In het NOS-Journaal wees fractievoorzitter Jolande Sap op de motie van april 2010, waarin de regering werd verzocht de “behoefte op het gebied van civiele politie-training en -opleiding in Afghanistan in kaart te brengen en de Kamer conform het toetsingskader te informeren hoe Nederland daarin mogelijk kan voorzien”. De partijraad, vele afdelingen en duizenden leden hebben inmiddels geconstateerd dat het kabinetsvoorstel absoluut niet in lijn met de motie van GroenLinks en D66 is. De voorgestelde “geïntegreerde politietrainingsmissie” is niet civiel, maar overduidelijk militair van aard.
Voelen de tegenstanders van de militaire politiemissie zich dan niet verantwoordelijk voor Afghanistan? Natuurlijk wel. Maar ze zien ook dat er met militaire middelen niets is te bereiken in het weerbarstige land. De Sovjetunie moest de strijd in Afghanistan in 1990 na tien jaar opgeven zonder dat het “islamitische gevaar” (toen onder invloed van de Islamitische Revolutie in Iran) de kop was ingedrukt. Bijna tien jaar militaire strijd onder leiding van de Amerikanen heeft nu ook weinig positiefs opgeleverd. Het is de hoogste tijd voor een andere weg, die van ongetwijfeld ook moeizame onderhandelingen en van ontwikkelingshulp.
Voor de “geïntegreerde politietrainingsmissie” van het kabinet is bijna een half miljard euro aan “additionele kosten” begroot. Verrekte veel geld in tijden van crisis, maar als het goed kon worden besteed in Afghanistan zou ik er enkele moeite mee hebben. Een half miljard voor militaire strijd beschouw ik als weggegooid geld.
Een veel efficiëntere en goedkopere manier van opbouw is de stimulering van het werk van hulporganisaties, die ongewapend met Afghaanse medewerkers doorwerken aan de opbouw van gezondheidszorg, onderwijs, landbouw & veeteelt, water & irrigatie en traumaverwerking. Over een Nederlands samenwerkingsverband van hulporganisaties in Uruzgan las ik dat het vertrek van de Nederlandse militairen geen invloed heeft gehad op het werk van de hulporganisaties.
De Tweede Kamerfractie van GroenLinks kan het best maar heel goed luisteren naar de signalen van de partijraad, veel afdelingen en een meerderheid van de leden. Anders kan ze, in de geparafraseerde woorden van de Duitse dichter Bertolt Brecht, “maar beter een andere achterban kiezen”.
Erik de Graaf
Eerder blogde ik: NEE tegen militaire politiemissie in Afghanistan en De prijs van de overwinning. Beide stukken werden geïllustreerd met schilderijen van Vasili Vasiljevitsj Vereshchagin over oorlog in de Kaukasus. Hierboven ziet u zijn "Onverwachte aanval" uit 1871 (momenteel te zien in het Groninger Museum).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten