eens andere voorspellingen geweest voor deze regio. In een rapport over de ontwikkeling van de Eemshaven uit 1967 worden gouden bergen in het vooruitzicht gesteld. “Door de ontwikkeling van het Eemshavenproject kan het inwonertal in 1980 derhalve toenemen met 15 á 30.000 en in 2000 met 50 a’90.000”, lees ik op pagina 32. Delfzijl en Appingedam (nu samen goed voor 29.000 inwoners) zouden samen uitgroeien tot een agglomeratie met 52.000 inwoners in 2000.
Het vervolg is bekend. De Eemshaven heeft er ruim dertig jaar kaal en leeg bijgelegen. Pas in de laatste jaren is de belangstelling gigantisch aangetrokken. Momenteel wordt er voor zes miljard geïnvesteerd, onder andere in kolencentrales. Opvallend is dat de toenemende bedrijvigheid nauwelijks met werkgelegenheid voor Noord-Groningen gepaard gaat. In de notitie van de provincie Groningen wordt de bevolkingskrimp juist mede verklaard door “de optredende economische neergang”.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten