zondag 30 januari 2011

Illegale scheerkwastenplantage


Dankzij een tip van de Franse rechercheur Gilette ontdekte de stoppelpolitie vanochtend een illegale scheerkwastenplantage op het Wad boven Noordpolderzijl. Commissaris Stoppelaar en inspecteur Kwast spreken van een historische slag in de strijd tegen de internationale scheerkwastenmaffia.

Erik de Graaf

vrijdag 28 januari 2011

De derde politionele actie


De Partijraad van GroenLinks gaf een duidelijk signaal af: Stem niet in met de militaire politiemissie naar Afghanistan! Tientallen afdelingen en talloze individuele leden waarschuwden de partijleiding voor de risico’s van de missie. Volgens Maurice de Hond is bijna 80% van de GroenLinkse achterban tegen het kabinetsplan.

Van die verhouding zag ik vannacht helaas niets terug in het stemgedrag van de tienhoofdige Tweede Kamerfractie van GroenLinks. Alleen Ineke van Gent stemde tegen (bedankt Ineke!). De overige negen fractieleden zwaaien “Oom Agent” uit als hij binnenkort voor nieuwe "politionele acties" naar Afghanistan vertrekt. In het vliegtuig verruilt hij zijn platte pet voor een militaire helm.

De tegenstelling symboliseert de kloof tussen de GroenLinkse kiezers en de GroenLinkse gekozenen in Den Haag. Jolande Sap loopt met haar keurkorps ver voor de troepen uit. En tot overmaat van ramp ook nog in de verkeerde richting. Onlangs besloot ik een blog met het dringende advies aan de GroenLinkse fractie om naar de meerderheid van haar achterban te luisteren. “Anders kan de ze”, zo parafraseerde ik woorden van de Duitse dichter Bertolt Brecht, “maar beter een andere achterban kiezen”.

De instemming met het regeringsvoorstel en de wazige argumentatie doen geloven dat de oude vertrouwde achterban wordt ontslagen en er een vacature komt voor een nieuwe.

Erik de Graaf

PS: over het verzet tegen de eerste en de tweede “politionele acties” schreef ik eerder al.

zondag 23 januari 2011

Herenboer: boekpresentatie in een paleis


Gistermiddag toog ik als redacteur van de nieuwe website van Warffum naar de presentatie van Herenboer, de derde literaire thriller van mijn dorpsgenoot Lupko Ellen. Bij aankomst trof ik hem al aan bij de deur van Het Paleis aan het Boterdiep in Groningen. Dat was overigens niet ter verwelkoming, zoals ik aanvankelijk naïef dacht, maar om de laatste zenuwen weg te roken.

Binnen bleek ik niet het enige aanwezige redactielid. Mijn geachte collega’s Maaike Molhuysen en Louis Stiller waren al druk op zoek naar scoops. Verder uiteraard het crème de la crème van de Groningse literatuur. Van beroemde Groningse schrijvers tot de provinciale hoofdbibliothecaris (hé Rob, je was al weg toen ik je zocht), een verkoper van mijn favoriete Groningse boekhandel (ik schreef er onlangs en onlangs nog over) en natuurlijk veel trouwe lezers.

Twee literaire sprekers leidden de bijeenkomst in. Ene Rosa las een stukje voor uit het Dagblad, dat ik net die ochtend had overgeslagen. Dat kwam dus goed uit! Vervolgens vertelde Bill Mensinga, van wie ik al tijden een boek over Bob Dylan in Noordpolderzijl wil lezen, een anekdote over zijn neef Budde Mensinga, die net als hoofdpersoon Ludde Menkema in allerlei spannende avonturen verzeild raakt. Het is dus zeer de vraag of Lupko Ellen zijn driedelige literaire thriller wel zelf verzonnen heeft.

Vervolgens overhandigde Lupko persoonlijk de eerste twee exemplaren van Herenboer. Althans, dat beweerde hij. Een uur eerder had ik echter persoonlijk in een plaatselijke boekhandel gehoord dat iemand naar de nieuwe van Lupko Ellen vroeg om de winkel vervolgens met twee exemplaren te verlaten. Verdacht, vond ik, geheel in de ban van thrillers. Tenzij het de uitgever was, die zijn “eerste exemplaren” voor de presentatie per ongeluk op kantoor had laten liggen.

Lupko’s vrouw Noor vertelde tenslotte over het ontstaansproces van Lupko’s boeken. Met zijn ogen dicht op de bank werkt hij aan de verhaallijn. Heerlijk, dacht ik, werken met je ogen dicht. Dat lukt mij nooit in een klas met vijfentwintig leerlingen. Bij Lupko aan het werk moest ik ook onmiddellijk aan een vulkaan denken: rokend liggen werken.

Het bleef nog lang gezellig aan het Boterdiep. Van Louis, een man in bonus, kon ik een tientje lenen om geen half maar een heel boek te kopen. Gesigneerd en wel. En nu verheug ik me op het lezen. Van het Dagblad van het Noorden kreeg Herenboer al vijf sterren. Ik meld later wel eens of ik het daarmee eens ben. Tee-zet-tee.

Erik de Graaf

Oja: op Warffum.nl staat een verslagje van Louis met een door mij gemaakte foto.
Oja2: in december 2006 schreef ik een recensie van Moddergraf. Vandaag plaatste in haar opnieuw.
Oja3: Lupko Ellens Herenboer is uitgekomen bij Uitgeverij Passage in Groningen en verkrijgbaar bij de betere boekhandel.

Moddergraf revisited!


Gisteren verscheen de derde literaire thriller van Lupko Ellen, Herenboer. Op 1 december 2006 schreef ik over Lupko’s spannende debuut Moddergraf. Ik plaats het opnieuw, als illustratie bij het verslag van de presentatie Herenboer:

Vorige maand maand verscheen de literaire thriller Moddergraf, het debuut van mijn dorpsgenoot Lupko Ellen. Ik ben niet onmiddellijk een liefhebber van thrillers en weet ook niet goed wat ik van de term "literaire thriller" op de cover van het boek moet denken. Een thriller is een spannend verhaal dat de lezer moet meeslepen, maar ik word eerlijk gezegd maar zelden door thrillers meegesleept.

Toch toog ik een week of drie geleden op zaterdagmiddag naar boekhandel Venema in Uithuizen om Moddergraf aan te schaffen. Kon ik in ieder geval zeggen dat ik mijn best had gedaan als ik de auteur aan de lijn bij VV Warffum zou tegenkomen. Het boek lag goed zichtbaar uitgestald op de tafel met de betere boeken. Tweehonderddrieënzestig pagina's dik. Ook dat nog. Thuisgekomen legde ik het eerst maar eens op de stapel.

Pas de volgende dag, onze club speelde uit, sloeg ik het boek open en betrad de wereld van de internetjournalistiek, de prostitutie en de georganiseerde misdaad van de late jaren '10 van de 21e eeuw in Groningen en erboven. Slechts een pagina of vijf hield ik het vol me voor te houden niet van thrillers te houden. Daarna werd ik de modder van het spannende, ingenieus geconstrueerde en snel geschreven verhaal ingezogen om er pas tegen middernacht uit te worden bevrijd. Pagina 263. Punt.

Ik ben dus geen thrillerlezer en zeker geen thrillerrecensent. Ik moet dus oppassen dat ik de clou van het verhaal niet verklap, want ik gun iedereen hetzelfde leesplezier. Zelf voelde ik me in spannendste passages wel gerustgesteld doordat ik in de Ommelander Courant had gelezen dat Lupko een vervolgverhaal met dezelfde hoofdpersonen wilde schrijven. Bij James Bond heb je ook altijd het gevoel dat het wel mee zal vallen, omdat er nog een vervolg komt. Hoofdpersoon Ludde Menkema kreeg daardoor iets onsterfelijks, hoewel ik daar in zijn gevecht op leven en dood met een Poolse topterrorist op het Wad boven Noordpolderzijl zwaar aan twijfelde. Goed geschreven dus.

Extra leesplezier verschafte de Groningse entourage. Het boek gaat over modder, maar je voelt de klei. Een beetje noorderling kent elke weg die journalist Menkema, rechercheur De Geus of scheepsmagnaat Lemaire inslaat. De stad om te beginnen, maar ook de wijde omgeving: het Van Starkenborghkanaal, het Winschoterdiep, Noordpolderzijl, het Wad en Warffum. Je proeft de broodjes van bakker Bouwman, je ruikt de geiten op de Noordpolderweg en je geniet van het donkere, gure najaarsweer.

Tussen de regels door lees je de toekomst van onze omgeving, hoewel niet altijd realistisch: die kerncentrale komt niet in de Eemshaven, Lupko! Dat heb ik je al eens gezegd. Wel mooi te lezen dat FC Groningen weer internationaal speelt. Met Gerlofs als steunpilaar. Hopelijk breekt hij definitief door. Een transfer naar een grote club kan ook de kas van onze VV nog spekken.

Aan een volgende thriller ben ik nog niet begonnen. Ik verheug me wel op het vervolg op Moddergraf. Geen 007, maar 0595. Dit was zondermeer een sterk debuut, dat ik in één adem uitlas. Vanavond exporteer ik het. Mijn neef Hans in Drenthe weet wat hij vanavond voor zijn verjaardag krijgt, als hij dit voor die tijd leest.

Erik de Graaf (1 december 2006)

zaterdag 22 januari 2011

Mijn bestelde boek bij Godert Walter


Afgelopen dinsdag schreef ik hier over de actie “Help Godert Walter uit de brand”. Eind december moest de sympathieke, zelfstandige boekhandel in het centrum van Groningen voor de tweede keer binnen een jaar de deuren sluiten na een brand.

Hoewel het “zeer klein leed” betreft was ik persoonlijk toch een klein beetje slachtoffer van de nieuwe fik. Al enkele weken lag er een besteld exemplaar van de roman Deadline van de Berlijnse schrijver Bov Bjerg op me te wachten. Ik meldde Bov, voor mij eigenlijk nog gewoon Rolf sinds onze kennismaking in 1984, over mijn pech.

Een paar uur later ontving ik zijn antwoord in keurig Nederlands: “Het waarschijnlijk enige exemplaar van Deadline dat ooit Nederlandse bodem heeft bereikt is verbrand, nog voordat iemand het kon lezen. Als het voor de betrokken boekhandel niet zo erg was, zou ik er om lachen”.

Even later blogde Bov gewoon in zijn moedertaal: “Ich weiß nicht, wie viele Exemplare von Deadline in niederländischen Buchhandlungen bestellt worden sind. Ich vermute: ein einziges. Und zwar im Buchladen "Godert Walter" in Groningen. Der Laden ist Ende Dezember abgebrannt, und mit ihm das bestellte, aber noch nicht abgeholte Exemplar meines kleinen Romans”.

Bekend in binnen- en buitenland: zowel Bov Bjerg als Godert Walter (die overigens nog steeds te helpen valt).

Erik de Graaf

donderdag 20 januari 2011

Udo Lindenberg: veiligheidsrisico in de DDR


Acht jaar had de Hamburgse rocker Udo Lindenberg geprobeerd een tournee door de DDR voor elkaar te krijgen. Het leek een kansloze missie. Hij was onberekenbaar en een veiligheidsrisico, zo vonden de Oost-Duitse machthebbers. Maar vooral vertrouwden ze hun eigen jongeren niet.

Begin 1983 leek Lindenberg het beu om bij de DDR-regering in het gevlei te komen om voor zijn talloze fans in het oosten te mogen optreden. In februari 1983 bracht hij zijn single Sonderzug nach Pankow (zie clip) uit, waarin hij zich er bij het Oost-Duitse "staatsopperhoofd" Erich Honecker over beklaagde dat hij maar geen toestemming kreeg om in Oost-Berlijn op te treden. Aan het slot van het lied zong Lindenberg dat “Honni” eigenlijk ook een rocker was, die af en toe stiekem in een leren jack naar West-Duitse radiozenders luisterde (wat in de DDR officieel verboden was).

De hit van Lindenberg werd uiteraard verboden in de DDR, maar groeide uit tot een grote culthit. Wat Lindenberg niet kon vermoeden was dat er in die tijd net een opening leek te ontstaan voor een tournee door de DDR. In West-Duitsland engageerde hij zich steeds nadrukkelijker tegen Amerikaanse atoomraketten in het westen. En daar wilden de Oost-Duitse autoriteiten wel gebruik (of heet dat misbruik?) van maken.

Ondanks zijn Sonderzug trad Lindenberg in oktober 1983 met zijn Panikorchester op in het Palast der Republik in Oost-Berlijn. Het Concert voor de Vrede was georganiseerd, en tegelijkertijd minutieus geregisseerd, door de communistische jongerenafdeling Freie Deutsche Jugend (FDJ). Het werd live uitgezonden op de Oost-Duitse televisie. De zaal zat vol met blauwhemden, het FDJ-uniform, terwijl buiten de echte fans schreeuwden om hun Udo. Toen de zanger zich tussen twee songs door tegen kernwapens verklaarde klonk er een beschaafd applaus op uit de rijen der jonge apparatsjik. Veel minder enthousiasme was er toen hij voor miljoenen Oost-Duitse tv-kijkers zei dat ook de Russische SS-20’s vernietigd moesten worden. Buiten werden die avond 44 jonge Udo-fans gearresteerd door de staatsveiligheidsdienst, de Stasi.

Van de beloofde tournee door de DDR in 1984 kwam niets meer terecht. Lindenberg was inderdaad een veiligheidsrisico gebleken, althans in de ogen van de Stasi. Pas twee maanden na de val van de Berlijnse Muur, in januari 1990, traden Udo Lindenberg en zijn Panikorchester op in de DDR.

Erik de Graaf

PS: in 2008 schreef ik ook al eens over de Sonderzug. Hieronder: Stasi-foto tijdens het bezoek van Lindenberg aan Oost-Berlijn in 1983.

dinsdag 18 januari 2011

"Help Godert Walter uit de brand"

Op Oudejaarsdag ontving ik een mailtje van mijn boekhandel Godert Walter in Groningen. Twee dagen eerder had er brand gewoed in het tijdelijke pand aan de Sint Walburgstraat. Mijn bestelling stond klaar, maar kon nu door de brandschade niet meer worden geleverd, las ik.

Ik was geschokt en antwoordde op Nieuwjaarsdag per mail. Twee branden in een jaar maakte 2010 voor Godert Walter tot een rampjaar. Enkele maanden eerder was de winkel tijdelijk uit het oude, vertrouwde pand in de Oude Ebbingestraat vertrokken voor een paar maanden van een renovatie na… ook al een brand.

Er zijn veel boekwinkels om te kijken, maar er is er in Groningen vooral één om bij te kopen. Godert Walter is een oude zelfstandige kwaliteitsboekwinkel met een prachtige boekencollectie. Soms verbaasde ik me over volgens mij vrijwel onverkoopbare boeken, die dan vooral uit belangstelling van het personeel werden aangeschaft. Over de Oekraïense stad Tsjernivtsi bijvoorbeeld, waarin ik las dat mijn oude vriendin Rosa Zuckermann, die ik een paar keer in Berlijn had ontmoet, op 94-jarige leeftijd was overleden.

Mijn bestelde en beschadigde boek was klein leed, mailde ik. Als kleine bijdrage bood ik aan het boek Deadline van mijn Berlijnse vriend Bov Bjerg gewoon te betalen. Het lag er al een paar weken en ik was er nog niet toe gekomen het op te halen. Ik wenste het personeel een 2011 zonder verdere ellende en hoopte dat de winkel in april feestelijk heropend kon worden op de oude, bekende plek. “Zonder jullie winkel ziet het Groningse boekenlandschap er een stuk kaler uit”, besloot ik mijn mail.

Gisteren vond ik informatie over de actie “Help Godert Walter uit de brand” met een comité van aanbeveling met onader andere Jean Pierre Rawie en Douwe Draaisma. Vanavond maak ik mijn geld voor Bov Bjergs Deadline maar over op hun rekening. Misschien kunt u ook iets bijdragen! Als hart onder de riem.

Erik de Graaf

zondag 16 januari 2011

Nieuwe verantwoordelijkheid voor Afghanistan

De partijraad van GroenLinks heeft met een overweldigende meerderheid tegen de politiemissie naar Afghanistan gestemd. Hopelijk volgt de Tweede Kamerfractie dit dringende advies om niet akkoord te gaan met het voorstel van het kabinet-Rutte.

In het NOS-Journaal wees fractievoorzitter Jolande Sap op de motie van april 2010, waarin de regering werd verzocht de “behoefte op het gebied van civiele politie-training en -opleiding in Afghanistan in kaart te brengen en de Kamer conform het toetsingskader te informeren hoe Nederland daarin mogelijk kan voorzien”. De partijraad, vele afdelingen en duizenden leden hebben inmiddels geconstateerd dat het kabinetsvoorstel absoluut niet in lijn met de motie van GroenLinks en D66 is. De voorgestelde “geïntegreerde politietrainingsmissie” is niet civiel, maar overduidelijk militair van aard.

Voelen de tegenstanders van de militaire politiemissie zich dan niet verantwoordelijk voor Afghanistan? Natuurlijk wel. Maar ze zien ook dat er met militaire middelen niets is te bereiken in het weerbarstige land. De Sovjetunie moest de strijd in Afghanistan in 1990 na tien jaar opgeven zonder dat het “islamitische gevaar” (toen onder invloed van de Islamitische Revolutie in Iran) de kop was ingedrukt. Bijna tien jaar militaire strijd onder leiding van de Amerikanen heeft nu ook weinig positiefs opgeleverd. Het is de hoogste tijd voor een andere weg, die van ongetwijfeld ook moeizame onderhandelingen en van ontwikkelingshulp.

Voor de “geïntegreerde politietrainingsmissie” van het kabinet is bijna een half miljard euro aan “additionele kosten” begroot. Verrekte veel geld in tijden van crisis, maar als het goed kon worden besteed in Afghanistan zou ik er enkele moeite mee hebben. Een half miljard voor militaire strijd beschouw ik als weggegooid geld.

Een veel efficiëntere en goedkopere manier van opbouw is de stimulering van het werk van hulporganisaties, die ongewapend met Afghaanse medewerkers doorwerken aan de opbouw van gezondheidszorg, onderwijs, landbouw & veeteelt, water & irrigatie en traumaverwerking. Over een Nederlands samenwerkingsverband van hulporganisaties in Uruzgan las ik dat het vertrek van de Nederlandse militairen geen invloed heeft gehad op het werk van de hulporganisaties.

De Tweede Kamerfractie van GroenLinks kan het best maar heel goed luisteren naar de signalen van de partijraad, veel afdelingen en een meerderheid van de leden. Anders kan ze, in de geparafraseerde woorden van de Duitse dichter Bertolt Brecht, “maar beter een andere achterban kiezen”.

Erik de Graaf

Eerder blogde ik: NEE tegen militaire politiemissie in Afghanistan en De prijs van de overwinning. Beide stukken werden geïllustreerd met schilderijen van Vasili Vasiljevitsj Vereshchagin over oorlog in de Kaukasus. Hierboven ziet u zijn "Onverwachte aanval" uit 1871 (momenteel te zien in het Groninger Museum).

donderdag 13 januari 2011

Op onbewoond Rottumerplaat

Vanavond om 18.25 uur zendt Kruispunt op Nederland 2 een bijzondere reportage uit over de week die Godfried Bomans in 1971 doorbracht op het onbewoonde eiland Rottumerplaat.

"Een half uur geleden is de boot weggevaren. Ik ben nu werkelijk alleen. Omdat ik zo lang tevoren aan dit moment heb gedacht is er niets door mij heen gegaan dat mij verrast heeft. Een plechtig soort gevoel." Dat schrijft Godfried Bomans in zijn dagboek aan het begin van zijn verblijf op Rottumerplaat. ‘Godfried Bomans: wie was hij echt?' Want veel mensen vragen zich nog steeds af wat er echt gebeurd is met Bomans op Rottumerplaat.

In de documentaitre komt ook Bomans’ doodsangst aan de orde, die ontstond toen geheel tegen zijn verwachting in vier Warffumers het strand op kwamen lopen. In juli 2010 achterhaalde ik wie die dorpsgenoten waren geweest. In december was ik bij de opnames voor het programma van vanavond.

Vergeet niet te kijken. Het wordt vast een leuk programma. Dinsdag 18 januari wordt het herhaald om 17 uur. Met prachtige beelden van Warffum en Noordpolderzijl.

Erik de Graaf

dinsdag 11 januari 2011

NEE tegen militaire politiemissie in Afghanistan

Slim verwijst de regering in haar voorstel voor de politietrainingsmissie in Afghanistan naar de motie van GroenLinks en D66 uit april 2010. “In lijn met de motie Peters/Pechtold betekent deze missie naar overtuiging van de regering een effectieve en zinvolle bijdrage”, schrijven de ministers Rosenthal, Hillen en Opstelten in hun brief aan de Tweede Kamer. Van “Grootgedoger Wilders” hoeft het kabinet-Rutte het in deze kwestie niet te hebben. Hier moet de oppositie gepaaid worden.

Ik vroeg mij vorig jaar al af waarom GroenLinks en D66 het demissionaire kabinet-Balkenende een uitkomst aanboden in een uitzichtloze zaak, waarover het kabinet net was gestruikeld. Waren Peters en Pechtold er werkelijk van overtuigd dat met zo’n civiele politiemissie het tij in Afghanistan kon worden gekeerd of wilden ze alvast voorsorteren naar de komende kabinetsformatie?

In de motie van april 2010 werd het kabinet verzocht de “behoefte op het gebied van civiele politietraining en -opleiding in Afghanistan in kaart te brengen en de Kamer conform het toetsingskader te informeren hoe Nederland daarin mogelijk kan voorzien”. De motie was overigens een stuk minder concreet dan een voorstel van een week eerder. Toen pleitten GroenLinks en D66 voor een missie van vijftig politieagenten, die zouden moeten worden ondersteund door 200 á 250 militairen.

Wat stelt de regering-Rutte negen maanden later voor? Het voorstel spreekt van een missie met de “3D-karakter”, waarmee volgens mij (het is mij niet helemaal duidelijk) wordt bedoeld dat ze politioneel, justitieel en militair is. De regering is van plan ongeveer 545 personen naar Kunduz te sturen. Ze kunnen als volgt worden onderverdeeld:
  • 225 opleiders/trainers (waarvan 40 civiele politieagenten, 20 marechaussees en 165 militaire trainers);
  • 5 justitiële experts om werkzaamheden binnen EUPOL uit te voeren;
  • 125 militairen ter ondersteuning van de missie;
  • 120 personen van de luchtmacht ter ondersteuning van vier F16’s op een luchtbasis in het noorden van Afghanistan;
  • 70 personen binnen de internationale militaire staven en hoofdkwartieren (de militaire bobo’s dus).

Van de civiele politietraining en –opleiding, waarvoor de behoefte volgens de motie van Peters en Pechtold in kaart moest worden gebracht, is géén sprake. Van de 545 personen zijn er 45 civiel: 40 civiele agenten en 5 justitiële experts. Verder worden gewoon 500 militairen uitgezonden om slecht opgeleid Afghaans politiepersoneel tot 2014 te "paramilitariseren" voor een bedrag van 467,8 miljoen euro aan “additionele kosten” (dus extra kosten).

Dit lijkt mij absoluut niet in de geest van de motie van april. Alle reden voor GroenLinks (en D66, maar daar ga ik niet over!) om het regeringsvoorstel naar de prullenmand te verwijzen. Zeg alsjeblieft luid NEE tegen de “geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan”, die niet civiel maar militair is.

Erik de Graaf

Illustratie: Onderhandelaars. ‘Loop naar de hel!’ ‘Geef je over!’- schilderij uit 1873 van Vasili Vasiljevitsj Vereshchagin uit de expositie Het onbekende Rusland in het Groninger Museum.

dinsdag 4 januari 2011

Coen

Een soort van speling der natuur
die met zijn mager linkerbeen
door alle soort defensies heen
zich slingert; van wie op de duur
de kalmste backs, ja hele horden,
zo’n beetje daas en crazy worden
en door wiens zo roemruchte rennen
reeds velen knots geworden bennen…

Een flits, een vlam, een vonk, een schicht
die onheil, die gevaren sticht,
die nooit met woorden zijn te doen:
een schier Homerisch heldendicht
zou taak en tolk zijn, tevens plicht:
Idool van onze dagen… COEN!

Phida Wolff, administrateur en geschiedschrijver van Feyenoord, eerde Coen Moulijn een jaar later in Jaarboek 2 van Topclub Feyenoord uit 1971 met bovenstaand gedicht. Een voetballer uit een voetbaltijd die niet meer bestaat. Voor Coen Moulijn ging je naar het stadion. Twee keer drie kwartier. En in de pauze imiteerde een fan jarenlang zijn onnavolgbare dribbels voor de tribune aan de lange zijde.

Als je Coen Moulijn achter een schaakbord op de middenstip zet stroomt de Kuip vol, was een bekende stelling in de jaren zestig en zeventig. En vol was de Kuip indertijd nog met 65.000 toeschouwers.

En voor Coen Moulijn tenslotte, fietste ik als jongetje van Vlaardingen naar Rotterdam-Zuid om hem in zijn kledingzaak aan de Langenhorst een handtekening te vragen. Zelf woonde hij in de flat boven de winkel op nummer 283. De adressen van de spelers stonden afgedrukt in de jaarboeken van Phida Wolff. Dat kon toen nog.

Maar Coen is niet meer. Hij is naar Laseroms en Happel. Vandaag is Coen Moulijn overleden aan de gevolgen van een herseninfarct.

Erik de Graaf