In de jaren tachtig organiseerde de Werkgroep Antimilitarisme Overal zomerkampjes in Oost-Europa. Kritische linkse jongeren uit Oost en West leerden elkaar wat beter leerden kennen door bij een kampvuur urenlang over oorlog, vrede, mensenrechten en het dagelijkse leven te discussiëren. Bij de organisatie was voorzichtigheid geboden, want de Stasi lag altijd op de loer. Toch bleek ze bij lezing van het dossier veel te weten, maar gelukkig toch niet alles.
Het begon ermee dat Sinico Schönfeld in mei 1985 per ongeluk het discussiestuk te lezen kreeg, dat die zomer op twee campings in Tsjechoslowakije zou worden besproken. Schönfeld werkte heimelijk voor de Stasi en sloeg alarm. Bij de Stasi vonden ze dat het discussiestuk een uitgesproken pacifistisch karakter had en bovendien ‘pseudo-marxistische’ stellingen bevatte. Ze stelde zich tot doel de verdere uitwerking van het stuk te verhinderen en de smokkel ervan naar het buitenland te voorkomen. Ook wilde de Stasi, in samenwerking met de Tsjechische broederdienst, de kampjes in Tsjechoslowakije verhinderen. Om de maatregelen bespreken door te spreken werd op 2 juli 1985 een vergadering belegd bij de grensovergang Zinnwald. Blijkbaar vonden ze ons wel heel erg gevaarlijk.
Twee dagen later reisde Uwe Bastian, met wie ik eerder dat jaar in Praag Tsjechen voor het kampje had gemobiliseerd, met Karl Otto Launicke en Sinico Schönfeld naar Steken in Tsjechoslowakije. Kort voor de grens stapten Bastian en Schönfeld uit de Trabant van Launicke om individueel van elkaar over de grens te gaan. Launicke reed verder en zou in het eerste Tsjechische dorp wachten. Dat leek veiliger, ze konden maar beter niet met zijn drieën gezien worden. Bastian mocht wel de Oost-Duitse grens over, maar werd aan de andere kant drieënhalf uur door de Tsjechen gecontroleerd. Schönfeld en Launicke werden al aan de DDR-kant van de grens tegengehouden. Na een half uur kregen ze te horen dat ze de DDR niet mochten verlaten. De twee konden terug naar Berlijn. Launicke reageerde zeer verbaasd, zo blijkt uit het verslag dat Schönfeld later aan de Stasi deed. Op zijn beurt vertelde Schönfeld aan Launicke er niets van te begrijpen. Later bleek dat ze allebei, zonder het van elkaar te weten, voor de Stasi werkten. Van de drie kwam alleen Bastian op de camping in Steken aan. Gelukkig waren daar ook andere Oostduitsers, die de discussiestukken overigens zonder problemen over de grens hadden gesmokkeld.
Door het uitreisverbod van de twee Stasi-spionnen moest hun betrouwbaarheid bij de andere deelnemers aan het kampje blijken. Uwe Bastian moest daardoor juist onder verdenking komen te staan. De gang van zaken leidde in Steken inderdaad tot verwarring. De controle in Steken was de taak van de Tsjechische geheime dienst. In het evaluatieverslag van de Stasi staat dat het de groep was opgevallen dat bij de ingang van de camping nogal demonstratief door de politie werd gecontroleerd. Zelfs de Tsjechen stonden verbaasd. Buiten de camping werden ze steeds door een Skoda werden gevolgd, maar ook op de camping was controle overduidelijk: twee duidelijk onervaren kampeerders op spierwitte sportschoenen en met een spiksplinternieuwe kampeeruitrusting waren niet uit het blikveld weg te slaan. Op de foto kun je dat op de achtergrond mooi zien.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten