De vierde voogd Van
Dijk had altijd een aantal arbeiders op zijn eiland. In de zomer wat meer dan
in de winter, als er minder werk te doen was. In mei 1890 kwam de tienjarige Marten
Toonder naar het eiland om eierzoeker te worden. De kleine Marten was onder
arme omstandigheden in Warffum bij zijn grootouders opgegroeid. Nadat zijn
grootvader in oktober 1886 onderweg naar zijn werk op Rottumeroog in een storm verdronk, moest Marten vaker uit werken dan naar school. In 1890 kon zijn grootmoeder hem
niet langer voeden en besteedde ze hem uit aan de voogd. Aanvankelijk voor een
half jaar, maar hij zou met een enkele korte onderbrekingen negen jaar op het
eiland blijven. Van eierzoeker klom hij op tot schaapshoeder, koeienjongen en
manusje van alles. Later werd hij schippersknecht op de Vijf Gebroeders.
Op het eiland leerde Marten
Ties van Dijk kennen, de tweede zoon van de voogd. En de gedoodverfde vijfde
voogd. Ties was van 1873, dus zes jaar ouder dan Marten. Aanvankelijk hadden de
knecht en de kroonprins weinig contact. Na verloop van tijd kregen ze meer met
elkaar te maken en leerden ze elkaar beter kennen en waarderen. Marten en Ties werkten
samen op het eiland en later, toen Marten schippersknecht werd, op de Vijf Gebroeders.
In 1894 waren ze drie weken in Delfzijl toen het schip van de voogd een
tweejaarlijkse onderhoudsbeurt kreeg op de helling in het Damsterdiep. Er was
tijd voor goede gesprekken. Marten vertelde Ties dat hij later op de grote
vaart wilde. Ties liet Marten weten dat hij meer wilde dan zijn leven lang op
het eiland blijven.
In het voorjaar van
1897 sloop Ties ‘s nachts naar de slaapzaal van de arbeiders. Hij maakte Marten
wakker en vroeg om hem met de wagen naar het strand te brengen. Die nacht
vluchtte Ties van het eiland, zonder medeweten van zijn vader. Hij bleef een
paar dagen bij zijn zus in Warffum, vertrok naar Amsterdam en deed daar met succes
toelatingsexamen voor de Rijkstekenacademie. Hij rondde de opleiding af,
illustreerde verdienstelijk kinderboeken, werd tekenleraar en kunstenaar in
Edam. Zijn vader bleef achter op Rottumeroog. In 1908 was er geen zoon om hem
op te volgen. Ze waren al uitgezwermd over het land en hadden inmiddels goede
banen aan de wal. Toen de vierde Van Dijk met pensioen ging werd hij opgevolgd
door een Toxopeus.
Marten Toonder vertrok
in 1899 van Rottumeroog. Na zijn militaire dienst monsterde hij aan als matroos
op de grote vaart. Met veel talent, doorzettingsvermogen en ook geluk leerde
hij op zijn drieëntwintigste lezen en schrijven. In 1905 haalde hij een Diploma
Derde Stuurman in Delfzijl , waarna de wereld voor hem open ging. De eierzoeker
van 1890 werd uiteindelijk kapitein op de grote vaart; de analfabeet kreeg twee
zoons, die allebei schrijver werden. In 1954 bracht de gepensioneerde kapitein Toonder
senior een boek uit over zijn eerste jaren op zee. Ties van Dijk las een
recensie en nam contact met hem op. Na achtenvijftig jaar vonden ze elkaar
weer. Ze correspondeerden en zochten elkaar op in Oegstgeest bij Toonder en in
Eemnes bij Van Dijk. Samen haalden ze herinneringen op aan het eiland. Ties
vertelde dat hij voor op zijn huizen in Edam en Eemnes gevelstenen had gemaakt
“met een köb die op een paal neerstrijkt, en onze open grote boot met
sprietzeil”. OOG INT SEYL. Het was een herinnering aan hun eiland.
Marten Toonder senior overleed
in 1965 op vijfentachtigjarige leeftijd in Oegstgeest, Van Dijk twee jaar later
in Eemnes, drieënnegentig jaar oud.
Erik de Graaf
PS: In 2015
publiceerde ik de biografie Marten Toonder senior. Van eierzoeker tot zeekapitein bij
Uitgeverij Passage in Groningen. Dit is een fragment uit mijn artikel over de voogdendynastie Van Dijk, dat alfgelopen week verscheen in Verhalen van de Eems-Dollardkust van de Stichting Verdronken Geschiedenis.