In januari 1944 werden Theo Roodvoets en Tjark Kremer opgepakt door de Duitsers. Roodvoets zat ondergedoken in de molen van Spijk. Kremer een paar straten verder boven de houtopslag van het timmerbedrijf van zijn ouders. Beiden wilden niet voor de Arbeitsdienst naar Duitsland. Een week na hun arrestatie werden ze alsnog op de trein gezet. Ik schreef er vorige week een artikel over in het Dagblad van het Noorden. Hier een fragment:
Eindpunt van
de reis was een werkkamp in Bremen-Farge. Daar werden “arbeidskrachten, die
werk weigeren of de arbeidsmoraal verlagen” (zo noemde SS-chef Himmler hen) in acht weken heropgevoed. De dwangarbeiders
werkten op een werf voor onderzeeboten aan de Weser. Het zware werk eiste veel
slachtoffers. Ze stierven door uitputting of door ziektes, slechte verzorging
en honger. Anderen werden mishandeld of grofweg vermoord. Theo Roodvoets en
Tjark Kremer hielden de “heropvoeding” geen acht weken vol. Roodvoets stierf op
23 februari 1944. Kremer vijf dagen later.
Het bericht
van Kremers dood bereikte Spijk snel. Het slechte nieuws stond op een afgescheurde bladzijde uit een agenda
van 1944: Tjark Kremer was op 28 februari overleden en werd de volgende dag
begraven. De schok in Huize Kremer was groot, het verdriet enorm. Twee dagen
later stond er een rouwadvertentie in het Nieuwsblad van het Noorden.
“Hiermee geven wij kennis van het overlijden van onzen lieven Zoon en Broer
TJARK KREMER in den jeugdige leeftijd van 22 jaren.” Het waren bedekte termen: niets
over Bremen of over een werkkamp.
Duidelijker
konden ze het pas na de oorlog verwoorden. In een advertentie in de Nieuwe
Provinciale Groninger Courant werd in augustus 1945 gevraagd wie
inlichtingen kon verschaffen omtrent Tjark Kremer: “Op 1 Maart ’44
telefonisch bericht ontvangen dat hij door de Gestapo te Bremen is afgemaakt.
R.C. Kremer, F323, Spijk”.
Anders dan
de Kremers verkeerde de familie Roodvoets nog jarenlang in onzekerheid. Pas in
1947 ontving zijn broer Adri het bericht, dat zijn broer op 23 februari 1944
bij Bremen was overleden. Vijf dagen later was zijn begrafenis in
Bremen-Aumund. Acht jaar na zijn dood kreeg hij een nieuwe rustplaats op de
Nederlandse Erebegraafplaats in Loenen.
Erik de Graaf
PS: in het Dagblad van het Noorden kunt u lezen wat aan de arrestatie voorafging en wat na de dood van Roodvoets en Kremer volgde (als u de paywall kunt omzeilen). Meer info kunt u vinden bij Spurensuche.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten