“Zondag was er een groots circus met ‘ossen’, ‘kamelen’ en
andere rariteiten. Als het Circus Sarasani was geweest zou ik er met plezier grif
voor betaald hebben. Alle gekheid op een stokje, het was een grootse show”, schreef
Eugen Eggerath eind augustus 1933 vanuit het Duitse concentratiekamp Börgermoor
aan zijn vrouw. Het door Eggerath bewonderde circus heette echter niet Sarasani
maar Zirkus Konzentrazani. Voor en door gevangenen. Op 27 augustus 1933 trad
het voor het eerste op voor negenhonderd wildenthousiaste concentratiekampgevangenen,
waarvan de briefschrijver er één was.
De ossen en de kamelen van het circus waren niet echt. Het
orkestje met vijf Veenblazers, het koor met Veenzangers en het Reuzenveenballet
wel. De artiesten waren gevangenen van het kamp Börgermoor in het grensgebied
met Nederland. Lange dagen deden ze zwaar lichamelijk werk door het ontginnen
van veen in de buurt. De zondag was om uit te rusten. Het door de gevangenen
georganiseerde en uitgevoerde circusvoorstelling verzette de zinnen op 27 augustus 1933. “Om kort te gaan”, schreef Eggerath met een perfect gevoel voor
understatement in de brief aan zijn vrouw, “het was de beste dag in de laatste zes maanden”.
Wat Eggerath nog niet kon weten, maar misschien al wel aanvoelde, was dat hij die zondagmiddag
in augustus een historisch moment in de
muziekgeschiedenis meemaakte. Aan het slot van de circusvoorstelling zongen
zestien zangers van een arbeiderskoor uit het Duitse Solingen, ook allemaal
gevangenen in Börgermoor, met de spaden over hun schouders het Moorsoldatenlied
over hun gevangenschap en het zware werk in het veen (Moor is Duits voor veen).
De tekst was geschreven door de gedetineerden Johann Esser en Wolfgang
Langhoff, de muziek was van hun communistische lotgenoot Rudi Goguel. Er trok
een zindering door de zaal. De melodie werd vrijwel onmiddellijk meegeneuried, het refrein na een keer horen meegezongen. Negenhonderd gevangenen zongen het optimistische
slot “Ewig kann’s nicht Winter sein. Einmal werden wir froh sagen: Heimat du
bist wieder mein”.
Twee dagen later werd het gloednieuwe lied door de SS
verboden. Dat kon niet verhinderen dat het lied door overplaatsing van
gevangenen door heel Duitsland en ver daarbuiten bekend werd. Het zingen van
het Moorsoldatenlied in gevangenschap bleek een enorme steun. In Sachsenhausen
werd het lied gezongen, in Buchenwald, door Brigadisten in de Spaanse
burgeroorlog en, bijzonder genoeg, zelfs door Duitse krijgsgevangenen in kampen
in de Verenigde Staten. Het zingen van het lied gaf moed voor de toekomst.
Sinds
1945 is het lied in 700 tot 800 verschillende internationale uitvoeringen op de
plaat of CD gezet. Van Griekenland tot de Sovjetunie, van Nederlan tot de
Verenigde Staten. Vandaag bestaat het lied 81 jaar. Afgelopen zondag woonde
ik in het Herdenkingscentrum Esterwegen, vlakbij Börgermoor, een lezing over de
geschiedenis en de verspreiding van het lied bij. De zaal was bomvol.
Indrukwekkend, tot op de dag van vandaag.
Erik de Graaf
PS: in april schreef ik ook een blog over het Moorsoldatenlied. Bij deze blog de uitvoering van de Amerikaan Paul Robeson uit 1942.