Eind vorig jaar overleed Hans Besançon. Ik las het afgelopen zaterdag
in een mooi artikel in de NRC. Begin 1997 recenseerde ik in het historisch
tijdschrift Groniek een eigenaardig
boek van de Britse ex-spion Christopher Creighton. Operatie JB. Het laatste geheim van WO II, heette het boek. “Een
007- karaats thriller”, schreef ik, “goed voor een ontspannen avondje
leesplezier als hij niet met zoveel aplomb als historische waarheid zou zijn
gepresenteerd”.
In het eerste deel beschreef Creighton (1924-2013) hoe hij in
mei 1945 met de Britse geheime dienst Hitlers privésecretaris Martin Bormann uit
de puinhopen van Berlijn ontvoerde. In het tweede deel hoe hij persoonlijk een
Nederlandse onderzeeër K-XVII in de Indische Oceaan opblies. Op zijn zeventiende. Het was december
1941 en alleen Churchill, Roosevelt én koningin Wilhelmina waren op de hoogte.
Aan het eind van de recensie adviseer ik de boekhandels om Creightons Operatie JB (jawel, naar James Bond) met spoed naar de afdeling fictie te verhuizen. Ruim een jaar
later stuurde Hans Besançon, de zoon van de commandant van de K-XVII, me een
boekje over de K-XVII. “Met dank voor de heldere bespreking, waardoor mijn grimmige boosheid
ietwat werd verlicht - Velzen-Zuid, 15 september 1998”.
De recensie kunt u na 21 jaar nog vinden door HIER te klikken.
Erik de Graaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten