Eergisteren
stootte het Vlaardingse Deltasport de eredivisieclub Willem II uit het
KNVB-bekertoernooi. Mooie prestatie, waarvoor ik gisteren als oud-Vlaardinger een
paar keer werd gefeliciteerd. Beetje overdreven, maar toch.
In mijn
voetbaljeugd speelde ik voor de gereformeerde zaterdagclub Zwaluwen. Vlaardingse
tegenstanders waren HVO (van het Havenbedrijf Vlaardingen-Oost, maar in de
volksmond Honderd Vuile Onderbroeken), TBS (The Shell Boys), RKWIK (het Rooms
Katholieke Willen Is Kunnen, ook een soort bedrijfsclub), Fortuna Vlaardingen, VFC en nog een aantal clubs.
Deltasport
bestond toen nog niet. Het is een fusieclub uit 1990. Een van de fusiepartners
was de bedrijfsvoetbalclub Sunlight, overigens hardnekkig Sunlicht genoemd in
Vlaardingen en omstreken. De zeepmaatschappij Sunlight was al vanaf de jaren
dertig onderdeel van Unilever, maar bleef op het oog zelfstandig voortbestaan
met producten als Omo, Vim, Sunil, Andy en de handzeep Lux.
Sunlight, of eigenlijk dus Sunlicht, had een voetbalveld naast de zeepfabriek. Daar speelde ik
rond mijn tiende een paar keer met de pupillen van Zwaluwen een uitwedstrijd. Ik vond het
altijd een naargeestig terrein, zonder dat ik als kleine jongen wist hoe dat
kwam. Waarschijnlijk had ik flarden opgevangen van gesprekken over de Duitse V1-raketbasis
op het Sunlight-terrein, die in maart 1945 door de Engelsen werd gebombardeerd.
VIM, had de illegaliteit aan Engeland doorgegeven om de raketinstallatie te
kunnen lokaliseren.
Voordeel
van “Sunlight-uit” was dat je altijd schoon thuiskwam. Je speelde er in een wolk
van zeeplucht, omdat de zeepproductie tijdens de wedstrijd gewoon doorging. Het
voetbalzweet begon nog net niet te schuimen. En bij de douches lagen altijd genoeg
blokken zeep. Voetballend hadden we in mijn herinnering weinig last van
Sunlight. We droogden ze eenvoudig af.
Erik de
Graaf