Vorige week overleed Jurrien
Dubbelboer op 85-jarige leeftijd (zie foto in Oost-Berlijn in 1953). Twaalf jaar geleden leerde ik hem kennen toen
ik mannen op leeftijd interviewde, die in de eerste jaren na de Tweede
Wereldoorlog niet bereid waren om als militair aan een volgende oorlog deel te
nemen. Okay, de Nederlandse landsgrenzen wilde Dubbelboer nog wel verdedigen als
dienstplichtig soldaat, maar het ging hem te ver om aan de andere kant van de
wereld in Nederlands-Indië tegen een onafhankelijkheidsbeweging te vechten.
In militaire dienst kreeg Dubbelboer snel
door dat hij werd opgeleid om naar Indië te gaan. Op het laatste moment wist
hij in 1948 aan de uitzending te ontkomen door in de sluizen van IJmuiden van
het schip af te wandelen, terwijl daar honderden mensen stonden om hun
dienstplichtige familieleden uit te zwaaien. Dubbelboer maakte gebruik van de
chaos om niet naar de Oost te hoeven, maar terug naar Amsterdam te gaan. Daar
dook hij onder bij communistische vrienden.
Tot 1952 bleef hij ondergedoken. Hij
werkte voor de Communistische Partij Nederland of in de haven. Na de
Indonesische onafhankelijkheid in december 1949 werd het als illegaal in
Amsterdam steeds moeilijker begrip en vooral steun te krijgen. Hij voelde er
niets voor zich vrijwillig bij de politie te melden en besloot naar de DDR te
reizen om daar politiek asiel aan te vragen. Twee jaar leefde hij in
Oost-Berlijn, zonder dat er schot kwam in zijn asielprocedure. Hij maakte veel vrienden en fotografeerde op straat in Oost-Berlijn. Om uiteindelijk teleurgesteld naar Nederland terug te keren.
De DDR leek bereid de Nederlandse
communist asiel te verlenen, maar wel op voorwaarde dat de Nederlandse
communistische partij schriftelijk verklaarde dat Dubbelboer zuiver op de
communistische graat was. En dat wilde de CPN niet meer, nadat Dubbelboers
stiefvader Albert Potze en moeder Harmanna Zoet in 1952 conflict met de partij
waren gekomen. De in de jaren dertig in Moskou opgeleide stalinist Potze werd
in 1953 uit de CPN gezet, ironisch genoeg omdat hij in Nederland voor de
Sovjetunie zou hebben gespioneerd. De binnenlandse veiligheidsdienst (BVD) had
het onderzoek hiernaar wegens gebrek aan bewijs gestopt, maar de CPN had Potze
uit voorzorg geroyeerd. De partijleiding was doodsbang in diskrediet te raken
of zelfs verboden te worden.
Deze echte reden voor het royement
bleef officieel geheim, ook voor Dubbelboer. Maar CPN-partijsecretaris Van
Dillen liet wel doorschemeren, dat men in Oost-Europa waarschijnlijk anders
over de reden zou denken als bekend werd dat Dubbelboers stiefvader voor Moskou
had gespioneerd. De CPN wilde niets voor Dubbelboer doen, zolang hij zich niet
“voor het front van de partij” openlijk van zijn stiefvader distantieerde. En
dat weigerde hij.
Na twee jaar keerde Dubbelboer terug uit de DDR, omdat zijn zaak daar uitzichtloos leek. In 1954 meldde hij zich alsnog bij de politie in Amsterdam. Hij werd veroordeeld tot een milde gevangenisstraf plus “nadiening van de verzuimde militaire dienstplicht”. Eind 1954 was er eindelijk een eind gekomen aan Dubbelboers avontuur. Het kostte hem daarna grote moeite om zijn leven weer op te nemen, vooral omdat het niet lukte werk te vinden. Regelmatig was hij bijna aangenomen, maar stak de lange arm van de BVD daar op het laatste moment een stokje voor. Indonesiëweigeraar, communist met DDR-verleden. Dat was niet goed voor je toekomst. Uiteindelijk verkaste hij aan het begin van de jaren zestig naar Groningen, waar hij eindelijk een baan kreeg bij de motorenfabriek Brons in Appingedam.
Na twee jaar keerde Dubbelboer terug uit de DDR, omdat zijn zaak daar uitzichtloos leek. In 1954 meldde hij zich alsnog bij de politie in Amsterdam. Hij werd veroordeeld tot een milde gevangenisstraf plus “nadiening van de verzuimde militaire dienstplicht”. Eind 1954 was er eindelijk een eind gekomen aan Dubbelboers avontuur. Het kostte hem daarna grote moeite om zijn leven weer op te nemen, vooral omdat het niet lukte werk te vinden. Regelmatig was hij bijna aangenomen, maar stak de lange arm van de BVD daar op het laatste moment een stokje voor. Indonesiëweigeraar, communist met DDR-verleden. Dat was niet goed voor je toekomst. Uiteindelijk verkaste hij aan het begin van de jaren zestig naar Groningen, waar hij eindelijk een baan kreeg bij de motorenfabriek Brons in Appingedam.
Drie jaar geleden beschreef ik Dubbelboers
levensverhaal in het Dagblad van het
Noorden en in het Duitse tijdschrift Horch
und Guck. Hij ervoer de artikelen als een erkenning van een daad uit een
ver verleden, waarvoor hij verder weinig begrip had ontmoet. In mei kreeg ik
een mail van een verpleger in het verzorgingshuis waar Dubbelboer was
opgenomen. Hij had hem het artikel uit het Dagblad
laten lezen. Vorige week, op vrijdag 15 juni, overleed Jurrien Dubbelboer in
Delfzijl.
Erik de Graaf